Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Faillissementswet
<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >



Artikel 182Faillissementskosten omgeslagen over boedel

1.De algemene faillissementskosten worden omgeslagen over ieder deel van de boedel, met uitzondering van hetgeen na een executie overeenkomstig artikel 57 of artikel 60, derde lid, tweede zin, toekomt aan de pand- of hypotheekhouders, aan de schuldeisers met retentierecht en aan de beperkt gerechtigden, huurders en pachters wier recht door de executie is vervallen of verloren gegaan, maar met inbegrip van hetgeen krachtens een zodanige executie aan de curator is uitgekeerd ten behoeve van een schuldeiser die boven een of meer van voormelde personen bevoorrecht was.

2.De in het vorige lid genoemde uitzondering geldt eveneens ten aanzien van luchtvaartuigen, welke overeenkomstig de bepaling van artikel 59a door een schuldeiser zelf zijn verkocht.



Artikel 183Uitdelingslijst ligt ter inzage

1. De door de rechter-commissaris goedgekeurde uitdelingslijst ligt gedurende tien dagen ter griffie van de rechtbank ter kosteloze inzage van de schuldeisers.

2. Van de neerlegging wordt door de zorg van de curator aan ieder van de erkende en voorwaardelijk toegelaten schuldeisers, alsmede aan de schuldeisers als bedoeld in artikel 110, derde lid, schriftelijk kennis gegeven, met vermelding van het voor hem uitgetrokken bedrag.

3. Van de neerlegging wordt door zorg van de curator aankondiging gedaan in het nieuwsblad of de nieuwsbladen bedoeld in artikel 14, terwijl daarvan bovendien aan ieder der erkende en voorwaardelijk toegelaten schuldeisers, alsmede aan de schuldeisers als bedoeld in artikel 110, derde lid, schriftelijk kennis wordt gegeven, met vermelding van het voor hem uitgetrokken bedrag.



Artikel 184In verzet komen tegen uitdelingslijst

1.Gedurende de in het vorige artikel genoemde termijn kan ieder schuldeiser in verzet komen tegen de uitdelingslijst, door inlevering van een met redenen omkleed bezwaarschrift ter griffie; hem wordt door de griffier een bewijs van ontvangst afgegeven.

2.Het bezwaarschrift wordt als bijlage bij de lijst gevoegd.



Artikel 185Behandeling verzet ter openbare terechtzitting

1.Zo er verzet gedaan is, bepaalt de rechter-commissaris, onmiddellijk na afloop van de termijn van inzage, de dag, waarop het ter openbare terechtzitting behandeld zal worden. Deze beschikking ligt ter griffie ter kosteloze inzage van een ieder. Bovendien doet de griffier daarvan aan de opposanten en de curator schriftelijk mededeling. De dag van behandeling mag niet later gesteld worden dan veertien dagen na afloop van de termijn van artikel 183.

2.Op de bepaalde dag wordt ter openbare terechtzitting door de rechter-commissaris een schriftelijk rapport uitgebracht, en kan de curator en ieder der schuldeisers in persoon, bij schriftelijk gemachtigde of bij advocaat de gronden uiteenzetten ter verdediging of bestrijding van de uitdelingslijst.

3.Op dezelfde dag, of anders zo spoedig mogelijk, geeft de rechtbank haar met redenen omklede beschikking.



Artikel 186Niet-geverifieerde schuldeiser kan verzet doen

1. Ook een niet-geverifieerde schuldeiser, zomede een schuldeiser, wiens vordering voor een te laag bedrag is geverifieerd, doch overeenkomstig zijn opgave, kan verzet doen, mits hij uiterlijk twee dagen vóór die waarop het verzet ter openbare terechtzitting zal behandeld worden, de vordering of het niet-geverifieerde deel der vordering bij de curator indiene, een afschrift daarvan bij het bezwaarschrift voege, en in dit bezwaarschrift tevens verzoek doe om geverifieerd te worden.

2. De verificatie geschiedt alsdan op de wijze, bij artikel 119 en volgende voorgeschreven, ter openbare terechtzitting, bestemd voor de behandeling van het verzet en voordat daarmede een aanvang wordt gemaakt.

3. Indien dit verzet alleen ten doel heeft als schuldeiser geverifieerd te worden, en er niet tevens door anderen verzet is gedaan, komen de kosten van het verzet ten laste van de nalatige schuldeiser.

4. Door een schuldeiser als bedoeld in artikel 110, derde lid, kan niet het in het eerste lid bedoelde verzet worden gedaan.



Artikel 187Beroep in cassatie

1.Van de beschikking der rechtbank kan binnen acht dagen, nadat zij is gegeven, beroep in cassatie worden ingesteld door de curator en door iedere schuldeiser.

2.Het beroep geschiedt bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van de Hoge Raad. De Voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling, welke zal moeten plaats hebben binnen twintig dagen. De griffier geeft van het beroep onverwijld kennis aan de griffier van de rechtbank, welke de beschikking op het verzet heeft gegeven.

3.Het beroep wordt ter openbare terechtzitting behandeld. De curator en alle schuldeisers kunnen aan de behandeling deelnemen.

4.Door verloop van de termijn van artikel 183, of, zo verzet is gedaan, doordat de beschikking op het verzet in kracht van gewijsde is gegaan, wordt de uitdelingslijst verbindend.



Artikel 188Hypotheken gaan teniet en beperkte rechten vervallen

1.Door levering ingevolge verkoop door de curator en de voldoening van de koopprijs gaan alle op het verkochte goed rustende hypotheken teniet en vervallen de beperkte rechten die niet tegen alle geverifieerde schuldeisers ingeroepen kunnen worden.

2.De rechter-commissaris geeft desverlangd aan de koper een verklaring af van dit tenietgaan en vervallen. De verklaring kan bij of na de levering in de registers worden ingeschreven. Zij machtigt dan de bewaarder der registers tot doorhaling van de betrokken inschrijvingen.

3.Op verkoop, door de curator, van tot de boedel behorende schepen, is artikel 578 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering toepasselijk.



Artikel 189De uitdeling wordt niet uitgekeerd

1.De uitdeling, uitgetrokken voor een voorwaardelijk toegelaten schuldeiser, wordt niet uitgekeerd, zolang niet omtrent zijn vordering beslist zal zijn. Blijkt het ten slotte dat hij niets of minder te vorderen heeft, dan komen de voor hem bestemde gelden geheel of ten dele ten bate van de andere schuldeisers.

2.Uitdelingen bestemd voor vorderingen, welker voorrang betwist wordt, worden, voorzover zij meer bedragen dan de percenten over de concurrente vorderingen uit te keren, gereserveerd tot na de uitspraak over de voorrang.



Artikel 190Goed waartoe schuldeiser voorrang heeft wordt verkocht

Indien enig goed met betrekking waartoe een schuldeiser voorrang heeft, wordt verkocht nadat hem ingevolge artikel 179 in verband met het slot van artikel 180, reeds een uitkering is gedaan, wordt hem bij een volgende uitdeling het bedrag waarvoor hij op de opbrengst van goed batig gerangschikt is, niet anders uitgekeerd dan onder aftrek van de percenten die hij reeds tevoren over dit bedrag ontving.



Artikel 191Schuldeisers die eerst geverifieerd worden

1.Aan schuldeisers, die, ten gevolge van hun verzuim om op te komen, eerst geverifieerd worden nadat er reeds uitdelingen hebben plaats gehad, wordt uit de nog voorhanden baten een bedrag, evenredig aan het door de overige erkende schuldeisers reeds genotene, vooruitbetaald.

2.Indien zij voorrang hebben, verliezen zij die, voorzover de opbrengst van de zaak, waarop die voorrang kleefde, bij een vroegere uitdelingslijst aan andere schuldeisers bij voorrang is toegekend.



Artikel 192Vastgestelde uitkering onverwijld doen

Na afloop van de termijn van inzage, bedoeld bij artikel 183, of na uitspraak van het vonnis op het verzet, is de curator verplicht de vastgestelde uitkering onverwijld te doen. De uitkeringen, waarover niet binnen één maand daarna is beschikt of welke ingevolge artikel 189 gereserveerd zijn, worden door hem in de kas der gerechtelijke consignatiën gestort.



Artikel 193Faillissement neemt een einde

1.Zodra aan de geverifieerde schuldeisers het volle bedrag hunner vorderingen is uitgekeerd, of zodra de slotuitdelingslijst verbindend is geworden, neemt het faillissement een einde, behoudens de bepaling van artikel 194. Door de curator geschiedt daarvan aankondiging op de wijze bij artikel 14 bepaald.

2.Na verloop van een maand doet de curator rekening en verantwoording van zijn beheer aan de rechter-commissaris.

3.De boeken en papieren, door de curator in de boedel gevonden, worden door hem tegen behoorlijk bewijs aan de schuldenaar afgegeven.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.



Artikel 194Gereserveerde uitdelingen vallen terug aan de boedel

Indien na de slotuitdeling ingevolge artikel 189 gereserveerde uitdelingen aan de boedel terugvallen, of mocht blijken dat er nog baten van de boedel aanwezig zijn, welke ten tijde der vereffening niet bekend waren, gaat de curator, op bevel van de rechtbank, tot vereffening en verdeling daarvan over op de grondslag van de vroegere uitdelingslijsten.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.



Achtste afdeling. Van de rechtstoestand des schuldenaars na afloop van de vereffening

Artikel 195Herkrijgen van rechten van executie

Door het verbindend worden der slotuitdelingslijst herkrijgen de schuldeisers voor hun vorderingen, in zover deze onvoldaan zijn gebleven, hun rechten van executie op de goederen van de schuldenaar.



Artikel 196Erkenning van een vordering

De in het vierde lid van artikel 121 bedoelde erkenning ener vordering heeft kracht van gewijsde zaak tegen de schuldenaar; het proces-verbaal der verificatievergadering levert voor de daarin als erkend vermelde vorderingen de voor tenuitvoerlegging vatbare titel op tegen de schuldenaar.



Artikel 197Vordering betwist

De bepaling van het vorige artikel geldt niet voorzover de vordering door de gefailleerde overeenkomstig artikel 126 betwist is.



Negende afdeeling
[Vervallen per 01-01-2003]
Artikelen 198 t/m 202
[Vervallen per 01-01-2003]




Tiende afdeling. Bepalingen van internationaal recht

Artikel 203Verhaal op in het buitenland zich bevindende goederen

Schuldeisers, die na de faillietverklaring hun vordering geheel of gedeeltelijk afzonderlijk verhaald hebben op in het buitenland zich bevindende, aan hen niet bij voorrang verbonden, goederen van de in Nederland gefailleerde schuldenaar, zijn verplicht het aldus verhaalde aan de boedel te vergoeden.



Artikel 204Vordering aan een derde overdragen

1.De schuldeiser, die zijn vordering tegen de gefailleerde, geheel of gedeeltelijk, aan een derde overdraagt, ten einde deze in de gelegenheid te stellen die vordering, geheel of gedeeltelijk, afzonderlijk of bij voorrang te verhalen op in het buitenland zich bevindende goederen van de gefailleerde, is verplicht het aldus verhaalde aan de boedel te vergoeden.

2.De overdracht wordt, behoudens tegenbewijs, vermoed met dit doel te zijn geschied, als zij is gedaan met de wetenschap, dat de faillietverklaring reeds was aangevraagd of aangevraagd zou worden.



Artikel 205Gelijke verplichting tot vergoeding jegens de boedel

1.Gelijke verplichting tot vergoeding jegens de boedel rust op hem die zijn vordering of zijn schuld geheel of gedeeltelijk aan een derde overdraagt, die daardoor in staat wordt gesteld in het buitenland een door deze wet niet toegelaten verrekening in te roepen.

2.Het tweede lid van het vorige artikel is hier toepasselijk.



Elfde afdeling. Van rehabilitatie

Artikel 206Verzoek van rehabilitatie inleveren

Nadat het faillissement overeenkomstig de artikelen 161 of 193 geëindigd is, is de schuldenaar of zijn zijn erfgenamen, bevoegd een verzoek van rehabilitatie in te leveren bij de rechtbank, die het faillissement heeft berecht.



Artikel 207Schuldenaar of erfgenamen niet ontvankelijk bij verzoek

De schuldenaar of zijn erfgenamen zijn tot dit verzoek niet ontvankelijk, tenzij bij het verzoekschrift zij overgelegd het bewijs, waaruit blijkt, dat alle erkende schuldeisers, ten genoegen van elk hunner, zijn voldaan.



Artikel 208Aankondiging verzoek

Van het verzoek wordt aankondiging gedaan in de Staatscourant.



Artikel 209Verzet tegen het verzoek

1.Ieder erkend schuldeiser is bevoegd om binnen de tijd van twee maanden na voorschreven aankondiging verzet tegen het verzoek te doen, door inlevering van een met redenen omkleed bezwaarschrift ter griffie; hem wordt door de griffier een bewijs van ontvangst afgegeven.

2.Dit verzet zal alleen daarop kunnen gegrond zijn, dat door de verzoeker niet behoorlijk aan het voorschrift van artikel 207 is voldaan.



Artikel 210Verzoek toestaan of weigeren

Na verloop van de voormelde twee maanden zal de rechtbank, om het even of er verzet of geen verzet is gedaan, op de conclusie van het Openbaar Ministerie het verzoek toestaan of weigeren.



Artikel 211Noch hoger beroep, noch cassatie toegelaten

Van de beslissing der rechtbank wordt noch hoger beroep, noch cassatie toegelaten.

-

De faillissementswet is voor het laatst geactualiseerd op: 11 maart 2015.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl