Artikel 321Uitbreiding toepasselijke bepalingen
De artikelen 85 en 86 zijn van overeenkomstige toepassing.
Vierde afdeling. De voorzieningen na de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling en de taak van de bewindvoerder
Artikel 322Bewindvoerder geeft aan schuldeisers bij brieven kennis
De bewindvoerder geeft van de dagen, uur en plaats bedoeld in artikel 289 onverwijld aan alle bekende schuldeisers bij brieven kennis. Indien de schuldenaar een ontwerp van akkoord ter griffie heeft neergelegd, wordt daarvan eveneens melding gemaakt.
Artikel 323Bewindvoerder zorgt voor bewaring boedel
De bewindvoerder zorgt, dadelijk na zijn benoeming, door alle nodige en gepaste middelen voor de bewaring van de boedel. Tenzij de rechter-commissaris anders bepaalt, neemt de bewindvoerder de tot de boedel behorende bescheiden en andere gegevensdragers, gelden, kleinodiën, effecten en andere papieren van waarde tegen ontvangstbewijs onder zich, behoudens voorzover het beheer daarover op grond van een beslissing als bedoeld in artikel 296, derde lid, toekomt aan de schuldenaar.
Artikel 324Artikel 94
1.Artikel 94, eerste en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
2.Van de goederen bedoeld in artikel 295, vierde lid, wordt een staat aan de beschrijving gehecht.
3.De rechter-commissaris kan bepalen dat de bewindvoerder een staat opmaakt als bedoeld in artikel 96 ter vervanging van de staat bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder a.
Artikel 325Afschrift boedelbeschrijving ter inzage neergelegd
Een afschrift van de boedelbeschrijving en, indien toepassing is gegeven aan artikel 324, derde lid, van de staat in dat artikellid bedoeld, worden ter kosteloze inzage van een ieder neergelegd ter griffie van de rechtbank die de schuldsaneringsregeling van toepassing heeft verklaard.
De neerlegging geschiedt kosteloos.
Artikel 326
[Vervallen per 01-01-2008]
Artikel 327Artikelen 99, 102 tot en met 105 en 107
De artikelen 99 en 102 tot en met 105 en 107 zijn van overeenkomstige toepassing.
Vijfde afdeling. Verificatie van vorderingen
Artikel 328Verificatie vorderingen
1.Op de verificatie van vorderingen zijn de artikelen 110 tot en met 116, 119 tot en met 127 (in welk laatste artikel in de plaats van 108, 1°, wordt gelezen: 289, derde lid) en 129 tot en met 137 van overeenkomstige toepassing.
2.Renten, na de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling lopende ten aanzien van door pand of hypotheek gedekte vorderingen, worden pro memorie geverifieerd. Voorzover de renten op de opbrengst daarvan niet batig gerangschikt worden, kan de schuldeiser aan deze verificatie geen rechten ontlenen.
Artikel 328aVerificatievergadering
1.De rechter-commissaris kan de bewindvoerder verzoeken hem binnen acht dagen na dagtekening van het verzoek te melden of hij de verificatie van de vorderingen wenst voor te leggen aan de verificatievergadering. In het bevestigende geval stelt de rechter-commissaris dag, uur en plaats vast waarop de verificatievergadering zal worden gehouden en geeft de bewindvoerder hiervan onverwijld kennis aan alle bekende schuldeisers en de schuldenaar bij schriftelijke oproeping, tenzij de rechter-commissaris anders bepaalt.
2.Indien de bewindvoerder geen verificatievergadering wenst, kan de rechter-commissaris bepalen dat de verificatievergadering slechts pro forma gehouden zal worden op een door hem te bepalen dag en plaats en dat de vorderingen als geverifieerd zullen gelden zoals door de bewindvoerder in overeenstemming met de artikelen 112, 113 en 114 aangegeven, tenzij een schuldeiser binnen acht dagen na dagtekening van de in de tweede volzin bedoelde oproeping mededeling doet aan de rechtbank dat hij gebruik wenst te maken van zijn bevoegdheid als bedoeld in de artikelen 116, tweede zin, en 119, eerste lid. De bewindvoerder geeft van deze beschikking onmiddellijk kennis aan alle bekende schuldeisers en de schuldenaar bij schriftelijke oproeping, tenzij de rechter-commissaris anders bepaalt.
3.Ontvangt de rechtbank een mededeling van een of meer schuldeisers als bedoeld in het tweede lid, dan stelt de rechter-commissaris een dag, uur en plaats vast waarop de verificatievergadering zal worden gehouden. De bewindvoerder geeft hiervan onverwijld kennis aan alle bekende schuldeisers en de schuldenaar bij schriftelijke oproeping, tenzij de rechter-commissaris anders bepaalt.
4.In geval van het tweede lid ligt een afschrift van de lijsten als bedoeld in artikel 114 ter griffie van de rechtbank ter inzage gedurende acht dagen na dagtekening van de kennisgeving van de pro forma zitting dan wel, indien een verificatievergadering wordt gehouden, tot de dag van die vergadering.
5.Met ingang van de dag van de pro forma zitting, gelden de vorderingen als geverifieerd zoals door de bewindvoerder ingevolge artikel 112 vastgesteld.
Zesde afdeling. Het akkoord
Artikel 329Akkoord aanbieden
1.De schuldenaar is bevoegd ten aanzien van vorderingen waarvoor de schuldsaneringsregeling werkt aan de schuldeisers van die vorderingen een akkoord aan te bieden.
2.Het ontwerp van akkoord wordt ter griffie van de rechtbank neergelegd ter kosteloze inzage van een ieder. De neerlegging geschiedt kosteloos.
3.Aanbieding van een akkoord is ook toegelaten indien een akkoord eerder tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling is verworpen of de homologatie is geweigerd. De in de vorige volzin bedoelde bevoegdheid kan één keer worden uitgeoefend.
4.De rechter-commissaris stelt dadelijk na nederlegging van het akkoord dag, uur en plaats vast waarop over het aangeboden akkoord ten overstaan van hem zal worden geraadpleegd en beslist.
5.Indien er nog geen dag, uur en plaats voor een verificatievergadering is bepaald, stelt de rechter-commissaris deze vast overeenkomstig artikel 289, tweede tot en met vijfde lid. Over het akkoord wordt in de vergadering na afloop van de verificatie dadelijk geraadpleegd en beslist.
6.De bewindvoerder geeft van de nederlegging en, indien van toepassing, van de dag bedoeld in het vijfde lid, onverwijld schriftelijk kennis aan alle bekende schuldeisers. Indien het vijfde lid van toepassing is, doet de bewindvoerder tevens onverwijld aankondiging in de Staatscourant van de nederlegging en van de dag bedoeld in dat lid.
Artikel 330Ontwerp van akkoord vervalt
Het ontwerp van een akkoord vervalt:
a. indien de toepassing van de schuldsaneringsregeling niet wordt uitgesproken;
b. indien, voordat het vonnis van homologatie van het akkoord in kracht van gewijsde is gegaan, een rechterlijke uitspraak tot beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling in kracht van gewijsde gaat;
c. indien de toepassing van de schuldsaneringsregeling eindigt op grond van het bepaalde in artikel 312, tweede lid.
Artikel 331
[Vervallen per 01-01-2008]
Artikel 332Akkoord toelichten, verdedigen en wijzigen
1.De schuldenaar is ter vergadering bevoegd tot toelichting en verdediging van het akkoord op te treden en het, staande de raadpleging, te wijzigen.
2.Tot stemming over het akkoord zijn bevoegd de schuldeisers van vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsaneringsregeling werkt. Pandhouders, hypotheekhouders en schuldeisers als bedoeld in artikel 299b zijn tot stemmen bevoegd, indien zij vóór de aanvang van de stemming van hun recht van parate executie afstand doen. Zij herkrijgen dat recht niet, ongeacht of het akkoord wordt aanvaard, verworpen of overeenkomstig het vierde lid wordt vastgesteld.
3.Tot het aannemen van het akkoord wordt vereist:
a. de toestemming van de gewone meerderheid van de ter vergadering verschenen schuldeisers van erkende en voorwaardelijk toegelaten vorderingen waaraan voorrang is verbonden, welke tezamen ten minste de helft van het totale bedrag van hun vorderingen vertegenwoordigen; en
b. de toestemming van de gewone meerderheid van de ter vergadering verschenen erkende en voorwaardelijk toegelaten concurrente schuldeisers, welke tezamen ten minste de helft van het totale bedrag van hun vorderingen vertegenwoordigen.
4.In afwijking van het derde lid kan de rechter-commissaris op verzoek van de schuldenaar of de bewindvoerder bij gemotiveerde beschikking een aangeboden akkoord vaststellen als ware het aangenomen, indien:
a. drie vierde van de ter vergadering verschenen schuldeisers van erkende en voorwaardelijk toegelaten vorderingen waaraan voorrang is verbonden en drie vierde van de concurrente schuldeisers voor het akkoord hebben gestemd; en
b. de verwerping van het akkoord het gevolg is van het tegenstemmen van een of meer ter vergadering verschenen schuldeisers die, alle omstandigheden in aanmerking genomen en in het bijzonder het percentage dat die schuldeisers, zou de toepassing van de schuldsaneringsregeling worden voortgezet, naar verwachting aan betaling op hun vorderingen zullen ontvangen, in redelijkheid niet tot dit stemgedrag hebben kunnen komen.
5.Het proces-verbaal van de vergadering vermeldt de inhoud van het akkoord, de namen van de verschenen stemgerechtigde schuldeisers, de door ieder hunner uitgebrachte stem, de uitslag van de stemming en, indien toepassing is gegeven aan het vierde lid, de beschikking van de rechter-commissaris.
6.Artikel 149 is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 333
[Vervallen per 01-01-2008]
Artikel 333aUitbreiding reikwijdte van deze paragraaf
De bepalingen van deze paragraaf zijn van overeenkomstige toepassing in het geval dat een akkoord wordt aangeboden op de voet van artikel 34, eerste lid, van de verordening, genoemd in artikel 5, derde lid.
Artikel 334
[Vervallen per 01-01-2008]
Artikel 335Akkoord aangenomen of vastgesteld
1.Is een akkoord aangenomen of vastgesteld, dan bepaalt de rechter-commissaris vóór het sluiten van de verificatievergadering dag en tijd voor de terechtzitting waarop de rechtbank achtereenvolgens zal behandelen:
a. verzoekschriften, indien deze op de voet van artikel 149 zijn ingediend;
b. de homologatie van het akkoord, indien een akkoord is aangenomen of vastgesteld.
2.De terechtzitting zal gehouden worden ten minste acht en ten hoogste veertien dagen na de dag waarop de verificatievergadering heeft plaatsgevonden. Artikel 151 is van overeenkomstige toepassing.
3.Is een akkoord afgewezen, dan wordt de schuldsaneringregeling voortgezet, tenzij artikel 350 van toepassing is.
Artikel 336
[Vervallen per 01-01-2008]
Artikel 337Verslag uitgebracht door rechter-commissaris
1.Op de openbare terechtzitting, bepaald ingevolge artikel 335, eerste lid, wordt door de rechter-commissaris verslag uitgebracht.
2.Ieder van de schuldeisers ten aanzien van wier vorderingen de schuldsaneringsregeling werkt, kan in persoon, bij schriftelijk gemachtigde of bij advocaat de gronden uiteenzetten waarop hij de homologatie van een akkoord wenst of haar bestrijdt.
3.De schuldenaar is bevoegd tot verdediging van zijn belangen op te treden.
Artikel 338Rechtbank doet uitspraak
1.Op de dag van de terechtzitting bedoeld in artikel 337, of anders uiterlijk op de achtste dag daarna, doet de rechtbank uitspraak.
2.Zij zal, voorzover van toepassing, eerst bij met redenen omklede beschikking uitspraak doen op verzoekschriften als bedoeld in artikel 149 en tot homologatie van het akkoord dan wel tot weigering daarvan. Artikel 153, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
3.Indien de homologatie wordt geweigerd, kan de rechter de schuldenaar niet in staat van faillissement verklaren. De schuldsaneringsregeling wordt voortgezet, tenzij artikel 350 van toepassing is.
Artikel 339Weigering of verlening homologatie
1.Ten aanzien van de uitspraak tot weigering dan wel verlening van homologatie, zijn de artikelen 154, 155, eerste lid, en 156 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het recht van hoger beroep en cassatie slechts toekomt aan schuldeisers die op de terechtzitting bedoeld in artikel 337 zijn verschenen.
2.Op de behandeling van het hoger beroep zijn de artikelen 337, tweede en derde lid, en 338, eerste lid, van overeenkomstige toepassing.
3.Wordt de homologatie in hoger beroep of cassatie vernietigd, dan geeft de griffier van het rechtscollege daarvan onverwijld kennis aan de griffier van de rechtbank.
De faillissementswet is voor het laatst geactualiseerd op: 11 maart 2015.
De status van deze wet is: zeer goed.
Klik hier voor meer informatie.
Uwwet.nl