Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BM6036, Gerechtshof Leeuwarden , 200.031.521/01

Datum uitspraak: 25-05-2010
Inhoudsindicatie: Afwijzing verzoek verlening ontslag van instantie wegens strijd met goede procesorde. Art. 27 lid 2 Fw.





Uitspraak

Arrest d.d. 25 mei 2010
Zaaknummer 200.031.521/01

HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Nevenzittingsplaats Leeuwarden

Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van:

1. V.O.F. [appellante] & [appellante],
gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [appellant],
wonende te [woonplaats],
3. [appellante],
wonende te [woonplaats],
allen bij vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 10 november 2009 in staat van faillissement verklaard,
appellanten,
in eerste aanleg: gedaagden in conventie, eisers in voorwaardelijke reconventie,
hierna te noemen: [appellanten],
advocaat: voorheen mr. E .Doornbos, die zich aan de zaak heeft onttrokken,

tegen

[geïntimeerde],
gevestigd te [vestigingsplaats] (Duitsland),
geïntimeerde, in eerste aanleg: eiseres in conventie, verweerster in voorwaardelijke reconventie,
hierna te noemen: [geïntimeerde],
advocaat: mr. B.J. Groenhuijzen, kantoorhoudende te Rosmalen.

De inhoud van het in deze zaak op 2 juni 2009 door het hof gewezen tussenarrest wordt hier overgenomen.





Het verdere procesverloop
Ingevolge gemeld tussenarrest is op 6 juli 2009 een comparitie van partijen gehouden. Het proces-verbaal van de comparitie bevindt zich in afschrift bij de processtukken.
[appellanten] hebben op de rol van 18 augustus 2009 een memorie van grieven, tevens houdende akte wijziging van eis (met één productie), genomen.

De zaak is verwezen naar de rol van 24 november 2009 voor het nemen door [geïntimeerde] van de memorie van antwoord. [geïntimeerde] heeft op die rol geen memorie van antwoord genomen, maar verzocht de zaak te schorsen wegens het faillissement van [appellanten] De rolraadsheer heeft het verzoek om schorsing afgewezen, [geïntimeerde] ambtshalve akte niet-dienen verleend en de zaak verwezen naar de rol van 8 december 2009 voor het fourneren van de stukken.

[geïntimeerde] heeft op de rol van 8 december 2009 om pleidooi gevraagd, terwijl op diezelfde rol de advocaat van [appellanten] zich aan de zaak heeft onttrokken. Voor [appellanten] heeft zich nadien niet opnieuw een advocaat gesteld.

Als gevolg van het faillissement van [appellanten] heeft geen pleidooi plaatsgehad.
[geïntimeerde] is in de gelegenheid gesteld de curator op te roepen teneinde het geding over te nemen. [geïntimeerde] heeft op de rol van 9 februari 2010 een brief van de curator d.d. 29 januari 2010 overgelegd, waarin deze meedeelt te hebben besloten de procedure niet voort te zetten. Daarop heeft [geïntimeerde] ontslag van instantie verzocht.

Tot slot heeft [geïntimeerde] de stukken overgelegd voor het wijzen van arrest.





De beoordeling
1. Vooropgesteld wordt dat blijkens de memorie van grieven het hoger beroep zich richt tegen zowel de beslissing van de rechtbank op de vordering in conventie als tegen die op de vordering in (voorwaardelijke) reconventie.

2. [appellanten] zijn alle bij vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 10 november 2009 in staat van faillissement verklaard, met benoeming tot curator van mr. M.W.G. Versendaal, advocaat, kantoorhoudende te Dronten.

3. De gevolgen van het faillissement van [appellanten] voor het vervolg van de procedure worden geregeld in de artt. 27 en 29 Fw.
Het bepaalde in art. 27 Fw ziet op de situatie dat sprake is van een rechtsvordering die tijdens de faillietverklaring aanhangig is en door de schuldenaar is ingesteld, welke situatie zich voordoet met betrekking tot de oorspronkelijke (voorwaarde-lijke) reconventionele vordering van Venema.
Bij de oorspronkelijke conventionele vordering van [geïntimeerde] gaat het om een rechtsvordering ter voldoening van een verbintenis uit de boedel, waarop het regime van artikel 29 Fw van toepassing is.

4. De curator, door [geïntimeerde] op de voet van het bepaalde in art. 27 lid 1 Fw in het geding geroepen, heeft te kennen gegeven dat hij het geding niet overneemt. [geïntimeerde] heeft daarop ontslag van instantie verzocht, waartoe art. 27 lid 2 Fw de mogelijkheid biedt.

5. Art 27 lid 2 Fw dwingt niet tot toewijzing van een verzoek tot verlening van ontslag van de instantie. Onder omstandigheden mag de rechter het verzoek afwijzen. Een dusdanige omstandigheid doet zich voor indien de vorderingen in conventie en in reconventie zodanig verweven zijn dat de band tussen beide vorderingen niet zonder noodzaak dient te worden verbroken. In dergelijke gevallen zal toewijzing van het verzoek in strijd kunnen komen met de eisen van een goede procesorde (HR 22 november 1991, NJ 1992, 765; HR 11 januari 2002, NJ 2003, 311; HR 23 september 2005, NJ 2005, 488).

6. [geïntimeerde] heeft in conventie - naast de ontbinding van de huurovereenkomst - veroordeling gevorderd van [appellanten] tot betaling van achterstallige huur. [appellanten] hebben tegen de vordering het verweer gevoerd dat zij een tegenvordering hebben op [geïntimeerde] wegens tekortschieten in de nakoming van haar verplichtingen als verhuurster, op grond waarvan [appellanten] zich beroepen op verrekening. De vordering in (voorwaardelijke) reconventie van [appellanten] ziet op het geval dat het beroep op verrekening wordt afgewezen.

6.1 Naar het oordeel van het hof bestaat daarom tussen de in conventie en in (voorwaardelijke) reconventie ingestelde vorderingen een zodanige samenhang dat het verzoek tot ontslag van de instantie in strijd met de goede procesorde moet worden geacht. De aard van de vorderingen brengt immers met zich dat vermeden dient te worden dat op beide vorderingen afzonderlijk wordt beslist.

6.2 Het verzoek om verlening van ontslag van de instantie zal dan ook worden afgewezen.

7. Het geding zal op de voet van het bepaalde in de artt. 27 lid 1 en 29 lid 1 Fw worden geschorst.





De beslissing
Het gerechtshof:
wijst het verzoek om het verlenen van ontslag van instantie af;
verstaat dat het geding is geschorst.





Aldus gewezen door mrs. Mollema, voorzitter, Kuiper en De Hek, raden, en uitgesproken door de rolraadsheer ter openbare terechtzitting van dit hof van dinsdag 25 mei 2010 in het bijzijn van de griffier.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl