- rechtspraak
Datum uitspraak: 21-05-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Het verzoek tot het opleggen van deze schuldregeling aan [schuldeiser] dient te worden toegewezen indien [schuldeiser] in redelijkheid niet tot weigering van instemming met deze schuldregeling heeft kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat zij heeft bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van [schuldenaar] of van de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad. Blijkens de wetsgeschiedenis (MvT Kamerstukken II 2004/05 nr. 3 p. 18) bij de totstandkoming van artikel 287a Fw. kan een groot aantal toetsingscriteria van belang zijn bij de beantwoording van deze vraag.
Allereerst is de vraag of het voorstel goed is gedocumenteerd en of voldoende duidelijk is dat het bod het uiterste is waartoe [schuldenaar] in staat moet worden geacht.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl