Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Algemene wet bestuursrecht
artikel 3a

Onderwerp:

Datum uitspraak: 26-10-2009
Inhoudsindicatie: Niet-ontvankelijk in verzoek tot toepassing WSNP in verband met een niet tijdig gedaan verzoek. Verzoekster vraagt op grond van art 15 b Fw alsnog om toelating. Art 15b Fw is niet van toepassing aangezien verzoekster niet failliet is.



De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Ingevolge artikel 3 Faillissementswet (Fw) geeft de griffier indien het faillissement van een natuurlijke persoon wordt verzocht, deze natuurlijke persoon bij brief kennis dat zij binnen veertien dagen na de dag van de verzending van die brief een verzoekschrift als bedoeld in art. 284 Fw kan indienen. De behandeling van het verzoek tot faillietverklaring wordt geschorst totdat deze veertien dagen haar verstreken. Indien een verzoek tot faillietverklaring en een verzoek tot het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling gelijktijdig aanhangig haar, komt het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling het eerst in behandeling (art.3a lid1 Fw). De behandeling van het verzoek tot faillietverklaring wordt geschorst totdat bij in kracht van gewijsde gedane uitspraak is beslist op het verzoek tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling (art. 3a lid 2 Fw). 

Ingevolge art. 15b Fw kan een gefailleerde de rechtbank verzoeken haar faillissement op te heffen onder het gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling.

In art. 15b Fw wordt, anders dan in art 3 Fw, aan de rechtbank ter beoordeling voorgelegd de vraag of redelijkerwijs geoordeeld kan worden dat de schuldenares wegens haar toe te rekenen omstandigheden niet binnen de in art. 3 lid 1 genoemde termijn het verzoekschrift tot toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft ingediend. De toets van de verschoonbare termijnoverschrijding komt in art. 3 Fw niet voor. Het staat de rechtbank dan ook niet vrij deze toets wel aan te leggen. Indien verzoekster failliet wordt verklaard, zal de rechtbank, indien verzoekster opheffing van haar faillissement onder het gelijktijdig uitspreken van het faillissement vraagt, deze toets wel moeten aanleggen. 

Gelet op de wettelijke bepalingen zal verzoekster in haar verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling niet ontvankelijk worden verklaard wegens het overschrijden van de in art. 3 Fw genoemde termijn. Ingevolge artikel 360 Fw staat tegen beslissingen van de rechter ingevolge de bepalingen van titel III van de faillissementswet staat geen hogere voorziening open behalve in de gevallen waarin het tegendeel is bepaald. Nu niet is bepaald dat tegen het niet ontvankelijk verklaren van een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling hoger beroep openstaat zal deze uitspraak dadelijk in kracht van gewijsde gaan en kan het verzoek tot faillietverklaring worden behandeld. 


Klik hier voor de hele uitspraak.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl