Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Gerechtsdeurwaarderswet
<     Naar vorige pagina                                                       Naar inhoudsopgave     >



Hoofdstuk VI. De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders

Paragraaf 1. De organisatie van de KBvG

Artikel 56Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders

De Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders is een openbaar lichaam in de zin van artikel 134 van de Grondwet. Alle in Nederland gevestigde gerechtsdeurwaarders, waarnemend gerechtsdeurwaarders , toegevoegd gerechtsdeurwaarders, kandidaat-gerechtsdeurwaarders en degenen die zijn toegevoegd in het kader van de stageverplichting bij de in artikel 25, eerste lid, bedoelde opleiding zijn leden van de KBvG. De KBvG is gevestigd te ’s-Gravenhage.



Artikel 57Bevordering van een goede beroepsuitoefening

1 De KBvG heeft tot taak de bevordering van een goede beroepsuitoefening door de leden en van hun vakbekwaamheid.

2 Bij verordening worden beroeps- en gedragsregels van de leden van de KBvG vastgesteld. Tevens kunnen bij verordening regels worden gesteld betreffende de bevordering van de vakbekwaamheid van de leden en de kwaliteit van de beroepsuitoefening.

3 Bij verordening worden regels gesteld betreffende de inrichting van een algemene klachten- en geschillenregeling voor gerechtsdeurwaarders, waaronder de instelling van een geschillencommissie.



Artikel 57aUitvoeren kwaliteitstoetsen

1 De KBvG is verantwoordelijk voor het uitvoeren van kwaliteitstoetsen bij haar leden. De kwaliteitstoetsen worden verricht door deskundigen die zijn aangewezen door het bestuur van de KBvG.

2 Op het verrichten van de kwaliteitstoetsen en de krachtens het eerste lid aangewezen personen, zijn de artikelen 5:12, 5:13, 5:14, 5:15, eerste en derde lid, 5:16, 5:17, 5:18 en 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

3 Bij verordening worden nadere regels gesteld betreffende het verrichten van de kwaliteitstoetsen.



Artikel 58Bestuur, ledenraad, algemene ledenvergadering

De KBvG heeft een bestuur, een ledenraad en een algemene ledenvergadering.



Artikel 59Bijstand bestuur

De KBvG houdt een bureau in stand, dat het bestuur bijstaat in de uitoefening van zijn taken.



Paragraaf 2. Het bestuur van de KBvG

Artikel 60Taken bestuur

1 Het bestuur is belast met de algemene leiding van de KBvG en met de uitoefening van haar in artikel 57 omschreven taken, alsmede met het beheer en de beschikking over haar vermogen. Het geeft voorts algemene leiding aan het bureau van de KBvG en regelt zijn werkzaamheid.

2 De medewerkers van het bureau worden aangesteld op een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.

3 Het bestuur kan nadere regels stellen betreffende zijn werkwijze en die van het bureau.

4 Het bestuur stelt jaarlijks een verslag op over zijn werkzaamheden ten behoeve van de algemene ledenvergadering en zendt dit om advies aan de ledenraad. Het brengt het verslag ter kennis van Onze Minister.

5 Het bestuur stelt jaarlijks een verantwoording op van zijn financieel beleid alsmede een begroting voor het komende boekjaar, met toelichting, en zendt deze stukken om advies aan de ledenraad.



Artikel 61Oneven aantal van ten minste zeven leden

1 Het bestuur bestaat uit een oneven aantal van ten minste vijf leden. De samenstelling van het bestuur weerspiegelt zoveel mogelijk de verhouding binnen de algemene ledenvergadering tussen gerechtsdeurwaarders en toegevoegd gerechtsdeurwaarders of kandidaat-gerechtsdeurwaarders. De voorzitter en zijn plaatsvervanger zijn gerechtsdeurwaarders.

2 De leden worden benoemd voor een termijn van drie jaren en kunnen na aftreden terstond voor eenzelfde termijn eenmaal worden herbenoemd.

3 Het bestuur vertegenwoordigt de KBvG. Daartoe zijn ook gezamenlijk bevoegd de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter en een van de andere leden van het bestuur.



Artikel 62Belast met leiding

De voorzitter van het bestuur van de KBvG is in die hoedanigheid belast met de leiding van de vergadering van de algemene ledenvergadering.



Paragraaf 3. De ledenraad

Artikel 63Ledenraad bestaat uit dertig leden

1 De ledenraad bestaat uit vijftien leden. De gekozen leden vormen een afspiegeling van de binnen de beroepsgroep bestaande verhouding tussen gerechtsdeurwaarders en toegevoegd gerechtsdeurwaarders of kandidaat-gerechtsdeurwaarders. Ieder lid heeft een plaatsvervanger.

2 De gewone leden en hun plaatsvervangers worden door de algemene ledenvergadering gekozen voor een termijn van drie jaren en zij zijn herkiesbaar.



Artikel 64Zorg voor vaststelling algemene beleid

De ledenraad heeft de zorg voor de vaststelling van het algemene beleid van de KBvG en treedt daartoe zonodig in overleg met het bestuur. Het bestuur stelt de ledenraad desgevraagd of eigener beweging in kennis van alle gegevens die voor het algemeen beleid van de KBvG van belang kunnen zijn, in het bijzonder gegevens betreffende zaken die het bestuur in uitvoering of behandeling heeft of die het in voorbereiding of onderzoek heeft genomen. De ledenraad is bevoegd het bestuur te allen tijde inlichtingen te vragen of onderzoek op te dragen betreffende onderwerpen die voor de bepaling van het beleid der KBvG van belang kunnen zijn.



Artikel 65Vaststellen van verordeningen

De ledenraad is belast met het vaststellen van verordeningen van de KBvG.



Artikel 66Overleg over de voorstellen

De ledenraad overlegt met het bestuur over de voorstellen van verordeningen van de KBvG, na daarover het advies van de algemene ledenvergadering te hebben ingewonnen.



Artikel 67Ledenraad benoemt het bestuur

1.De ledenraad benoemt het bestuur van de KBvG en kan, met inachtneming van artikel 61, het aantal der leden daarvan bepalen. De ledenraad benoemt de voorzitter en zijn plaatsvervanger uit de leden van het bestuur voor een termijn van drie jaren.

2.Het lidmaatschap van het bestuur is niet verenigbaar met het lidmaatschap van de ledenraad.

3.De ledenraad kan nadere regels vaststellen betreffende de benoeming en het aftreden van de leden van het bestuur.



Artikel 68Ledenraad oefent toezicht uit

De ledenraad oefent toezicht uit op het bestuur en hij kan de leden daarvan in hun functie schorsen of ontslaan, indien hij het vertrouwen in hun wijze van taakvervulling heeft verloren of wegens andere gegronde redenen.



Artikel 69Ledenraad brengt advies uit

De ledenraad brengt aan de jaarlijkse algemene ledenvergadering advies uit over het verslag van de werkzaamheden van het bestuur alsmede over de verantwoording van het financieel beleid, de ontwerp-begroting van de KBvG voor het komende jaar en de daarbij behorende toelichtingen, na deze stukken te hebben onderzocht.



Artikel 70Leden kunnen worden geschorst of ontslagen

De leden van de ledenraad kunnen door de algemene vergadering worden geschorst of ontslagen, indien zij het vertrouwen in hun wijze van taakvervulling heeft verloren of wegens andere gegronde redenen.



Artikel 71Beraadslagen over stukken

Het bestuur van de KBvG roept de ledenraad tenminste een maal per jaar bijeen om te beraadslagen over de in artikel 69 bedoelde stukken. Andere vergaderingen worden bijeen geroepen zo dikwijls als het bestuur zulks nodig acht en voorts indien ten minste zes leden van de raad het bestuur schriftelijk daarom verzoeken, met opgave van de te behandelen onderwerpen.



Artikel 72Vergaderingen zijn openbaar

De vergaderingen van de ledenraad zijn openbaar. Er wordt met gesloten deuren vergaderd indien de voorzitter, de aard van het te behandelen onderwerp in aanmerking genomen, zulks nodig oordeelt of indien ten minste acht leden van de raad daarom verzoeken. De leden van het bestuur van de KBvG, de directeur van het bureau van de KBvG en de secretarissen kunnen de besloten vergaderingen bijwonen, tenzij de ledenraad anders beslist. Over de toelating van andere personen beslist de ledenraad. Van de besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag gemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de ledenraad anders beslist.



Artikel 73Nadere regels stellen

1.Bij verordening worden nadere regels gesteld betreffende de benoeming en het aftreden van de leden, en voorts betreffende zijn werkzaamheid, de wijze van vergaderen, de besluitvorming en de wijze waarop in de vergadering wordt gestemd, alsmede de wijze waarop aan de leden van de KBvG kennis wordt gegeven van zijn besluiten.

2.Bij verordening kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de inrichting van de KBvG.



Paragraaf 4. De algemene ledenvergadering

Artikel 74Bijeenroepen algemene ledenvergadering

Het bestuur van de KBvG roept jaarlijks een algemene ledenvergadering bijeen. Buitengewone ledenvergaderingen worden bijeengeroepen zo dikwijls het bestuur zulks nodig acht en voorts indien de ledenraad of tenminste vijfentwintig leden van de KBvG het bestuur schriftelijk daarom verzoeken met opgave van de te behandelen onderwerpen.



Artikel 75Vergadering is openbaar

De vergadering van de algemene ledenvergadering is openbaar. Er wordt met gesloten deuren vergaderd indien de voorzitter, de aard van het te behandelen onderwerp in aanmerking genomen, zulks nodig oordeelt of indien tenminste twintig aanwezige leden daarom verzoeken. De leden van het bestuur, de directeur van het bureau van de KBvG en de secretarissen wonen de besloten vergadering bij, tenzij de vergadering anders beslist. Over de toelating van andere personen beslist de vergadering. Van de besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag gemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de vergadering anders beslist.



Artikel 76Verslag van de werkzaamheden

De algemene ledenvergadering beraadslaagt en beslist zonodig over het verslag van de werkzaamheden van het bestuur van de KBvG, alsmede over de financiële verantwoording, het verslag van de accountant, bedoeld in artikel 79, tweede lid, de ontwerp-begroting voor het komende jaar en de daarbij behorende toelichtingen alsmede de over deze stukken door de ledenraad uitgebrachte adviezen.



Artikel 77Nadere regels

Op voorstel van het bestuur van de KBvG stelt de algemene ledenvergadering nadere regels vast betreffende haar werkwijze, de wijze van vergaderen, de besluitvorming en de wijze waarop in de vergaderingen wordt gestemd, de wijze waarop te behandelen stukken of onderwerpen ter kennis worden gebracht van de leden, alsmede de wijze waarop haar besluiten aan de leden van de KBvG ter kennis worden gebracht.



Paragraaf 5. De geldmiddelen van de KBvG

Artikel 78KBvG draagt alle kosten

1 De KBvG draagt alle kosten die uit de uitvoering van de haar door deze wet opgedragen taken voortvloeien. De kosten die samenhangen met de uitoefening van het bij of krachtens deze wet geregelde toezicht en de tuchtrechtspaak die ten laste komen van de Staat worden door de KBvG vergoed aan de Staat. De KBvG vergoedt eveneens de kosten die samenhangen met de uitoefening van de bij of krachtens deze wet geregelde tuchtrechtspraak en ten laste komen van de Staat. Ter dekking van deze kosten kan zij van de leden jaarlijks bijdragen heffen. De algemene ledenvergadering stelt, op voorstel van het bestuur, de hoogte van de bijdragen voor het boekjaar vast. Het bedrag daarvan kan voor verschillende categorieën van leden verschillend zijn.

2 Bij verordening kunnen regels worden gesteld over de doorberekening van de kosten die de KBvG maakt in verband met de uitoefening van toezicht en tuchtrechtspraak aan haar leden.



Artikel 79Boekjaar KBvG vastgesteld door het bestuur

1 Het boekjaar van de KBvG wordt vastgesteld door het bestuur. Vóór de aanvang van het boekjaar stelt de algemene ledenvergadering de begroting vast. Het bestuur dient daartoe een ontwerpbegroting in, vergezeld van de nodige toelichting en een advies van de ledenraad. Het ontwerp wordt door het bestuur, ten minste twee weken vóór de behandeling daarvan door de algemene ledenvergadering, op elektronische wijze bekendgemaakt.

2 Het bestuur wijst telkens voor elk boekjaar een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek aan die is belast met de controle op de financiële verantwoording, bestaande uit een balans, een staat van baten en lasten en een toelichting. Deze brengt binnen drie maanden na afloop van het boekjaar daarover verslag uit aan het bestuur.

3 Binnen acht maanden na de afloop van het boekjaar legt het bestuur de financiële verantwoording met het daarover door de accountant uitgebrachte verslag aan de ledenraad over. De ledenraad brengt na onderzoek van deze stukken daarover verslag uit aan de algemene ledenvergadering.

4 De vaststelling van de financiële verantwoording door de algemene ledenvergadering houdt tevens in décharge van het bestuur terzake.



Paragraaf 6. De verordeningen en andere besluiten van de KBvG

Artikel 80Vaststellen verordeningen

1.Verordeningen worden slechts vastgesteld met betrekking tot onderwerpen waarvan deze wet regeling of nadere regeling bij verordening voorschrijft.

2.Verordeningen bevatten geen verplichtingen of voorschriften die niet strikt noodzakelijk zijn voor verwezenlijking van het doel dat met de verordening wordt beoogd en beperken niet onnodig de marktwerking.

3.Voorstellen van verordeningen worden aan de ledenraad gedaan door het bestuur of door ten minste vijf leden van de ledenraad. Alvorens een ontwerp-verordening bij de ledenraad in te dienen kan het bestuur de kamer voor gerechtsdeurwaarders uitnodigen haar oordeel kenbaar te maken.

4.De verordeningen van de KBvG zijn slechts verbindend voor haar leden en haar organen.

5.Een verordening kan aan het bestuur van de KBvG de bevoegdheid toekennen tot het geven van nadere regels betreffende het in de verordening behandelde onderwerp.



Artikel 81Voorstel met een toelichting ter kennis gebracht

Het voorstel van een verordening, wordt met een toelichting ten minste twee maanden vóór de dag waarop de ledenraad daarover beraadslaagt ter kennis gebracht van de leden van de KBvG. De algemene ledenvergadering brengt haar advies omtrent het voorstel ten minste drie weken vóór de dag waarop daarover wordt beraadslaagd ter kennis van de ledenraad.



Artikel 82Verordening behoeft goedkeuring Onze Minister

1.Een verordening behoeft de goedkeuring van Onze Minister. De goedkeuring kan worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen belang.

2.Een verordening wordt, nadat zij is goedgekeurd, door de zorg van het bestuur van de KBvG bekend gemaakt door plaatsing in de Staatscourant. De verordening verbindt niet dan nadat zij is bekend gemaakt. Zij treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede maand na die van de dag van de bekendmaking of zoveel eerder als zij zelf bepaalt, met dien verstande dat tussen de dag van de bekendmaking en die van de inwerkingtreding ten minste een termijn van tien dagen moet liggen.



Artikel 83Besluiten kunnen worden vernietigd

Besluiten van de ledenraad, van het bestuur of van andere organen van de KBvG, niet zijnde een verordening die op grond van artikel 82 rechtsgeldig tot stand is gekomen, kunnen bij koninklijk besluit worden vernietigd. Onverminderd artikel 10:39 van de Algemene wet bestuursrecht kan een besluit niet worden vernietigd, indien zes maanden zijn verstreken nadat het is bekend gemaakt.



Paragraaf 7. Overige bepalingen

Artikel 84KBvG verstrekt inlichtingen

De KBvG verstrekt desgevraagd aan Onze Minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. Onze Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.



Artikel 85Verslag over doeltreffendheid en doelmatigheid

Onze Minister zendt binnen vijf jaren na de inwerkingtreding van deze wet en vervolgens telkens na vier jaren aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van de KBvG.



Hoofdstuk VII. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 86

1.[Wijzigt de Wet op de samenstelling van de burgerlijke gerechten.]

2.Aanstellingen tot gerechtsdeurwaarder, benoemingen tot waarnemend gerechtsdeurwaarder alsmede goedkeuringen van een aanwijzing tot toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder, gedaan ingevolge het in het eerste lid bedoelde artikel, worden beschouwd als onderscheidenlijk benoemingen en goedkeuringen gedaan ingevolge deze wet.



Artikel 87

1.[Wijzigt de Wet tarieven in burgerlijke zaken.]

2.Het bij of krachtens die titel bepaalde blijft echter van toepassing met betrekking tot de vergoeding van ambtshandelingen welke voordien zijn verricht.



Artikel 88

[Wijzigt de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. ]



Artikel 89

[Wijzigt het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.]



Artikel 90

[Wijzigt het Wetboek van Strafrecht.]



Artikel 91

[Wijzigt de Ambtenarenwet.]



Artikel 92Mogelijkheid van ontslag

Onverminderd de mogelijkheid van ontslag om andere redenen worden gerechtsdeurwaarders die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet zijn benoemd, in afwijking van artikel 52, eerste lid, zoals dat luidde op het moment waarop het in werking trad, gedurende tien jaren na inwerkingtreding van deze wet van rechtswege ontslag verleend op de eerste dag van de maand volgend op die waarin zij de leeftijd van 70 jaren hebben bereikt.



Artikel 93Vereniging wordt van rechtswege ontbonden

1.De vereniging genaamd Koninklijke Vereniging van Gerechtsdeurwaarders en gevestigd te Amsterdam wordt van rechtswege ontbonden op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet en wordt van rechtswege onder algemene titel opgevolgd door de KBvG. Het bestuur van de KBvG is bevoegd tot het nemen van alle maatregelen en beslissingen die uit de rechtsopvolging voortvloeien.

2.Onze Minister wijst, na daarover het gevoelen van de Koninklijke Vereniging van Gerechtsdeurwaarders te hebben ingewonnen, de personen aan die na de inwerkingtreding van de wet als voorzitter of als lid zitting hebben in het bestuur van de KBvG en de ledenraad voor een termijn van ten hoogste negentig dagen. Binnen die termijn geeft de ledenraad uitvoering aan artikel 67, eerste lid, en geeft de algemene ledenvergadering uitvoering aan artikel 63, tweede lid.



Artikel 94Verordeningen als ministeriële regeling vaststellen

Onze Minister kan de verordeningen als bedoeld in de artikelen 17, vijfde lid, 57, tweede lid, en 73, voor de eerste maal als ministeriële regeling vaststellen, voor zover deze, naar het oordeel van Onze Minister, op de datum van inwerkingtreding van deze artikelen, in werking dienen te treden. Zij blijven, behoudens eerdere intrekking door Onze Minister, van kracht totdat zij bij verordening zijn ingetrokken en vervangen.



Artikel 95

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende onderdelen en artikelen verschillend kan zijn.



Artikel 96Gerechtsdeurwaarderswet

Deze wet wordt aangehaald als: Gerechtsdeurwaarderswet.

-

De gerechtsdeur-
waarderswet is voor het laatst geactualiseerd op: 10 april 2018.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar vorige pagina                                                       Naar inhoudsopgave     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl