Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

Datum uitspraak: 31-08-2010



De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Artikel 39 lid 4 van de Gerechtsdeurwaarderswet, hierna: Gdw, bepaalt dat tegen die beslissing op het verzet voor de klager geen rechtsmiddel openstaat.

Artikel 39
1. De voorzitter kan zonder nader onderzoek door de kamer voor gerechtsdeurwaarders kennelijk niet-ontvankelijke en kennelijk ongegronde klachten alsmede klachten die naar zijn oordeel van onvoldoende gewicht zijn, bij met redenen omklede beschikking afwijzen. Van de beschikking van de voorzitter doet de secretaris onverwijld mededeling aan de klager en aan de betrokken gerechtsdeurwaarder. (…)
2. Tegen de beschikking van de voorzitter tot afwijzing van een klacht kan de klager binnen veertien dagen na verzending van de kennisgeving schriftelijk verzet doen bij de kamer voor gerechtsdeurwaarders.
3. Ten gevolge van het verzet vervalt de beschikking, tenzij de kamer voor gerechtsdeurwaarders het verzet niet-ontvankelijk of ongegrond verklaart. De kamer voor gerechtsdeurwaarders kan het verzet niet niet-ontvankelijk of ongegrond verklaren dan na de klager en, zo nodig, de betrokken gerechtsdeurwaarder in de gelegenheid te hebben gesteld te worden gehoord.
4. (…)

Artikel 40
1. Indien artikel 39, eerste lid, geen toepassing vindt of het verzet gegrond is verklaard, zendt de griffier zo spoedig mogelijk een afschrift van het klaagschrift en de daarbij gevoegde bescheiden aan de betrokken gerechtsdeurwaarder.
2. Binnen een maand na dagtekening van de verzending van de in het eerste lid bedoelde bescheiden kan de betrokken gerechtsdeurwaarder een verweerschrift indienen; (…)
3. (…)

Uit de wettekst en de parlementaire geschiedenis van deze wetsartikelen volgt dat de wetgever het uitgangspunt hanteert dat de voorzitter zonder nader onderzoek klachten kan afdoen (Tweede Kamer, vergaderjaar 1991-1992, 22 775, nr. 3, blz. 12 en 24). Voor deze procedure is gekozen uit een oogpunt van voorkomen van een te grote werklast van de kamer voor gerechtsdeurwaarders. De wetgever gaat er daarbij, gelet op de tekst van de hiervoor geciteerde bepalingen, vanuit dat de gerechtsdeurwaarder het klaagschrift ontvangt als: 1. de klacht door de voorzitter niet kennelijk ongegrond of kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard of 2. het door de klager tegen de beslissing van de voorzitter ingestelde verzet door de kamer gegrond is verklaard.

Uit de verdere parlementaire geschiedenis blijkt voorts het volgende. Op vragen uit de Tweede Kamer antwoordde de regering als volgt (Tweede Kamer, vergaderjaar 1993-1994, 22 775, nr. 5, blz. 19):

De procedure, neergelegd in artikel 31 (thans: artikel 39 – opmerking hof) van het wetsvoorstel, gaat ervan uit dat de voorzitter van de kamer voor gerechtsdeurwaarders bij wijze van versnelde behandeling de klachten zonder nader onderzoek kennelijk niet-ontvankelijk of ongegrond kan verklaren. De term “zonder nader onderzoek” impliceert dat na enig onderzoek de voorzitter, indien voldoende overtuigd, tot deze uitspraak kan komen. Hij is niet wettelijk gehouden de belanghebbenden eerst te horen, hoewel dit wel onderdeel kan vormen van het zekere onderzoek dat aan deze uitspraak altijd vooraf zal gaan.

Naar het oordeel van het hof is het op grond van voormelde uitgangspunten van de wetgever aan de voorzitter toegestaan om de gerechtsdeurwaarder eerst te laten reageren op de tegen hem ingediende klacht, alvorens zelf tot een beslissing te komen.
Dit oordeel sluit aan bij soortgelijke tuchtrechtelijke regelingen, die wettelijk zijn vastgelegd, zoals artikel 99 van de Wet op het Notarisambt, artikel 46d en 46g van de Advocatenwet en artikel 39 van de Wet tuchtrechtspraak accountants, alsmede de parlementaire geschiedenis bij deze artikelen.
De door de kamer gehanteerde werkwijze is dus niet in strijd met de artikelen 39 en 40 Gdw.




Klik hier voor de hele uitspraak.

-
-
WWW.UWWET.nl
2010. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl