Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Handelsregisterwet 2007
<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >



§ 4.3. Derdenwerking

Artikel 25Geen beroep tegenover derden bij ontbreken gegevens

1. Op een feit dat door inschrijving of deponering moet worden bekendgemaakt, kan tegenover derden die daarvan onkundig waren geen beroep worden gedaan zolang de inschrijving of deponering en, voor zover van toepassing, de in artikel 24 bedoelde mededeling niet hebben plaatsgevonden.

2. Indien de derde aantoont dat hij onmogelijk kennis heeft kunnen nemen van een mededeling als bedoeld in artikel 24 kan hij zich erop beroepen dat hij van het bekendgemaakte feit onkundig was, mits dit beroep betrekking heeft op hetgeen heeft plaatsgevonden binnen vijftien dagen nadat de mededeling was geschied. De Algemene Termijnenwet is op deze termijn niet van toepassing.

3. Degene aan wie een onderneming toebehoort, de ingeschreven rechtspersoon of degene die enig feit heeft opgegeven of verplicht is enig feit op te geven, kan aan derden die daarvan onkundig waren niet de onjuistheid of onvolledigheid van de inschrijving of van de in artikel 24 bedoelde mededeling tegenwerpen. Met de inschrijving wordt de deponering van bescheiden gelijkgesteld.

4. Dit artikel is niet van toepassing ten aanzien van: a. artikel 811, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;
b. opgaven betreffende aangelegenheden die ingevolge enig wettelijk voorschrift – niet zijnde Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, verordening 2137/85 of verordening 2157/2001 – ook op andere wijze worden bekend gemaakt;
c. de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen gegevens.



Artikel 26Mededeling aan Bureau voor officiële publicaties

De Kamer draagt zorg voor mededeling aan het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen als bedoeld in artikel 39, tweede lid, van verordening 2137/85 en artikel 14, derde lid, van verordening 2157/2001.



§ 4.4. Verplichte vermelding nummer

Artikel 27Vermelding nummer van onderneming of rechtspersoon

1. De volgende in het handelsregister ingeschreven ondernemingen of rechtspersonen zorgen ervoor dat op alle van die onderneming of die rechtspersoon uitgaande brieven, orders, facturen, offertes en andere aankondigingen, met uitzondering van reclames, is vermeld onder welk nummer deze in het handelsregister is ingeschreven:
a. de in artikel 5 en 6, eerste lid, onderdeel a, genoemde ondernemingen en rechtspersonen;
b. de in artikel 6, eerste lid, onderdeel b, genoemde rechtspersonen, tenzij stukken uitgaan van een rechtspersoon waaraan geen onderneming toebehoort.

2. Het in het eerste lid bedoelde nummer is het nummer, bedoeld in artikel 9, onderdeel a, of in artikel 13, onderdeel a.

3. Bij ministeriële regeling kan vrijstelling worden verleend van het in het eerste lid bepaalde. Een vrijstelling kan niet worden verleend:
a. aan Europese economische samenwerkingsverbanden;
b. voor zover het betreft brieven en orders, aan naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en Europese naamloze vennootschappen.



Hoofdstuk 5. Verstrekking van gegevens aan bestuursorganen en gebruik van gegevens door bestuursorganen

§ 5.1. Verstrekking aan bestuursorganen


Artikel 28Bestuursorgaan kan gegevens inzien

1 De in artikel 10, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, onderdeel e, onder 1°, eerste gedachtestreepje, en artikel 16, eerste lid, genoemde gegevens kunnen door een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht worden ingezien.

2 Artikel 22 is van overeenkomstige toepassing op verstrekking van gegevens als bedoeld in het eerste lid.

3 Bij het verstrekken van gegevens omtrent de samenstelling van ondernemingen en rechtspersonen aan een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht of rechtspersoon met een overheidstaak als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur worden deze gegevens uitsluitend gerangschikt naar natuurlijke personen indien het verzoek daartoe wordt gedaan door:
a. Onze Minister van Veiligheid en Justitie ten behoeve van de taak, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet controle op rechtspersonen of ten behoeve van de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000;
b. een officier van justitie ten behoeve van de opsporing van strafbare feiten;
c. de rijksbelastingdienst voor de uitvoering van zijn taken;
d. het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of de Sociale verzekeringsbank, bedoeld in de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, of Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor de uitvoering van hun bij of krachtens wet opgedragen taken;
e. burgemeesters en wethouders voor de uitvoering van de Wet gemeentelijke schulphulpverlening, Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
f. het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur ten behoeve van het geven van een advies als bedoeld in artikel 9 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur en een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht of rechtspersoon met een overheidstaak als bedoeld in artikel 1, onder a, van die wet, in het geval waarin hij bevoegd is tot toepassing van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;
g. de Autoriteit Consument en Markt voor de uitvoering van haar taken;
h. de raad van bestuur van de Autoriteit Financiële Markten voor de uitvoering van zijn taken;
i. [Red: vervallen;]
j. [Red: vervallen;]
k. Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de colleges van burgemeester en wethouders voor hun taak, bedoeld in artikel 1.47a van de Wet kinderopvang.



Artikel 29
Vervallen




§ 5.2. Gebruik door bestuursorganen

Artikel 30Informatie nodig over onderneming of rechtspersoon

1. Een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht dat bij de vervulling van zijn taak informatie over een onderneming of rechtspersoon nodig heeft die in de vorm van een authentiek gegeven beschikbaar is in het handelsregister, gebruikt voor die informatie dat gegeven.

2. Het eerste lid is niet van toepassing indien:
a. in het handelsregister is opgenomen dat een gegeven in onderzoek is;
b. het bestuursorgaan een melding doet als bedoeld in artikel 32, eerste lid;
c. bij wettelijk voorschrift anders is bepaald;
d. een goede vervulling van de taak van het bestuursorgaan door de onverkorte toepassing van het eerste lid wordt belet.



§ 5.3. Eenmalige gegevensverstrekking

Artikel 31Onderneming of rechtspersoon inzake meedelen gegevens

Een onderneming of rechtspersoon aan wie door een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht een gegeven wordt gevraagd, waarop artikel 30, eerste lid, van toepassing is, behoeft dat gegeven niet mede te delen, behoudens voor zover het gegeven noodzakelijk wordt geacht voor een deugdelijke vaststelling van de identiteit van de onderneming of rechtspersoon.



Hoofdstuk 6. Wijziging van de in het handelsregister opgenomen gegevens

Artikel 32Bestuursorgaan heeft twijfel over juistheid gegevens

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

1. Een bestuursorgaan dat gerede twijfel heeft over de juistheid van een authentiek gegeven dat hij verstrekt heeft gekregen uit het handelsregister, doet hiervan melding aan een kamer.

2. Een bestuursorgaan dat gerede twijfel heeft over de juistheid van het ontbreken van een authentiek gegeven in het handelsregister, doet hiervan melding aan een kamer.



Artikel 33Melding aan beheerder van het register

Indien de melding betrekking heeft op een gegeven dat ingevolge artikel 17, onderdeel b, uit een ander register is overgenomen, zendt de kamer deze melding aan de beheerder van het register waaruit dit gegeven afkomstig is.



Artikel 34Melding niet doorgezonden naar beheerder ander register

1. Indien een melding als bedoeld in artikel 32, eerste lid, niet is doorgezonden naar de beheerder van een ander register, tekent de Kamer binnen een bij ministeriële regeling vastgestelde termijn aan dat het gegeven in onderzoek is, tenzij de Kamer binnen deze termijn beslist over de wijziging van dat gegeven.

2. Indien een gegeven in onderzoek is, beslist de Kamer over wijziging van dat gegeven.

3. Indien een beslissing, bedoeld in het eerste of tweede lid, leidt tot wijziging van de gegevens, doet de Kamer onverwijld schriftelijk mededeling aan een tot opgave verplichte persoon.

4. De Kamer verwijdert de aantekening dat een gegeven in onderzoek is indien een besluit als bedoeld in het tweede lid niet tot wijziging van gegevens leidt.



Artikel 35Beslissing geldt als een besluit

De beslissing, bedoeld in artikel 34, tweede lid, geldt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.



Artikel 36Bezwaar maken of beroep instellen tegen beslissing

1. Indien tegen een beslissing, bedoeld in artikel 34, eerste en tweede lid, bezwaar wordt gemaakt of beroep wordt ingesteld, tekent, voor zover dit nog niet het geval is, de Kamer in het handelsregister aan dat een gegeven in onderzoek is.

2. Nadat op het bezwaar of beroep onherroepelijk is beslist, schrijft de Kamer indien nodig een wijziging in het handelsregister in en verwijdert de Kamer de aantekening dat een gegeven in onderzoek is.



Artikel 37Melding is een besluit

Op een melding als bedoeld in artikel 32, tweede lid, zijn de artikelen 33, 34, tweede en derde lid, 35 en 36 van overeenkomstige toepassing.



Artikel 38Kamer heeft twijfel over juistheid gegevens

1. Indien de Kamer gerede twijfel heeft over de juistheid van authentieke gegevens, zijn de artikelen 33 tot en met 36 van overeenkomstige toepassing.

2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen niet-authentieke gegevens worden aangewezen waarop het eerste lid van overeenkomstige toepassing is.

3. Op een verzoek als bedoeld in artikel 36 van de Wet bescherming persoonsgegevens, zijn de artikelen 33 tot en met 36 van overeenkomstige toepassing.



Artikel 39Nadere regels mogelijk

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot:
a. de melding, bedoeld in artikel 32;
b. de doorzending van de melding, bedoeld in artikel 33;
c. het plaatsen van de aantekening in onderzoek, bedoeld in artikel 34, eerste lid;
d. het besluit over de melding, bedoeld in artikel 34, tweede lid;
e. de gegevens die over de terugmelding en het onderzoek in het register worden opgenomen ingevolge artikel 16, eerste lid;
f. de criteria om een inschrijving te weigeren.

-

De handelsregisterwet 2007 is voor het laatst geactualiseerd op: 5 maart 2018.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl