Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Regeling omgevingsrecht
<     Naar inhoudsopgave                                                       Naar volgende pagina     >



Hoofdstuk 1. Algemene indieningsvereisten

Artikel 1.1.Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:
besluit: Besluit omgevingsrecht;
bouwactiviteit: activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de wet;
BRL: door het Centraal College van Deskundigen van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector vastgestelde Nationale Beoordelingsrichtlijn;
bruto-inhoud: bruto-inhoud als bedoeld in NEN 2580;
bruto-vloeroppervlakte: bruto-vloeroppervlakte als bedoeld in NEN 2580;
detailtekening: getekende uitwerking die een ondubbelzinnige aanduiding geeft van een groep van gelijksoortige constructieonderdelen in hun vorm, afmetingen, materiaalgebruik en overige gestelde eisen en waarvan de plaats eenduidig vastligt;
EPC: energieprestatiecoëfficiënt als bedoeld in artikel 5.2 van het Bouwbesluit 2012;
gebruiksoppervlakte: gebruiksoppervlakte als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012;
groepsrisico: cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is;
invloedsgebied: gebied waarin volgens door Onze Minister bij ministeriële regeling op grond van artikel 15, eerste lid, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen te stellen regels personen worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico;
ISO: een door de International Organization for Standardization opgestelde norm;
NEN: een door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven Nederlandse norm;
NEN-EN: door de Europese Commissie voor Normalisatie geharmoniseerde norm;
oprichten of in werking hebben van een inrichting of mijnbouwwerk: activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, onder 1° of 3°, van de wet;
plaatsgebonden risico: risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is;
straatpeil: de hoogteligging van het bouwwerk ten opzichte van:
1°. de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang, voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst voor een bouwwerk, of
2°. de hoogte van het terrein ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw voor een bouwwerk waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst; veranderen van een inrichting of mijnbouwwerk of veranderen van de werking daarvan: activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, onder 2°, van de wet;
vergunning: omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 1.1 van de wet.



Artikel 1.2.Elektronisch aanvraagformulier en landelijke voorziening

1. Een aanvraag langs elektronische weg wordt gedaan met gebruikmaking van het elektronische formulier dat op de datum van indiening van de aanvraag beschikbaar is via de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 7.6 van de wet.

2. De minister stelt een systeembeschrijving vast voor de landelijke voorziening.

3. Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor het beheer van de gegevens die zijn opgenomen in het deel van de landelijke voorziening dat hem ter beschikking staat. Dit beheer omvat in elk geval de verlening en beperking van toegang tot de gegevens omtrent een aanvraag en de zorg voor de archiefbescheiden.

4. Ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens in de landelijke voorziening zijn de minister respectievelijk het bevoegd gezag, ieder voor zover die verwerking onder zijn verantwoordelijkheid plaatsvindt, verantwoordelijke in de zin van artikel 1, onderdeel d, van de Wet bescherming persoonsgegevens.



Artikel 1.3.Indieningsvereisten bij iedere aanvraag

1. In de aanvraag vermeldt de aanvrager:
a. de naam, het adres en de woonplaats van de aanvrager, alsmede het elektronisch adres van de aanvrager, indien de aanvraag met een elektronisch formulier wordt ingediend;
b. het adres, de kadastrale aanduiding dan wel de ligging van het project;
c. een omschrijving van de aard en omvang van het project;
d. indien de aanvraag wordt ingediend door een gemachtigde: zijn naam, adres en woonplaats, alsmede het elektronisch adres van de gemachtigde, indien de aanvraag met een elektronisch formulier wordt ingediend;
e. indien het project wordt uitgevoerd door een ander dan de aanvrager: zijn naam, adres en woonplaats.

2. De aanvrager voorziet de aanvraag van een aanduiding van de locatie van de aangevraagde activiteit of activiteiten. Deze aanduiding geschiedt met behulp van een situatietekening, kaart, foto’s of andere geschikte middelen.

3. De aanvrager doet bij de aanvraag een opgave van de kosten van de te verrichten werkzaamheden.



Artikel 1.4.Vereisten aan digitale indiening van gegevens en bescheiden

1. Gegevens en bescheiden die langs elektronische weg bij de aanvraag worden verstrekt, worden aangeleverd in een van de volgende archiefwaardige bestandsformaten:
a. foto’s: PNG en JPG
b. scans: TIFF, JPG, PDF/A-1a, PDF/A-1b en PDF 1.4
c. officedocumenten: PDF/A-1a en PDF 1.4
d. tekeningen: PDF/X en PDF 1.4

2. Indien de bestanden langs elektronische weg worden aangeleverd, worden deze uitsluitend als ‘read-only’ (alleen lezen) gekenmerkt.



Artikel 1.5.Vermelding van tijdelijkheid van een activiteit

Indien de activiteit waarvoor de vergunning wordt aangevraagd naar haar aard tijdelijk is, vermeldt de aanvrager dit in de aanvraag. Hij vermeldt daarbij tevens zo mogelijk het tijdstip waarop de activiteit of activiteiten uiterlijk zal of zullen worden beëindigd.



Hoofdstuk 2. Indieningsvereisten vanwege bouwactiviteiten

§ 2.1. Gegevens en bescheiden over bouwactiviteiten

Artikel 2.1.Algemene vereisten

1. Ten aanzien van de gegevens en bescheiden bij de aanvraag om een vergunning voor een bouwactiviteit maakt de aanvrager de samenhang kenbaar tussen deze gegevens en bescheiden onderling en met de overige gegevens en bescheiden die bij de aanvraag zijn gevoegd.

2. Indien de aanvraag om een vergunning voor een bouwactiviteit betrekking heeft op een woonwagen kan aan de eisen met betrekking tot het aanleveren van de gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 2.2, eerste tot en met vijfde lid, worden voldaan door het indienen van documentatie van de leverancier, mits de bedoelde gegevens en bescheiden duidelijk kenbaar zijn.



Artikel 2.2.Bouwbesluit 2012

In of bij de aanvraag om een vergunning voor een bouwactiviteit verstrekt de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden ten behoeve van toetsing aan de voorschriften van het Bouwbesluit 2012:
1. uit het oogpunt van veiligheid:
a. gegevens en bescheiden waaruit blijkt dat het te bouwen of te wijzigen bouwwerk voldoet aan de gestelde eisen in relatie tot:
1°. belastingen en belastingcombinaties (sterkte en stabiliteit) van alle (te wijzigen) constructieve delen van het bouwwerk, alsmede van het bouwwerk als geheel;
2°. de uiterste grenstoestand van de bouwconstructie en onderdelen van de bouwconstructie. Indien de aanvraag betrekking heeft op de wijziging of uitbreiding van een bestaand bouwwerk blijkt uit de aangeleverde gegevens tevens wat de opbouw van de bestaande constructie is (tekeningen en berekeningen) en wat de toegepaste materialen zijn;
b. een schriftelijke toelichting op het ontwerp van de constructies, waaruit met name blijkt:
1°. de aangehouden belastingen en belastingcombinaties;
2°. de constructieve samenhang;
3°. het stabiliteitsprincipe;
4°. de omschrijving van de bouwconstructie en de weerstand tegen bezwijken bij brand hiervan;
c. de detaillering van trappen, hellingbanen en vloerafscheidingen (inclusief hekwerken);
d. de draairichting van beweegbare constructieonderdelen;
e. de brandveiligheid en rookproductie van toegepaste materialen;
f. de brandcompartimentering. De opgave bevat tevens gegevens betreffende deuren en daglichtopeningen in uitwendige scheidingsconstructies. Voor zover van belang voor het vluchten bij brand, worden tevens de deuren en daglichtopeningen in inwendige scheidingsconstructies opgegeven;
g. de vluchtroutes en de daarbij behorende mate van bescherming alsmede de aard en plaats van brandveiligheidsvoorzieningen;
h. de inbraakwerendheid van bereikbare gevelelementen;

2. uit het oogpunt van gezondheid:
a. de karakteristieke geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie, de bescherming tegen geluid van installaties, de geluidsabsorptie van gemeenschappelijke verkeersruimten, gangen en trappenhuizen ingeval het bouwwerk een woonfunctie heeft, de geluidwering tussen niet-gemeenschappelijke verblijfsruimten van dezelfde gebruiksfunctie en de geluidwering tussen ruimten van verschillende gebruiksfuncties;
b. de wateropname van toegepaste materialen van vloer, wand en plafond in sanitaire ruimten;
c. de lucht- en waterdichtheid, de factor van de temperatuur en vochtwerende voorzieningen van inwendige en uitwendige scheidingsconstructies;
d. de ventilatievoorzieningen van ruimten en voorzieningen betreffende de afvoer van rookgas en toevoer van verbrandingslucht;
e. gegevens en bescheiden over het weren van ratten en muizen;
f. de daglichttoetreding;

3. uit het oogpunt van bruikbaarheid:
a. de aanduiding van de gebruiksfunctie, verblijfsgebieden, verblijfsruimten en de afmetingen en de bezetting van alle ruimten inclusief totaaloppervlakten per gebruiksfunctie;
b. de aanduiding van bad- of toiletruimte, liften, buitenberging en buitenruimte;
c. gegevens en bescheiden over de integrale toegankelijkheid van het bouwwerk en in het bouwwerk gelegen ruimten;
d. de aanduiding van de vloerpeilen ten opzichte van het aansluitende terrein;
e. de aanduiding van de opstelplaats van het aanrecht en van kook-, stook- en warmwatertoestellen;
f. indien het bouwwerk een utiliteitsgebouw betreft: de aanduiding van de stallingruimte voor fietsen;

4. uit het oogpunt van energiezuinigheid en milieu:
a. gegevens en bescheiden over de EPC, de thermische eigenschappen van de toegepaste uitwendige scheidingsconstructie en de beperking van luchtdoorlatendheid;
b. gegevens en bescheiden over de milieubelasting van het gebouw door de toe te passen materialen, bepaald volgens de Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken 1-11-2011;

5. inzake installaties:
a. gegevens en bescheiden over de noodstroomvoorziening en -verlichting;
b. het leidingplan en aansluitpunten van gas-, elektra- en waterleiding;
c. de aansluitpunten van de drinkwater- en warmwatervoorziening;
d. het leidingplan en aansluitpunten van riolering en hemelwaterafvoeren;
e. gegevens en bescheiden over de aard en plaats van brandveiligheidinstallaties alsmede van de vluchtrouteaanduiding;
f. een tekening van de inrichting van het bij het bouwwerk behorende terrein met daarop aangegeven de voorzieningen voor de bereikbaarheid en de plaats van bluswatervoorzieningen en opstelplaatsen van brandweervoertuigen;
g. gegevens en bescheiden waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de aanvullende regels voor tunnelveiligheid uit het Bouwbesluit 2012;
h. indien het een woongebouw betreft: gegevens en bescheiden over zelfsluitende deuren, spreekinstallaties, signaalvoorzieningen en deuropeners ter voorkoming van veel voorkomende criminaliteit;
i. gegevens en bescheiden over gebouwgebonden veiligheidsvoorzieningen ten behoeve van veilig onderhoud middels de Checklist Veilig onderhoud op en aan gebouwen 2012;
j. gegevens en bescheiden over technische bouwsystemen en het daarbij behorende systeemrendement;

6. uit het oogpunt van het voorkomen van onveilige situaties en het beperken van hinder tijdens het bouwen: een veiligheidsplan als bedoeld in artikel 8.7 van het Bouwbesluit 2012;

7. overige vereisten:
a. kwaliteitsverklaringen en CE-markeringen en gegevens en bescheiden ten behoeve van een beroep op de gelijkwaardigheid;
b. eventuele extra gegevens en bescheiden ten behoeve van het verlenen van een ontheffing van de voorschriften van het Bouwbesluit 2012 als bedoeld in artikel 7 van de Woningwet, waaronder gegevens en bescheiden waaruit blijkt dat toestemming als bedoeld in artikel 14 van de richtlijn 2004/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake minimumveiligheidseisen voor tunnels in het transeuropese wegennet (PbEU 2004, L 167, gerectificeerd in PbEU 2004, L 201) is verkregen om van eisen van die richtlijn af te wijken.



Artikel 2.3.Planologische voorschriften en stedenbouwkundige voorschriften bouwverordening

In of bij de aanvraag om een vergunning voor een bouwactiviteit verstrekt de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden ten behoeve van de toetsing aan het bestemmingsplan of de beheersverordening, en, voor zover van toepassing, de stedenbouwkundige voorschriften van de bouwverordening:
a. de plattegronden van alle verdiepingen en een doorsnedetekening voor de nieuwe situatie en, voor zover daarvan sprake is, de bestaande situatie;
b. het beoogde en het huidige gebruik van het bouwwerk en de bijbehorende gronden waarop de aanvraag betrekking heeft;
c. een opgave van de bruto inhoud in m3 en de bruto vloeroppervlakte in m2 van het (deel van het) bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
d. een situatietekening van de bestaande toestand en een situatietekening van de nieuwe toestand met daarop de afmetingen van het perceel en bebouwd oppervlak, alsmede de situering van het bouwwerk ten opzichte van de perceelsgrenzen en de wegzijde, de wijze waarop het terrein ontsloten wordt, de aangrenzende terreinen en de daarop voorkomende bebouwing en het beoogd gebruik van de gronden behorende bij het voorgenomen bouwwerk;
e. de hoogte van het bouwwerk ten opzichte van het straatpeil en het aantal bouwlagen;
f. de inrichting van parkeervoorzieningen op het eigen terrein;
g. gegevens en bescheiden welke samenhangen met een uit te brengen advies van de Agrarische Adviescommissie in geval van een aanvraag voor een bouwactiviteit in een gebied met een agrarische bestemming;
h. overige gegevens en bescheiden welke samenhangen met een eventueel benodigde toetsing aan een bestemmingsplan, beheersverordening dan wel een besluit als bedoeld in artikel 4.1, derde lid, of 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening;
i. indien dat is voorgeschreven in het bestemmingsplan: een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld;
j. gegevens en bescheiden welke samenhangen met een eventueel benodigde toetsing aan een exploitatieplan.



Artikel 2.4.Overige voorschriften bouwverordening

In of bij de aanvraag om een vergunning voor een bouwactiviteit verstrekt de aanvrager ten behoeve van toetsing aan de overige voorschriften van de bouwverordening een onderzoeksrapport betreffende verontreiniging van de bodem, gebaseerd op onderzoek dat is uitgevoerd door een persoon of een instelling die daartoe is erkend op grond van het Besluit bodemkwaliteit.



Artikel 2.5.Redelijke eisen van welstand

In of bij de aanvraag om een vergunning voor een bouwactiviteit verstrekt de aanvrager de volgende gegevens en bescheiden ten behoeve van de toetsing aan de criteria uit de welstandsnota, bedoeld in artikel 12a, eerste lid, van de Woningwet:
a. tekeningen van alle gevels van het bouwwerk, inclusief de gevels van belendende bebouwing, waaruit blijkt hoe het geplande bouwwerk in de directe omgeving past;
b. principedetails van gezichtsbepalende delen van het bouwwerk;
c. kleurenfoto's van de bestaande situatie en de omliggende bebouwing;
d. opgave van de toe te passen bouwmaterialen en de kleur daarvan (uitwendige scheidingsconstructie). In ieder geval worden opgegeven het materiaal en de kleur van de gevels, het voegwerk, kozijnen, ramen en deuren, balkonhekken, dakgoten en boeidelen en de dakbedekking.



Artikel 2.6.Overige eisen voor wegtunnels

In of bij de aanvraag om een vergunning voor een bouwactiviteit voor een wegtunnel als bedoeld in de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels, verstrekt de aanvrager de volgende gegevens ten behoeve van de toetsing aan de voorschriften van die wet:
a. een toelichting waaruit blijkt dat het ontwerp van de tunnel voldoet aan de norm van artikel 6, eerste lid, van die wet;
b. indien er een gestandaardiseerde uitrusting wordt toegepast, een toelichting waaruit blijkt dat het ontwerp aansluit bij de standaarduitrusting van de tunnel waarvoor op grond van artikel 6b van die wet is gekozen.



§ 2.2. Op een later tijdstip aan te leveren gegevens en bescheiden

Artikel 2.7.Uitgestelde indieningsvereisten omtrent het bouwen

1. In de vergunning voor een bouwactiviteit wordt, indien de aanvrager een verzoek tot latere aanlevering heeft ingediend, bepaald dat de volgende gegevens en bescheiden uiterlijk binnen een termijn van drie weken voor de start van de uitvoering van de desbetreffende handeling worden overgelegd:
a. gegevens en bescheiden met betrekking tot belastingen en belastingcombinaties (sterkte en stabiliteit) en de uiterste grenstoestand van alle (te wijzigen) constructieve delen van het bouwwerk alsmede van het bouwwerk als geheel, voor zover het niet de hoofdlijn van de constructie dan wel het constructieprincipe betreft;
b. gegevens en bescheiden met betrekking tot de details van de in of ten behoeve van het bouwwerk toegepaste installaties, voor zover het niet de gegevens met betrekking tot de hoofdlijn dan wel het principe van de toegepaste installaties betreft; de hoofdlijn betreft onder meer de wijze van verwarming, koeling en luchtbehandeling, de plaats en wijze van verticaal transport en de locatie en het type brandveiligheidinstallatie.

2. Het eerste lid is niet van toepassing voor zover de gegevens en bescheiden betrekking hebben op tekeningen of berekeningen waaruit het constructieprincipe blijkt voor de nieuwe situatie en, voor zover daarvan sprake is, voor de bestaande situatie. Dit betreft:
a. tekeningen van de definitieve hoofdopzet van de constructie van alle verdiepingen inclusief globale maatvoering;
b. schematisch funderingsoverzicht of palenplan met globale plaatsing, aantallen en paalpuntniveaus, inclusief globaal grondonderzoek waaruit de draagkracht van de ondergrond blijkt;
c. plattegronden van vloeren en daken, inclusief globale maatvoering;
d. overzichtstekeningen van constructies in staal, hout en geprefabriceerd beton, inclusief stabiliteitsvoorzieningen en dilataties; principedetails van karakteristieke constructieonderdelen (1:20/1:10/1:5), inclusief maatvoering;
e. een schriftelijke toelichting op het ontwerp van de constructies als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel b.

3. Indien de aard van het bouwplan naar het oordeel van het bevoegd gezag daartoe aanleiding geeft, kan in de vergunning worden bepaald dat gegevens en bescheiden, genoemd in de artikelen 2.2, eerste lid, onderdelen c tot en met h, en tweede tot en met zesde lid, 2.3, onderdeel i, 2.4 en 2.5, binnen een termijn van drie weken voor de start van de uitvoering van de desbetreffende handeling worden overgelegd.



§ 2.3. Nadere vereisten aan gegevens en bescheiden

Artikel 2.8.Algemene vereisten aan tekeningen

1. De aanvrager voorziet de tekeningen bij de aanvraag om een vergunning voor een bouwactiviteit van een duidelijke maatvoering en schaalaanduiding.

2. Tenzij artikel 5.8 van toepassing is, geldt voor de volgende tekeningen de daarbij genoemde maximaal toe te passen schaal:
a. situatietekeningen: 1:1000;
b. geveltekeningen, plattegronden en doorsneden:
1°. bouwwerken kleiner dan 10.000 m2 bruto vloeroppervlakte: 1:100;
2°. bouwwerken 10.000 m2 of groter bruto vloeroppervlakte: 1:200;
c. detailtekeningen: 1:5 of 1:10 of 1:20.

3. Uit de situatietekening blijkt de oriëntatie van het bouwwerk op het perceel en ten opzichte van omliggende bebouwing en wegen (noordpijl).



Artikel 2.9.Vereisten aan plattegronden, doorsneden en aanzichten

1. Een plattegrond bij de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit betreft een doorsnede van een bouwlaag op 1200 mm boven vloerniveau waarop zijn aangegeven:
a. uitwendige en inwendige scheidingsconstructies (inclusief materiaalaanduiding);
b. peilmaten van de vloer;
c. trappen en hellingbanen;
d. binnen- en buitenkozijnen;
e. kokers, schachten, kanalen en schoorstenen;
f. alle oppervlakken die een directe relatie hebben met of behoren tot:
1°. gebruiksfuncties;
2°. gebruiksoppervlakten en vloeroppervlakten;
3°. verwarmde en onverwarmde zones;
4°. gebruiksgebieden, functiegebieden en verblijfsgebieden;
5°. verkeersruimten;
6°. toegankelijkheidssectoren;
g. overige gegevens die zich ervoor lenen om aan te duiden op plattegronden, zoals toiletruimten, badruimten, buitenbergingen, buitenruimten, liften, stallingsruimten, technische ruimten, opslagruimten en opstelplaatsen van het aanrecht en kook-, stook- en warmwatertoestellen.

2. De vloerpeilen ten opzichte van het straatpeil en de hoogte van het maaiveld zijn aangeduid ter plaatse van de entree van het bouwwerk.

3. Ten behoeve van de beoordeling van de bruikbaarheid, de gebruiksoppervlakte en het verblijfsgebied zijn de relevante doorsneden, inclusief 1500 – 2400 – 2600 mm hoogtelijn en voorzien van maatvoering, getekend.

4. Alle aanzichten (geveltekeningen) worden in loodrechte verticale projectie weergegeven. Alle dichte delen en kozijnen die een directe koppeling met de berekeningen hebben, zijn als zodanig traceerbaar in berekening, rapportage of renvooi.



Artikel 2.10.Algemene vereisten in verband met berekeningen

1. Berekeningen die worden uitgevoerd vanwege de aanvraag van de vergunning voor een bouwactiviteit voldoen aan de volgende eisen:
a. voorzien van naam en versie van de gebruikte rekenprogramma's;
b. invoergegevens en handberekeningen zijn gegeven op doorlopend genummerde bladen;
c. voorzien van de herkomst van basis- of invoergegevens;
d. symbolen en afkortingen weergegeven conform de voor de verschillende berekeningen geldende NEN-normen. Indien in de toegepaste rekenprogramma’s afwijkende symbolen of afkortingen zijn gebruikt, zijn deze separaat toegelicht;
e. numerieke gegevens zijn weergegeven in SI-eenheden (internationale standaard van het Système International).

2. De volgende informatie betreffende de toegepaste rekensoftware blijkt uit de gegevens en bescheiden bij de aanvraag om een vergunning voor een bouwactiviteit:
a. beschrijving toegepaste rekensoftware;
b. beschrijving rekenmethode;
c. beschrijving toepassingsgebied;
d. aanduiding betekenis gepresenteerde waarden;
e. aanduiding nauwkeurigheid resultaten;
f. beschrijving gekozen assenstelsel;
g. verklaring gebruikte symbolen en grootheden.



Artikel 2.11.Vereisten aan constructieve berekeningen

Constructieve berekeningen die worden uitgevoerd vanwege de aanvraag van de vergunning voor een bouwactiviteit, voldoen aan de volgende eisen:
a. schematisering onder toepassing van de van toepassing zijnde NEN- en NEN-EN-norm(en), inclusief te hanteren belastingschema's;
b. toerekening materiaaleigenschappen conform van toepassing zijnde NEN- en NEN-EN-norm(en);
c. doorsnedegrootheden die per constructie-onderdeel zijn gemotiveerd, in de vorm van een berekening;
d. verantwoording eigenschappen ondersteuningen;
e. berekeningsresultaten per belastingschema uitgewerkt volgens de van toepassing zijnde NEN- en NEN-EN-norm(en);
f. voorzien van maatgevende waarden.



Artikel 2.12.Vereisten aan overige berekeningen

1. Berekeningen van de mechanische ventilatie die worden uitgevoerd vanwege de aanvraag van de vergunning voor een bouwactiviteit, bevatten minimaal de volgende informatie:
a. strangenschema's met diameters en lengten;
b. gegevens over drukverlies;
c. merk en type toe te passen installatie.

2. Berekeningen van de thermische isolatie en energieprestatie die worden uitgevoerd vanwege de aanvraag van de vergunning voor een bouwactiviteit, bevatten minimaal de volgende informatie:
a. totale oppervlakte kozijnen, ramen, deuren, dichte delen en daarmee gelijk te stellen constructiedelen;
b. oppervlakte van iedere toegepaste glassoort en de thermische eigenschappen hiervan;
c. tekening waarop gehanteerde woningen voor de EPC berekening zijn aangegeven;
d. EPC begrenzing woningen of woongebouw (door middel van arcering op plattegrondtekening);
e. gebouwfunctie en energiesectoren (op tekening voor niet tot bewoning bestemde gebouwen, gearceerd);
f. invoergegevens EPC berekening (bouwfysische eigenschappen bouwwerk, installaties en gehanteerd rekenprogramma).

3. De in het tweede lid bedoelde berekening van de energieprestatie wordt uitgevoerd met een NL-EPBD®EPC geattesteerd computerprogramma als bedoeld in BRL 9501 van 6 december 2006, inclusief wijzigingsbladen van 27 september 2012 en 4 december 2014.



Artikel 2.13Toevoegen omschrijving

Een aanvraag voor een vergunning voor een bouwactiviteit voor een wegtunnel als bedoeld in de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels wordt uitgevoerd overeenkomstig bijlage 2, onderdeel B2, bij de Regeling aanvullende regels veiligheid wegtunnels.

-

De Regeling omgevingsrecht is voor het laatst geactualiseerd op: 17 maart 2015.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar inhoudsopgave                                                       Naar volgende pagina     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl