Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Regeling omgevingsrecht
<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >



Hoofdstuk 3. Indieningsvereisten vanwege aanleg- of gebruiksactiviteiten

Artikel 3.1.Uitvoeren van werk of werkzaamheden

1. In of bij de aanvraag om een vergunning voor een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de wet verstrekt de aanvrager bij de omschrijving van de aard, omvang en effecten van de activiteit gegevens en bescheiden over:
a. de specifieke locatie waar het werk of de werkzaamheid zal worden uitgevoerd;
b. de afmetingen van het werk of de omvang van de werkzaamheid;
c. de te gebruiken materialen;
d. in hoeverre sprake is van afvoer van grond naar een andere locatie;
e. de aanwezigheid van obstakels die in de weg staan voor het uitvoeren van het werk of de werkzaamheid.

2. Indien dat is voorgeschreven in het bestemmingsplan verstrekt de aanvrager een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, in voldoende mate is vastgesteld.



Artikel 3.2.Gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met planologische voorschriften

In of bij de aanvraag om een vergunning voor het gebruiken van gronden of bouwwerken, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de wet, verstrekt de aanvrager gegevens en bescheiden over:
a. het beoogde en het huidige gebruik van de gronden en de bouwwerken waarop de aanvraag betrekking heeft;
b. de gevolgen van het beoogde gebruik voor de ruimtelijke ordening;
c. indien dat met toepassing van artikel 41 van de Monumentenwet 1988 is verplicht door het bevoegd gezag, een rapport waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord in voldoende mate is vastgesteld;
d. een situatietekening van de bestaande toestand en een situatietekening van de nieuwe toestand met daarop de afmetingen van het perceel en bebouwd oppervlak, alsmede situering van bouwwerken ten opzichte van de perceelsgrenzen en de wegzijde, de wijze waarop het terrein ontsloten wordt, de aangrenzende terreinen en de daarop voorkomende bebouwing en het beoogd gebruik van het terrein behorende bij het voorgenomen bouwwerk;
e. de reden waarom en de mate waarin wordt afgeweken van het exploitatieplan.



Artikel 3.3.Brandveilig gebruiken van een bouwwerk

1. In of bij de aanvraag om een vergunning voor het brandveilig gebruiken van een bouwwerk, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de wet, verstrekt de aanvrager:
a. een situatieschets met noordpijl met een schaal die niet kleiner is dan 1:1000;
b. per bouwlaag een plattegrond die voldoet aan de volgende eisen:
– schaal maximaal 1:100 bij een bouwlaag kleiner dan 10.000 m2 bruto vloeroppervlakte;
– schaal maximaal 1:200 bij een bouwlaag van 10.000 m2 bruto vloeroppervlakte of meer.

2. De plattegrond of een bijlage daarvan met betrekking tot het brandveilig gebruik bevat de volgende gegevens:
a. aanduiding van de schaal van de plattegrond;
b. per bouwlaag:
– hoogte van de vloer boven het meetniveau;
– gebruiksoppervlakte;
– maximaal aantal personen;
c. per ruimte:
– vloeroppervlakte;
– gebruiksbestemming;
– bij ruimten voor meer dan 25 personen, de hoogste bezetting van die ruimte, en opstelling van inventaris en van inrichtingselementen als bedoeld in de artikelen 7.13 en 7.14 van het Bouwbesluit 2012;
d. met aanduidingen van de plaats van, voor zover deze aanwezig zijn:
– brand- en rookwerende scheidingsconstructies;
– vluchtroutes;
– draairichting van deuren;
– zelfsluitende deuren als bedoeld in artikel 7.3 van het Bouwbesluit 2012;
– sluitwerk van deuren als bedoeld in artikel 6.25, zesde lid, van het Bouwbesluit 2012;
– vluchtrouteaanduidingen;
– noodverlichting;
– oriëntatieverlichting als bedoeld in artikel 6.5 van het Bouwbesluit 2012;
– brandmeldcentrale en brandmeldpaneel;
– brandslanghaspels;
– mobiele brandblusapparaten;
– droge blusleidingen;
– brandweeringang;
– sleutelkluis of -buis;
– brandweerlift, en
e. gegevens en bescheiden over de aard en de plaats van de brandveiligheidsinstallaties. De aanduidingen zijn conform NEN 1413: 2007, voor zover deze norm daarin voorziet.

3. Bij de toepassing van een gelijkwaardige oplossing als bedoeld in artikel 1.3, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012 verstrekt de aanvrager tevens gegevens en bescheiden waarmee de gelijkwaardigheid voldoende aannemelijk wordt gemaakt.

-

De Regeling omgevingsrecht is voor het laatst geactualiseerd op: 17 maart 2015.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl