- rechtspraak
Datum uitspraak: 31-08-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Erkenning buitenlandse adoptie
Congo is geen verdragsstaat bij het Haags Adoptieverdrag 1993. Ingevolge hiervan is hoofdstuk drie (artikelen 5 tot en met 9) van de Wet conflictenrecht adoptie (nader te noemen: WCAd) van toepassing op de onderhavige zaak.
Ingevolge artikel 7 lid 1 WCAd wordt een buitenslands gegeven beslissing waarbij een adoptie tot stand is gekomen en die is uitgesproken door een ter plaatse bevoegde autoriteit van de vreemde staat waar het kind zowel ten tijde van het verzoek tot adoptie als ten tijde van de uitspraak zijn gewone verblijfplaats had, terwijl de adoptiefouders hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden, erkend indien:
a. de bepalingen van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie (nader te noemen: Wobka) in acht zijn genomen, en
b. de erkenning van de adoptie in het kennelijk belang van het kind is, en
c. erkenning niet op een grond, bedoeld in artikel 6, tweede of derde lid, van deze wet, zou worden onthouden.
De erkenning van de adoptie wordt op grond van artikel 6 lid 2 of 3 WCAd onthouden indien aan de beslissing houdende adoptie kennelijk geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan of de erkenning van die beslissing kennelijk in strijd met de openbare orde zou zijn, waarvan in ieder geval sprake is indien de beslissing kennelijk op een schijnhandeling betrekking heeft.
Ingevolge artikel 8 lid 1 WCAd houdt de erkenning van een buitenslands gegeven beslissing waarbij een adoptie tot stand is gekomen tevens in de erkenning van de familierechtelijke betrekking tussen de adoptiefouders en het kind en het gezag van de adoptiefouders over het kind. Indien de adoptie in de staat waar zij plaatsvond niet tot gevolg heeft dat de voordien bestaande familierechtelijke betrekkingen worden verbroken, mist de adoptie op grond van artikel 8 lid 2 WCAd ook in Nederland dat gevolg. Ingevolge artikel 9 WCAd kan in die situatie een verzoek tot omzetting van de buitenslandse tot stand gekomen adoptie in een adoptie naar Nederlands recht worden ingediend, indien het kind zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft en daar voor permanent verblijf bij de adoptiefouders is toegelaten. Voorts is voor toewijzing van het verzoek tot omzetting ingevolge artikel 9 WCAd juncto artikel 11 lid 2 Uitvoeringswet Adoptieverdrag 1993 vereist dat de adoptie in het kennelijk belang van het kind is en dat op de dag van de indiening van het verzoek is voldaan aan het bepaalde in artikel 1:228 lid 1 onder a en d van het Burgerlijk Wetboek (nader te noemen: BW), te weten dat het kind op de dag van het eerste verzoek minderjarig is en dat geen der ouders het verzoek tegenspreekt.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl