- rechtspraak
Datum uitspraak: 17-08-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Artikel 1 van de Wet conflictenrecht afstamming, in werking getreden op 1 mei 2003, (hierna Wca) bepaalt dat de vraag of een kind door geboorte in familierechtelijke betrekkingen komt te staan tot de vrouw uit wie het is geboren en de met haar gehuwde of gehuwd geweest zijnde man, dient te worden beantwoord
- door het recht van de staat van de gemeenschappelijke nationaliteit van de vrouw en de man of, indien dit ontbreekt,
- door het recht van de staat waar de vrouw en de man elk hun gewone verblijfplaats hebben, of indien ook dit ontbreekt,
- door het recht van de staat van de gewone verblijfplaats van het kind.
Ingevolge het bepaalde in lid 1 is voor de toepassing van het eerste lid bepalend het tijdstip van de geboorte van het kind, dan wel indien het huwelijk van de ouders voordien is ontbonden, dat van de ontbinding. Daarbij geeft lid 3 aan dat in de situatie dat de vrouw en de man meer dan één gemeenschappelijke nationaliteit hebben, zij voor de toepassing van het eerste lid geacht worden geen gemeenschappelijke nationaliteit te hebben.
Ook naar Nederlands recht heeft als uitgangspunt te gelden het wettelijk vermoeden -neergelegd in artikel 1:199 aanhef en onder a BW- dat de man die ten tijde van de geboorte van het kind met de vrouw is gehuwd, als vader van dat kind moet worden aangemerkt.
Dit door het huwelijk ontstane vaderschap kan vervolgens worden aangetast door de mogelijkheid van de ontkenning van het vaderschap. Ingevolge het bepaalde in artikel 1:200 BW kan het door huwelijk ontstane vaderschap onder meer door de vrouw worden ontkend op de grond dat haar echtgenoot niet de biologische vader is van het kind. Het verzoek tot gegrondverklaring van de ontkenning moet door de vrouw bij de rechtbank -lid 5- worden ingediend binnen een jaar na de geboorte van het kind.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl