Hoofdstuk 1. Het aangaan van een geregistreerd partnerschap in Nederland
Artikel 1Toepasselijk recht geregistreerd partnerschap
1. Het aangaan van een geregistreerd partnerschap in Nederland is onderworpen aan de bepalingen van artikel 80a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.
2. De bevoegdheid van elk van de partners om in Nederland een geregistreerd partnerschap aan te gaan wordt beheerst door het Nederlandse recht.
3. Wat de vorm betreft kan een geregistreerd partnerschap in Nederland slechts rechtsgeldig worden aangegaan ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand met inachtneming van het Nederlandse recht, behoudens de bevoegdheid van buitenlandse diplomatieke en consulaire ambtenaren om, in overeenstemming met de voorschriften van het recht van de door hen vertegenwoordigde staat, aan het aangaan van geregistreerde partnerschappen mede te werken indien geen der partijen uitsluitend of mede de Nederlandse nationaliteit bezit.
Hoofdstuk 2. De erkenning van een buiten Nederland aangegaan geregistreerd partnerschap
Artikel 2Erkenning buitenlands geregistreerd partnerschap
1. Een buiten Nederland aangegaan geregistreerd partnerschap dat ingevolge het recht van de staat waar het geregistreerd partnerschap is aangegaan rechtsgeldig is of nadien rechtsgeldig is geworden, wordt als zodanig erkend.
2. Een buiten Nederland ten overstaan van een diplomatieke of consulaire ambtenaar aangegaan geregistreerd partnerschap dat voldoet aan de vereisten van het recht van de staat die die ambtenaar vertegenwoordigt, wordt als rechtsgeldig erkend tenzij het aangaan in de staat waar zij plaatsvond niet was toegestaan.
3. Voor de toepassing van het eerste en tweede lid wordt onder recht mede begrepen de regels van internationaal privaatrecht.
4. Een geregistreerd partnerschap wordt vermoed rechtsgeldig te zijn, indien een verklaring omtrent het geregistreerd partnerschap is afgegeven door een bevoegde autoriteit.
5. Ongeacht het eerste en tweede lid kan een buiten Nederland aangegaan geregistreerd partnerschap slechts als zodanig worden erkend indien het een wettelijk geregelde samenlevingsvorm betreft van twee personen die een nauwe persoonlijke betrekking onderhouden, welke samenlevingsvorm ten minste:
a. door een ter plaatse van het aangaan bevoegde autoriteit is geregistreerd;
b. het bestaan van een huwelijk of andere wettelijk geregelde samenlevingsvorm met een derde uitsluit; en
c. verplichtingen tussen de partners in het leven roept die in hoofdzaak overeenstemmen met die welke verbonden zijn aan het huwelijk.
Artikel 3Erkenning onthouden bij strijd met openbare orde
Ongeacht artikel 2 wordt aan een buiten Nederland aangegaan geregistreerd partnerschap erkenning onthouden, indien deze erkenning onverenigbaar zou zijn met de openbare orde.
Artikel 4Verschil hoofdvraag en voorvraag niet relevant
De artikelen 2 en 3 zijn van toepassing, ongeacht of over de erkenning van de rechtsgeldigheid van een geregistreerd partnerschap als hoofdvraag, dan wel als voorvraag in verband met een andere vraag wordt beslist.
Hoofdstuk 3. De persoonlijke rechtsbetrekkingen tussen de geregistreerde partners en de tussen hen bestaande vermogensrechtelijke betrekkingen die niet vallen onder het partnerschapsvermogensregime
Artikel 5Toepasselijk recht op persoonlijke betrekkingen
1. Op de persoonlijke rechtsbetrekkingen tussen partners die in Nederland een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan is het Nederlandse recht van toepassing.
2. Op de persoonlijke rechtsbetrekkingen tussen partners die buiten Nederland een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan is het recht, met inbegrip van het internationaal privaatrecht, van de staat waar het geregistreerd partnerschap is aangegaan van toepassing.
3. De vraag of en in hoeverre de ene partner aansprakelijk is voor verbintenissen ten behoeve van de gewone gang van het huishouden welke door de andere partner zijn aangegaan, wordt, indien die andere partner en de wederpartij ten tijde van het aangaan van de verbintenis hun gewone verblijfplaats hadden in Nederland, beheerst door het Nederlandse recht.
4. De vraag of de ene partner voor een rechtshandeling de toestemming van de andere partner behoeft, en zo ja, in welke vorm deze toestemming moet worden verleend, of zij kan worden vervangen door een beslissing van de rechter of een andere autoriteit, alsmede welke de gevolgen zijn van het ontbreken van deze toestemming, wordt beheerst door het Nederlandse recht indien de andere partner ten tijde van het verrichten van die rechtshandeling zijn gewone verblijfplaats heeft in Nederland.
5. Het derde en vierde lid gelden ongeacht het recht dat het partnerschapsvermogensregime van de partners beheerst, en ongeacht het recht dat van toepassing is op de persoonlijke rechtsbetrekkingen tussen de partners.
Hoofdstuk 4. Het partnerschapsvermogensregime
Artikel 6Toepasselijk recht op vermogensregime
1. Op het vermogensregime van een in Nederland of buiten Nederland aangegaan geregistreerd partnerschap is van toepassing het recht dat de partners vóór het geregistreerd partnerschap hebben aangewezen.
2. De partners kunnen uitsluitend een rechtsstelsel aanwijzen dat het instituut van het geregistreerd partnerschap kent.
3. Het aldus aangewezen recht is van toepassing op hun gehele vermogen.
4. De partners kunnen echter, ongeacht of zij tot de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, zijn overgegaan, met betrekking tot het geheel of een gedeelte van de onroerende zaken het recht aanwijzen van de plaats waar die zaken zijn gelegen, mits dit rechtsstelsel het instituut van het geregistreerd partnerschap kent. Zij kunnen eveneens bepalen dat op onroerende zaken die later worden verkregen, het recht van de plaats waar die zaken zijn gelegen van toepassing zal zijn, mits dit rechtsstelsel het instituut van het geregistreerd partnerschap kent.
Artikel 7Toepasselijke recht niet aangewezen
1. Indien het geregistreerd partnerschap in Nederland is aangegaan en de partners vóór het geregistreerd partnerschap het toepasselijke recht niet hebben aangewezen, wordt hun partnerschapsvermogensregime beheerst door het Nederlandse recht.
2. Indien het geregistreerd partnerschap buiten Nederland is aangegaan en de partners vóór het geregistreerd partnerschap het toepasselijke recht niet hebben aangewezen, wordt hun partnerschapsvermogensregime beheerst door het recht, met inbegrip van het internationaal privaatrecht, van de staat waar het geregistreerd partnerschap is aangegaan.
Artikel 8Onderwerpen vermogensregime aan ander intern recht
1. Tijdens het in Nederland of buiten Nederland aangegane geregistreerd partnerschap kunnen de partners hun partnerschapsvermogensregime onderwerpen aan een ander intern recht dan het recht dat tot dusver van toepassing was.
2. De partners kunnen uitsluitend een rechtsstelsel aanwijzen dat het instituut van het geregistreerd partnerschap kent.
3. Het aldus aangewezen recht is van toepassing op hun gehele vermogen.
4. De partners kunnen echter, ongeacht of zij tot de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid of artikel 6, zijn overgegaan, met betrekking tot het geheel of een gedeelte van de onroerende zaken het recht aanwijzen van de plaats waar die zaken zijn gelegen, mits dit rechtsstelsel het instituut van het geregistreerd partnerschap kent. Zij kunnen eveneens bepalen dat op onroerende zaken die later worden verkregen, het recht van de plaats waar die zaken zijn gelegen van toepassing zal zijn, mits dit rechtsstelsel het instituut van het geregistreerd partnerschap kent.
Artikel 9Toepasselijk recht tot aanwijzing door partners
1. Het recht dat op grond van de bepalingen van deze wet van toepassing is op het partnerschapsvermogensregime van een in Nederland of buiten Nederland aangegaan geregistreerd partnerschap, blijft van toepassing zolang de partners geen ander toepasselijk recht hebben aangewezen, zelfs in geval van wijziging van hun nationaliteit of gewone verblijfplaats.
2. Het recht dat de partners rechtsgeldig als toepasselijk hebben aangewezen op het partnerschapsvermogensregime van hun buiten Nederland aangegane geregistreerd partnerschap, blijft van toepassing zolang de partners geen ander toepasselijk recht hebben aangewezen, zelfs in geval van wijziging van hun nationaliteit of gewone verblijfplaats.
Artikel 10Voorwaarden wilsovereenstemming
De voorwaarden voor de wilsovereenstemming van de partners inzake het recht dat zij als toepasselijk aanwijzen op hun partnerschapsvermogensregime, worden door dat recht bepaald.
Artikel 11Uitdrukkelijke aanwijzing toepasselijke recht
De aanwijzing van het toepasselijke recht op het partnerschapsvermogensregime moet uitdrukkelijk zijn overeengekomen of ondubbelzinnig voortvloeien uit partnerschapsvoorwaarden.
Artikel 12Geldigheid vorm partnerschapsvoorwaarden
Partnerschapsvoorwaarden zijn, wat de vorm betreft, geldig indien zij in overeenstemming zijn, hetzij met het interne recht dat van toepassing is op het partnerschapsvermogensregime, hetzij met het interne recht van de plaats waar zij zijn aangegaan. Zij dienen in elk geval te worden neergelegd in een gedagtekend en door beide partners ondertekend schriftelijk stuk.
Artikel 13Vorm aanwijzing toepasselijke recht
Een uitdrukkelijk overeengekomen aanwijzing van het op het partnerschapsvermogensregime toepasselijke recht dient te geschieden in de vorm welke voor partnerschapsvoorwaarden is voorgeschreven, hetzij door het aangewezen interne recht, hetzij door het interne recht van de plaats waar die aanwijzing geschiedt. De aanwijzing dient in elk geval te worden neergelegd in een gedagtekend en door beide partners ondertekend schriftelijk stuk.
Artikel 14Gevolgen partnerschapsvermogensregime
De gevolgen van het partnerschapsvermogensregime ten aanzien van een rechtsbetrekking tussen een partner en een derde worden beheerst door het recht dat op het partnerschapsvermogensregime toepasselijk is.
Artikel 15Vreemd recht
Een partner wiens partnerschapsvermogensregime wordt beheerst door vreemd recht, kan in het in artikel 116 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde register een notariële akte doen inschrijven, inhoudende een verklaring dat het partnerschapsvermogensregime niet wordt beheerst door het Nederlandse recht.
De wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap is voor het laatst geactualiseerd op: 13 oktober 2011.
De status van deze wet is: zeer goed.
Klik hier voor meer informatie.
Uwwet.nl