Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap
<     Naar vorige pagina                                                       Naar de inhoudsopgave    



Artikel 16Nederlands recht voor derde

1. Een derde die tijdens het geregistreerd partnerschap een rechtshandeling heeft verricht met een partner wiens partnerschapsvermogensregime wordt beheerst door vreemd recht kan, indien zowel hij als de beide partners ten tijde van die rechtshandeling hun gewone verblijfplaats in Nederland hadden, voor de uit die rechtshandeling voortvloeiende schuld ook na de beëindiging van het geregistreerd partnerschap verhaal nemen alsof tussen de partners naar Nederlands recht algehele gemeenschap van goederen bestond.

2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet indien de derde ten tijde van de rechtshandeling wist of behoorde te weten dat het partnerschapsvermogensregime van de partners werd beheerst door vreemd recht. Zulks wordt geacht het geval te zijn indien de rechtshandeling werd verricht na verloop van veertien dagen nadat een akte als bedoeld in artikel 15 was ingeschreven in het aldaar bedoelde register.



Artikel 17Verrekening of vergoeding vorderen door partner

Heeft een der partners, door de toepassing op een buitenslands gelegen vermogensbestanddeel van een krachtens het internationaal privaatrecht van het land van ligging aangewezen recht, ten opzichte van de andere partner een voordeel genoten dat hem niet zou zijn toegekomen indien het op grond van deze wet aangewezen recht zou zijn toegepast, dan kan die andere partner daarvan verrekening of vergoeding vorderen bij de in verband met de beëindiging of wijziging van het partnerschapsvermogensregime tussen de partners plaats vindende afrekening.



Artikel 18Uitoefening verhaal in Nederland op partner

Artikel 92, derde lid, van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is uitsluitend van toepassing terzake van verhaal dat in Nederland wordt uitgeoefend op:
a. een partner wiens partnerschapsvermogensregime wordt beheerst door het Nederlandse recht, of
b. een partner op wie ingevolge het bepaalde in artikel 16 van deze wet verhaal mogelijk is.



Artikel 19Buiten toepassing verklaring artikel 1:119 burgerlijk wetboek

Het bepaalde in artikel 119 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing indien de partners een ander recht op hun partnerschapsvermogensregime aanwijzen dan het recht dat tevoren daarop toepasselijk was.



Artikel 20Artikel 1:131 burgerlijk wetboek is van dwingend recht

Het bepaalde in artikel 131 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek is ook van toepassing wanneer het partnerschapsvermogensregime van de partners door een vreemd recht wordt beheerst.



Artikel 21Recht op gedeelte pensioenrechten

Of een partner bij beëindiging van het geregistreerd partnerschap met wederzijds goedvinden of door ontbinding recht heeft op een gedeelte van de door de andere partner opgebouwde pensioenrechten, wordt beheerst door het recht dat van toepassing is op het partnerschapsvermogensregime van de partners, behoudens het bepaalde in artikel 1, zevende lid, van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding.



Hoofdstuk 5. Beëindiging in Nederland van een geregistreerd partnerschap


Artikel 22Beëindiging geregistreerd partnerschap

Of een in Nederland aangegaan geregistreerd partnerschap kan worden beëindigd met wederzijds goedvinden of door ontbinding en op welke gronden, wordt bepaald door het Nederlandse recht.



Artikel 23Beëindiging buiten Nederland aangegaan partnerschap

1. Of een buiten Nederland aangegaan geregistreerd partnerschap kan worden beëindigd met wederzijds goedvinden of door ontbinding en op welke gronden, wordt bepaald door het Nederlandse recht.

2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid is het recht van de staat waar het geregistreerd partnerschap is aangegaan toegepasselijk indien in de door partners gesloten overeenkomst omtrent de beëindiging met wederzijds goedvinden van het geregistreerd partnerschap gezamenlijk een keuze voor dit recht is gedaan.

3. Ten aanzien van de beëindiging door ontbinding wordt in afwijking van het bepaalde in het eerste lid het recht van de staat waar het geregistreerd partnerschap is aangegaan toegepast, indien in het geding:
a. door de partners gezamenlijk een keuze voor dit recht is gedaan of een dergelijke keuze door een van de partners onweersproken is gebleven; of
b. door een van beide partners een keuze voor dit recht is gedaan en beide partners een werkelijke maatschappelijke band met de staat waar het geregistreerd partnerschap is aangegaan hebben.

4. Het Nederlandse recht bepaalt de wijze waarop de beëindiging met wederzijds goedvinden of de ontbinding van het buiten Nederland aangegane geregistreerd partnerschap geschiedt.



Hoofdstuk 6. Erkenning van een buiten Nederland tot stand gekomen beëindiging van een geregistreerd partnerschap


Artikel 24Beëindiging geregistreerd partnerschap buiten Nederland

1. Een buiten Nederland tot stand gekomen beëindiging met wederzijds goedvinden van het geregistreerd partnerschap wordt erkend indien zij aldaar rechtsgeldig tot stand is gebracht.

2. Een buiten Nederland na een behoorlijke rechtspleging verkregen ontbinding van het geregistreerd partnerschap wordt in Nederland erkend indien zij is tot stand gekomen door de beslissing van een rechter of andere autoriteit aan wie daartoe rechtsmacht toekwam.

3. Een buiten Nederland verkregen ontbinding van het geregistreerd partnerschap, die niet voldoet aan een of meer van de voorwaarden in het vorige lid gesteld, wordt toch in Nederland erkend, indien duidelijk blijkt dat de wederpartij in de buitenlandse procedure uitdrukkelijk of stilzwijgend hetzij tijdens die procedure heeft ingestemd met, hetzij zich na die procedure heeft neergelegd bij de ontbinding.



Hoofdstuk 7. Levensonderhoud


Artikel 25Verplichtingen tot levensonderhoud

Ten aanzien van een in Nederland of buiten Nederland aangegaan geregistreerd partnerschap wordt het recht dat van toepassing is op verplichtingen tot levensonderhoud gedurende het geregistreerd partnerschap en na beëindiging met wederzijds goedvinden of door ontbinding van het geregistreerd partnerschap bepaald door het op 2 oktober 1973 te 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake de wet die van toepassing is op onderhoudsverplichtingen (Trb. 1974, 86).



Hoofdstuk 8. Wijzigingen in andere regelgeving


Artikel 26 [Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 1.]
Artikel 27 [Wijzigt de Wet conflictenrecht huwelijk.]
Artikel 28 [Wijzigt de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding.]



Hoofdstuk 9. Slotbepalingen


Artikel 29Geen terugwerkende kracht van deze wet

1. Deze wet is niet van toepassing op geregistreerde partnerschappen die voor het tijdstip van haar inwerkingtreding zijn aangegaan.

2. In afwijking van het eerste lid is artikel 21 van deze wet van toepassing op de verevening van pensioenrechten ingeval het geregistreerde partnerschap na het tijdstip van de inwerkingtreding van deze wet is beëindigd of ontbonden.



Artikel 30

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.



Artikel 31

Deze wet wordt aangehaald als: Wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap.

-

De wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap is voor het laatst geactualiseerd op: 13 oktober 2011.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

    Naar vorige pagina                                                       Naar de inhoudsopgave    
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl