Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Wet op de rechterlijke organisatie
<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >



Vierde afdeling. De gerechtshoven

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 58Werkzaam bij gerechtshoven

1. Rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast, werkzaam bij de gerechtshoven zijn:
a. senior raadsheren;
b. raadsheren;
c. raadsheren-plaatsvervangers.

2. De rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast in een gerechtshof zijn van rechtswege raadsheer-plaatsvervanger in de overige gerechtshoven.



Artikel 58a [Vervallen per 01-01-2002]



Artikel 59 [Vervallen per 01-01-2013]



Artikelen 59a t/m 59i [Vervallen per 01-06-1999]



Artikel 60Gerechtshoven oordelen in hoger beroep

1.De gerechtshoven oordelen in hoger beroep over de daarvoor vatbare vonnissen, beschikkingen en uitspraken in burgerlijke zaken, strafzaken en belastingzaken van de rechtbanken in hun ressort.

2.Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op het aan hoger beroep onderworpen deel van het vonnis van een rechtbank in een strafzaak dat betrekking heeft op de vordering van de benadeelde partij indien de vordering meer dan € 1 750 bedraagt.

3.Het bestuur van het gerechtshof kan uit de bij het gerecht werkzame rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast raadsheren-commissarissen aanwijzen, belast met de behandeling van strafzaken.



Artikel 60a [Vervallen per 01-01-2005]



Artikel 61Gerechtshoven nemen kennis van jurisdictiegeschillen

De gerechtshoven nemen in eerste aanleg, tevens in hoogste ressort, kennis van jurisdictiegeschillen tussen rechtbanken binnen hun rechtsgebied, met uitzondering van geschillen als bedoeld in artikel 8:9 van de Algemene wet bestuursrecht.



Artikelen 61a en 61b [Vervallen per 01-01-2002]



Artikel 62Gerechtshoven nemen kennis van hoger beroep

1.De gerechtshoven nemen in eerste aanleg, tevens in hoogste ressort, kennis van de voor hoger beroep vatbare burgerlijke zaken waarin partijen zijn overeengekomen deze bij de aanvang van het geding bij wege van prorogatie aanhangig te maken bij het gerechtshof dat in hoger beroep bevoegd zou zijn.

2.Het eerste lid is niet van toepassing op zaken die niet ter vrije bepaling van partijen staan.



Artikel 62aZittingscapaciteit

1. Bij tijdelijk gebrek aan voldoende zittingscapaciteit binnen het ressort kan Onze Minister, de Raad gehoord, tijdelijk een ander gerechtshof aanwijzen waarnaar het gerechtshof zaken die behoren tot een in de aanwijzing te bepalen categorie ter behandeling en beslissing kan verwijzen.

2. In de aanwijzing bepaalt Onze Minister voor welke periode de aanwijzing geldt. De aanwijzing geldt ten hoogste drie jaren en kan eenmaal worden verlengd voor de duur van ten hoogste een jaar.

3. Indien de aanwijzing betrekking heeft op strafzaken vindt de aanwijzing niet plaats dan nadat Onze Minister daarover het College van procureurs-generaal heeft gehoord.

4. De aanwijzing wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

5. Het derde en vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een verlenging van de aanwijzing.



Artikel 62bGerechtshof

Het gerechtshof kan een zaak ter verdere behandeling verwijzen naar een ander gerechtshof, indien naar zijn oordeel door betrokkenheid van het gerechtshof behandeling van die zaak door een ander gerechtshof gewenst is.



Paragraaf 2. Vorming en bezetting van kamers

Artikel 63Zaken met onverwijlde spoed

1.Het bestuur vormt voor het behandelen en beslissen van zaken waarvoor in verband met onverwijlde spoed een voorziening wordt gevraagd enkelvoudige kamers en bepaalt de bezetting daarvan. Deze kamers kunnen ook andere bij de wet aan hen toebedeelde zaken behandelen en beslissen.

2.Degene die zitting heeft in een enkelvoudige kamer als bedoeld in het eerste lid draagt de titel van voorzieningenrechter.



Artikel 64Vonnis gewezen door economische kamers

Het bestuur vormt voor het behandelen en beslissen van zaken waarin door de economische kamers van de rechtbanken vonnis is gewezen dan wel een bevel of een beschikking is gegeven, enkelvoudige en meervoudige kamers onder de benaming van economische kamers. Het bestuur bepaalt de bezetting van deze kamers.



Artikel 65Uitspraak gedaan door douanekamers

Het bestuur van het gerechtshof Amsterdam vormt voor het behandelen en beslissen in hoger beroep van zaken waarin door de douanekamers van de rechtbank Noord-Holland uitspraak is gedaan enkelvoudige en meervoudige kamers onder de benaming van douanekamers. Het bestuur bepaalt de bezetting van deze kamers.



Artikel 66Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek

1. Het bestuur van het gerechtshof Amsterdam vormt voor het behandelen en beslissen van zaken als bedoeld in Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, de artikelen 173, 217 en 218 van de Pensioenwet, artikel 5 van de Wet op de Europese ondernemingsraden, artikel 26 van de Wet op de ondernemingsraden, artikel 36 van de Wet medezeggenschap op scholen en de artikelen 997 en 1000 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een meervoudige kamer onder de benaming van ondernemingskamer en bepaalt de bezetting daarvan.

2. De ondernemingskamer bestaat uit drie rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast en twee personen, niet zijnde rechterlijk ambtenaar, als deskundige leden. Op de deskundige leden zijn de artikelen 7, derde lid, 12 en 13 tot en met 13g van deze wet en de artikelen 46c, 46d, 46f, 46i, met uitzondering van het eerste lid, onderdeel c, 46j, 46l, eerste en derde lid, 46m, 46o en 46p van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor de overeenkomstige toepassing van artikel 46j onderscheidenlijk artikel 46o, tweede lid, onder functionele autoriteit wordt verstaan: bestuur onderscheidenlijk president van het gerecht. Tevens zijn de artikelen 44, eerste, vierde tot en met achtste en tiende lid, en 44a, eerste tot en met achtste en tiende lid, van deze wet op hen van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het bestuur van het gerecht wordt aangemerkt als hun functionele autoriteit, zij voor de overeenkomstige toepassing van artikel 44, eerste en zevende lid, worden gelijkgesteld met plaatsvervangers in hetzelfde gerecht, en de president van het gerecht ten aanzien van hen de bevoegdheid, bedoeld in artikel 44, zesde lid, uitoefent.

3. Het bestuur van het gerechtshof Den Haag vormt voor het behandelen en beslissen van zaken als bedoeld in artikel 46d, onderdeel i, van de Wet op de ondernemingsraden een meervoudige kamer en bepaalt de bezetting daarvan. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.

4. De deskundige leden worden bij koninklijk besluit benoemd voor een periode van vijf jaar. Er kunnen ook plaatsvervangers worden benoemd.

5. De deskundige leden leggen alvorens zij met hun werkzaamheden aanvangen de eed of belofte af volgens het formulier zoals dat is vastgesteld in de bijlage bij deze wet. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over hun beëdiging.

6. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het kostuum, de afwezigheid, de afwisseling, de vergoeding voor reis- en verblijfskosten en nadere vergoeding van de deskundige leden en hun plaatsvervangers.



Artikel 67Wetboek van Strafvordering

1. Het bestuur van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vormt een meervoudige kamer die is belast met het behandelen en beslissen van zaken in beroep als bedoeld in de artikelen 502, 509v en 509ff van het Wetboek van Strafvordering. Het bestuur bepaalt de bezetting van deze kamer.

2. Deze kamer is voorts belast met de hem opgedragen taken in artikel 43, derde lid, van de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen en de artikelen 2:11, derde lid, en 2:27, vierde lid, van de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties.

3. Deze kamer wordt voor de beslissing in zaken in beroep als bedoeld in de artikelen 502, 509v en 509ff van het Wetboek van Strafvordering aangevuld met twee personen, niet zijnde rechterlijk ambtenaar, als deskundige leden. In de overige zaken kan de voorzitter van de kamer deze leden toevoegen. Op de deskundige leden zijn de artikelen 7, derde lid, 12 en 13 tot en met 13g van deze wet en de artikelen 46c, 46d, 46f, 46i, met uitzondering van het eerste lid, onderdeel c, 46j, 46l, eerste en derde lid, 46m, 46o en 46p van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor de overeenkomstige toepassing van artikel 46j onderscheidenlijk artikel 46o, tweede lid, onder functionele autoriteit wordt verstaan: bestuur onderscheidenlijk president van het gerecht. Tevens zijn de artikelen 44, eerste, vierde tot en met achtste en tiende lid, en 44a, eerste tot en met achtste en tiende lid, van deze wet op hen van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het bestuur van het gerecht wordt aangemerkt als hun functionele autoriteit, zij voor de overeenkomstige toepassing van artikel 44, eerste en zevende lid, worden gelijkgesteld met plaatsvervangers in hetzelfde gerecht, en de president van het gerecht ten aanzien van hen de bevoegdheid, bedoeld in artikel 44, zesde lid, uitoefent.

4. De deskundige leden worden bij koninklijk besluit benoemd voor een periode van vijf jaar. Er kunnen ook plaatsvervangers worden benoemd.

5. De deskundige leden leggen alvorens zij met hun werkzaamheden aanvangen de eed of belofte af volgens het formulier zoals dat is vastgesteld in de bijlage bij deze wet. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over hun beëdiging.

6. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het kostuum, de afwezigheid, de afwisseling, de vergoeding voor reis- en verblijfskosten en nadere vergoeding van de deskundige leden en hun plaatsvervangers.



Artikel 68Militaire kamer

1. Het bestuur van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vormt voor het behandelen en beslissen van zaken waarin door de militaire kamer van de rechtbank Gelderland vonnis is gewezen een meervoudige kamer onder de benaming van militaire kamer. Het bestuur bepaalt de bezetting van deze kamer.

2. De militaire kamer bestaat uit twee rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast en een militair lid, dat bij voorkeur behoort tot het krijgsmachtdeel waartoe de verdachte behoort of behoorde. Bij de behandeling van een zaak tegen verdachten van verschillende krijgsmachtdelen bepaalt de voorzitter van de kamer uit welk krijgsmachtdeel het militaire lid afkomstig is. Op het militaire lid zijn de artikelen 7, derde lid, 12 en 13 tot en met 13g van overeenkomstige toepassing. Tevens zijn de artikelen 44, eerste, vierde tot en met achtste en tiende lid, en 44a, eerste tot en met achtste en tiende lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren op dit lid van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het bestuur van het gerecht wordt aangemerkt als zijn functionele autoriteit, dit lid voor de overeenkomstige toepassing van artikel 44, eerste en zevende lid, wordt gelijkgesteld met plaatsvervangers in hetzelfde gerecht, en de president van het gerecht ten aanzien van dit lid de bevoegdheid, bedoeld in artikel 44, zesde lid, uitoefent.

3. De militaire kamer oordeelt ook over het beklag over niet vervolging in militaire zaken als bedoeld in artikel 12 van het Wetboek van Strafvordering.



Artikel 69Pachtwet

1. Het bestuur van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vormt voor het behandelen en beslissen van zaken als bedoeld in artikel 1019o, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, een meervoudige kamer onder de benaming van pachtkamer. Het bestuur bepaalt de bezetting van deze kamer.

2. De pachtkamer bestaat uit drie rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast en twee personen, niet zijnde rechterlijk ambtenaar, als deskundige leden. Op de deskundige leden zijn de artikelen 7, derde lid, 12 en 13 tot en met 13g van overeenkomstige toepassing.



Artikel 69aBenoeming leden pachtkamer

1. De deskundige leden van de pachtkamer van het gerechtshof en hun plaatsvervangers worden benoemd bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Minister. Zij worden genoemd raad, onderscheidenlijk plaatsvervangende raad in de pachtkamer van het gerechtshof.

2. Het bepaalde in de artikelen 48a, tweede, derde, vierde, vijfde lid en zesde lid, en 48b is mede op deze leden en hun plaatsvervangers van toepassing.



Artikel 70Zaaizaad- en plantgoedwet

1. Het bestuur van het gerechtshof Den Haag vormt voor het behandelen en beslissen van zaken als bedoeld in artikel 78, derde lid, van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005, een meervoudige kamer onder de benaming van kamer voor het kwekersrecht. Het bestuur bepaalt de bezetting van deze kamer.

2. De kamer voor het kwekersrecht bestaat uit drie rechterlijke ambtenaren met rechtspraak belast en twee personen, niet zijnde rechterlijk ambtenaar, als deskundige leden. Op de deskundige leden zijn de artikelen 7, derde lid, 12 en 13 tot en met 13g van overeenkomstige toepassing. Tevens zijn de artikelen 44, eerste, vierde tot en met achtste en tiende lid, en 44a, eerste tot en met achtste en tiende lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren op deze leden van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het bestuur van het gerecht wordt aangemerkt als hun functionele autoriteit, zij voor de overeenkomstige toepassing van artikel 44, eerste en zevende lid, worden gelijkgesteld met plaatsvervangers in hetzelfde gerecht, en de president van het gerecht ten aanzien van hen de bevoegdheid, bedoeld in artikel 44, zesde lid, uitoefent.



Artikel 71Verkeersvoorschriften

Het bestuur van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vormt enkelvoudige en meervoudige kamers voor het behandelen en beslissen van zaken op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften en op basis van artikel 154b van de Gemeentewet. Het bestuur bepaalt de bezetting van deze kamers.

-

De wet op de rechterlijke organisatie is voor het laatst geactualiseerd op: 19 februari 2014.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar vorige pagina                                                       Naar volgende pagina     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl