Zevende titel. Hoger beroep
Eerste afdeeling. Van de zaken aan hooger beroep onderworpen
Artikel 332Partijen kunnen in hoger beroep komen
1.Partijen kunnen van een in eerste aanleg gewezen vonnis in hoger beroep komen, tenzij de vordering waarover de rechter in eerste aanleg had te beslissen niet meer beloopt dan € 1750 of, in geval van een vordering van onbepaalde waarde, er duidelijke aanwijzingen bestaan dat de vordering geen hogere waarde vertegenwoordigt dan € 1750, een en ander tenzij de wet anders bepaalt. Voor de toepassing van de eerste zin wordt de tot aan de dag van dagvaarding in eerste aanleg verschenen rente bij de vordering inbegrepen.
2.Indien de zaak meer dan één vordering tussen dezelfde partijen betreft, is voor de toepassing van het eerste lid beslissend het totale beloop of de totale waarde van deze vorderingen.
3.Was in eerste aanleg een eis in reconventie ingesteld, dan is voor de toepassing van het eerste lid beslissend het totale beloop of de totale waarde van de vordering in conventie en van de vordering in reconventie, met dien verstande dat met betrekking tot de vordering in reconventie de rente wordt berekend tot aan de dag van instelling van de eis in reconventie. Indien echter de beide zaken zijn gesplitst en daarin afzonderlijk is beslist, zijn op elk van beide vonnissen de gewone regels voor de vatbaarheid voor hoger beroep van toepassing.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
Artikel 333Geen hoger beroep staat open
Geen hoger beroep staat open in zaken die slechts rechtsgevolgen betreffen die ter vrije bepaling van partijen staan en waarbij partijen zijn overeengekomen van hoger beroep af te zien. In zaken als bedoeld in artikel 96 staat hoger beroep slechts open indien partijen zich dat beroep, binnen de grenzen van artikel 332, hebben voorbehouden.
Artikel 334Partij welke zal berust hebben in een vonnis
Elke partij welke zal berust hebben in een vonnis, kan niet meer ontvankelijk zijn om daarvan te komen in hooger beroep.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
Artikel 335Veroordelingen bij verstek
1. Van veroordeelingen bij verstek valt geen hooger beroep, doch indien de oorspronkelijke eischer van het vonnis in hooger beroep komt, zal de gedaagde alle zijne verdedigingen insgelijks in het hooger beroep kunnen doen gelden, zelfs bij wege van incidenteel beroep, zonder van het middel van verzet in eersten aanleg meer te kunnen gebruik maken.
2. In afwijking van het eerste lid kan de gedaagde die niet is verschenen of het griffierecht niet tijdig heeft voldaan van een vonnis als bedoeld in artikel 140, derde lid, in hoger beroep komen, mits hij vooraf bij voorraad, tegen het stellen van zekerheid, aan het vonnis voldoet, zelfs wanneer dat vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad was verklaard.
Artikel 336 [Vervallen per 01-01-2002]
Artikel 337Vonnissen waarbij voorlopige voorziening wordt getroffen
1.Van vonnissen waarbij een voorlopige voorziening wordt getroffen of geweigerd, kan hoger beroep worden ingesteld voordat het eindvonnis is gewezen.
2.Van andere tussenvonnissen kan hoger beroep slechts tegelijk met dat van het eindvonnis worden ingesteld, tenzij de rechter anders heeft bepaald.
Artikel 338 [Vervallen per 01-01-1897]
Het wetboek van burgerlijke rechtsvordering is voor het laatst geactualiseerd op: 27 februari 2014.
De status van deze wet is: zeer goed.
Klik hier voor meer informatie.
Uwwet.nl