- rechtspraak
Datum uitspraak: 30-06-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Artikel 143 lid 3 Rv bepaalt dat de verzettermijn, buiten de gevallen bedoeld in het tweede lid, aanvangt op de dag waarop het vonnis ten uitvoer is gelegd. Blijkens artikel 144 onder b Rv wordt een vonnis in geval van derdenbeslag op een vordering geacht ten uitvoer te zijn gelegd na de uitbetaling aan de beslaglegger.
Onverkorte toepassing van deze regeling van de verzettermijn moet echter achterwege blijven indien dit tot een resultaat leidt dat niet voldoet aan de eisen van een eerlijk proces als bedoeld in
artikel 6 EVRM (HR 16 januari 2004, LJN: AM2341).
De rechtbank is,
van oordeel dat
vorderingen betreffende een arbeidsovereenkomst en/of huurovereenkomst zijn en dat deze op grond van artikel 93 onder c Rv door de kantonrechter dienen te worden behandeld en beslist.
De rechtbank zal deze aardvorderingen ingevolge artikel 94 lid 2 en 3 juncto artikel 71 lid 2 Rv verwijzen naar de sector kanton van deze rechtbank.
De rechtbank overweegt dat artikel 843a Rv partijen recht geeft op inzage, afschrift of uitreksel van bescheiden indien is voldaan aan drie cumulatieve voorwaarden, te weten (1) eiser dient een rechtmatig belang te hebben bij afgifte van de gevraagde bescheiden, (2) het moet gaan om bepaalde bescheiden en (3) het moet gaan om bescheiden aangaande een rechtsbetrekking waarin eiser of zijn rechtsvoorganger partij is.
Artikel 162 lid 1 Rv bepaalt dat de rechter in de loop van een geding, op verzoek of ambtshalve, aan partijen of aan een van hen de openlegging kan bevelen van de boeken, bescheiden en geschriften, die zij ingevolge de wet moeten houden, maken of bewaren.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl