- rechtspraak
Datum uitspraak: 10-08-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
In het algemeen geldt als uitgangspunt bij executiegeschillen dat voor schorsing van de tenuitvoerlegging van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis slechts plaats is, indien de executant mede gelet op de belangen van de geëxecuteerde geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van zijn bevoegdheid om in afwachting van de uitslag van het hoger beroep tot tenuitvoerlegging over te gaan. Dit (voor de wederpartij van de executant zeer strenge) uitgangspunt is echter niet althans veel minder bruikbaar in een situatie waarin, nog daargelaten de uitkomst van een ingesteld hoger beroep, zelfs in geschil is of de executant op basis van het vonnis waarvan beroep (nog) iets te executeren heeft.
Nu het vonnis geen uitsluitsel geeft omtrent de omvang van de verschuldigde toelage, past naar het oordeel van het hof meer terughoudendheid bij het nemen van executiemaatregelen dan in het geval waarin het bedrag waarop de executant meent recht te hebben al geconcretiseerd is toegewezen in eerste aanleg en de executant in zoverre dus als het ware “met één/nul voorstaat”. Daarbij dient voor ogen te worden gehouden dat indien aan een veroordeling in eerste aanleg reeds geheel is voldaan, verdere executie immers hoe dan ook onrechtmatig is en aan een eventuele belangenafweging niet meer wordt toegekomen.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl