




- rechtspraak
Datum uitspraak: 06-07-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Uit de jurisprudentie (HR 22 januari 1982, NJ 1982, 505, nadien herhaaldelijk bevestigd) volgt echter dat de aanwezigheid van het spoedeisend belang een noodzakelijk en apart te toetsen vereiste is voor toewijzing van een geldvordering in kort geding. Hetgeen Boonk Van Leeuwen in dit verband heeft gesteld, kan – ook indien met welwillende blik bezien – niet tot het oordeel leiden dat van de vereiste spoedeisendheid sprake is. De enkele omstandigheid dat de verschuldigdheid van het bedrag door VSMPO niet zou worden betwist – welke stelling overigens door het verweer ter zitting achterhaald is –, brengt niet mee dat van spoedeisendheid geen sprake hoeft te zijn en de vordering in kort geding voor toewijzing gereed ligt.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl


