




- rechtspraak
Datum uitspraak: 07-07-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
De leer van de bindende eindbeslissing houdt in dat de rechter in beginsel in dezelfde instantie niet meer kan terugkomen van door hem gegeven eindbeslissingen. De eisen van een goede procesorde brengen echter mee dat de rechter, aan wie is gebleken dat een eerdere door hem gegeven, maar niet in een einduitspraak vervatte eindbeslissing berust op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag, bevoegd is om, nadat partijen de gelegenheid hebben gekregen zich dienaangaande uit te laten, over te gaan tot heroverweging van die eindbeslissing, teneinde te voorkomen dat hij op een ondeugdelijke grondslag een einduitspraak zou doen (Hoge Raad 25 april 2008, LJN: BC2800).
Gelet op de hiervoor weergegeven rechtspraak is het nog steeds zo dat de rechter bevoegd is aan een verzoek terug te komen van een bindende eindbeslissing voorbij te gaan indien dat verzoek gestoeld is op feiten en stellingen die reeds eerder in de procedure ter kennis van de rechtbank en de wederpartij zijn gebracht of, gelet op het partijdebat, ter kennis van de rechtbank en de wederpartij hadden moeten zijn gebracht (Hof Arnhem 6 april 2010, LJN: BM 1182).
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl


