- rechtspraak
Datum uitspraak: 28-06-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Artikel 438 Rv bepaalt dat een executiegeschil voor de rechtbank wordt gebracht. Het tweede lid van artikel 438 Rv bepaalt dat voor het verkrijgen van een voorziening bij voorraad het geschil ook kan worden gebracht in kort geding voor de voorzieningenrechter van de volgens het eerste lid bevoegde rechtbank. Nu de kantonrechter van de sector kanton ook onderdeel uitmaakt van de in het eerste lid bevoegde rechtbank kan hij eveneens als die voorzieningenrechter optreden wanneer hij moet oordelen in kort geding over een geschil in verband met een uitspraak in een kantonzaak.
Uitgangspunt is dat de executie van een rechterlijke uitspraak kan worden opgeschort indien de executant misbruik van recht maakt door die uitspraak ten uitvoer te leggen. Bij de vraag of sprake is van misbruik van recht dient de voorzieningenrechter zich in beginsel te beperken tot een onderzoek naar de vraag of de uitspraak berust op juridische of feitelijke misslagen of dat zich nieuwe feiten hebben voorgedaan, die maken dat executie de geëxecuteerde in een noodtoestand zal brengen. De voorzieningenrechter dient zich dan ook in beginsel te onthouden van een oordeel over de juistheid van de te executeren uitspraak en van een prognose over de kans van slagen van het tegen de uitspraak ingestelde hoger beroep. De ratio van deze regel is dat een executiegeschil niet mag dienen als een verkapt appel.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl