- rechtspraak
Datum uitspraak: 25-05-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Uit de wetsgeschiedenis (Nota TK 26 089, nr. 6, p. 36) volgt dat ook na een ontbinding van de huurovereenkomst de in artikel 7:230 BW bedoelde situatie zich kan voordoen. Deze situatie doet zich voor "indien de verhuurder zijn recht tot tenuitvoerlegging van het vonnis zou prijsgeven of dit recht zou hebben verwerkt".
Art. 556 lid 1 Rv schrijft immers voor dat de gedwongen ontruiming geschiedt door een deurwaarder en vormt in dit opzicht een uitzondering op het bepaalde in art. 3:299 BW. De deurwaarder zelf behoeft geen rechterlijke machtiging om de hulp van de sterke arm te kunnen inroepen. Die bevoegdheid ontleent hij rechtstreeks aan art. 557 Rv, waarin art. 444 Rv van overeenkomstige toepassing wordt verklaard.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl