- rechtspraak
Datum uitspraak: 11-08-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
De rechtbank is voorshands van oordeel dat, tenzij in het kader van een echtscheidingsprocedure verdeling van een huwelijksgoederengemeenschap wordt gevraagd als nevenvoorziening, de procedure tot verdeling van een huwelijksgoederengemeenschap als zelfstandige vordering door een dagvaarding dient te worden ingeleid. Dit gelet op het feit - in samenhang met art. 261 lid 2 Rv waarin is bepaald dat enkel die zaken met een verzoekschrift worden ingeleid ten aanzien waarvan dit uit de wet voortvloeit - dat in art. 677 Rv, hetgeen handelt over de verdeling van gemeenschappen, wordt gesproken over ‘het vonnis’ en ‘de vordering’.
De rechtbank komt het geraden voor om partijen eerst in de gelegenheid te stellen zich uit te spreken over het voorshands oordeel van de rechtbank dat een zelfstandige vordering tot verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap enkel bij dagvaarding kan worden ingeleid. Indien de rechtbank, na de – eventuele – uitlatingen van partijen bij haar voorshands oordeel blijft dat verzoekster het verkeerde inleidende processtuk heeft gehanteerd, dan dient te worden gehandeld in overeenstemming met het bepaalde in art. 69 Rv.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl