Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BM7789, Raad van State , 200907830/1/H1

Datum uitspraak: 16-06-2010
Inhoudsindicatie: Bij besluit van 21 januari 2008 heeft het dagelijks bestuur vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het plaatsen van een koelunit en een tuinkast ter afscherming van de koelunit in de tuin achter het gebouw Keizersgracht 736 A-C te Amsterdam (hierna: het perceel).





Uitspraak

200907830/1/H1.
Datum uitspraak: 16 juni 2010

AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "Hectic Electric B.V.", gevestigd te Amsterdam,
appellante,

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 1 september 2009 in zaak nr. 08/2346 in het geding tussen:

Hectic Electric,

en

het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum.





1. Procesverloop

Bij besluit van 21 januari 2008 heeft het dagelijks bestuur vrijstelling en bouwvergunning verleend voor het plaatsen van een koelunit en een tuinkast ter afscherming van de koelunit in de tuin achter het gebouw Keizersgracht 736 A-C te Amsterdam (hierna: het perceel).

Bij besluit van 6 mei 2008 heeft het dagelijks bestuur de door Werkgroep Keurtuinen & Groen van Wijkcentrum d'Oude Stadt en [belanghebbende] daartegen gemaakte bezwaren gegrond verklaard en alsnog geweigerd vrijstelling en bouwvergunning te verlenen voor het bouwplan.

Bij uitspraak van 1 september 2009, verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het door Hectic Electric daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft Hectic Electric bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 9 oktober 2009, hoger beroep ingesteld. De gronden van het hoger beroep zijn aangevuld bij brief van 10 november 2009.

Het dagelijks bestuur heeft een verweerschrift ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 10 mei 2010, waar Hectic Electric, vertegenwoordigd door M. Kubbinga, bijgestaan door mr. F. Frank, advocaat te Amsterdam, en het dagelijks bestuur, vertegenwoordigd door mr. H.D. Hosper, werkzaam bij de gemeente, zijn verschenen. Voorts zijn ter zitting gehoord de Werkgroep Keurtuinen & Groen van Wijkcentrum d'Oude Stadt, vertegenwoordigd door [leden], en [belanghebbende], vertegenwoordigd door mr. O.V. Wilkens, rechtsbijstandverlener te Utrecht.





2. Overwegingen

2.1. Het bouwplan voorziet in het plaatsen van een koelunit met een tuinkast in het midden van de tuin achter het gebouw. De voorziene tuinkast zal 3,22 m breed zijn en 1,15 m diep. De hoogte van de tuinkast zal 2 m zijn.

2.2. Ingevolge het ter plaatse geldende bestemmingsplan "Vijzelstraat/Amstel" (hierna: het bestemmingsplan) rust op de grond waarop het bouwplan is voorzien, de bestemming "Tuinen en erven", met de aanduiding "Keurtuinen".

Ingevolge artikel 5, eerste lid, van de planvoorschriften zijn de gronden die op de plankaart zijn bestemd tot "Tuinen en erven" aangewezen voor tuinen en erven, alsmede voor keurtuinen ter plaatse waar op de plankaart de aanduiding "Keurtuinen" voorkomt.

Ingevolge de in het tweede lid opgenomen beschrijving in hoofdlijnen is op gronden met de nadere aanduiding "Keurtuinen" met vrijstelling de bouw van een tuinhuis mogelijk. Onder de keurtuinen zal geen bebouwing voor parkeerdoeleinden worden gerealiseerd teneinde deze van oudsher bijzonder tuinen te beschermen. Voorts verlenen burgemeester en wethouders geen vrijstelling als bedoeld in artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor bebouwing op de tot keurtuin aangeduide gronden.

Ingevolge het derde lid mogen op de tot tuinen en erven bestemde gronden uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen.

a. Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse waar op de plankaart de nadere aanduiding "te handhaven bebouwing in geval van restauratie/verbetering" voorkomt. Dit houdt in dat gebouwen die aanwezig zijn ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van het plan, mogen worden gehandhaafd en in zijn geheel vernieuwd, echter niet worden vergroot.

b. In geval van nieuwbouw van de hoofdbebouwing op de tot gemengde doeleinden of maatschappelijke doeleinden bestemde gronden mogen de in lid 3, sub a, bedoelde gebouwen op het zelfde bouwperceel niet worden gehandhaafd.

c. De goot- en bouwhoogtes van de gebouwen als bedoeld in lid 3, sub a, bedragen ten hoogste de goot- en bouwhoogte zoals aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan.

d. Balkons, erkers, galerijen, buitentrappen of andere ondergeschikte delen van gebouwen, voor zover aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, mogen geheel worden vernieuwd, doch niet worden vergroot.

e. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 2 meter ten opzichte van het gemiddelde maaiveldniveau van het omringende binnenterrein.

2.3. Hectic Electric heeft ter zitting te kennen gegeven dat zij het beroep op het gelijkheidsbeginsel intrekt.

2.4. Hectic Electric betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat voor realisering van het bouwplan geen vrijstelling nodig is, omdat het bouwplan in overeenstemming is met het bestemmingsplan.

2.4.1. Dit betoog faalt. Weliswaar heeft Hectic Electric terecht aangevoerd dat de in artikel 5 van de planvoorschriften opgenomen bepalingen, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald, ook van toepassing zijn op gronden met de nadere aanduiding "Keurtuinen", maar dat betekent niet dat het bouwplan binnen het bestemmingsplan past. Nu de koelunit tot doel heeft om ruimtes in het kantoorgebouw te koelen, staan de koelunit en de tuinkast niet ten dienste van de bestemming "Tuinen en erven", zodat het bouwplan in strijd is met artikel 5, derde lid, van de planvoorschriften.

2.5. Hectic Electric betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat het dagelijks bestuur het besluit van 6 mei 2008 heeft genomen in strijd met het verbod van willekeur door hierin een ander standpunt in te nemen zonder dat in bezwaar nieuwe, niet reeds bij het primaire besluit betrokken, argumenten naar voren zijn gebracht.

2.5.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 1 oktober 2008 in zaak nr. 200708648/1) volgt uit artikel 7:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht dat op grondslag van het bezwaar een heroverweging plaats vindt. De bezwaarschriftenprocedure is bedoeld voor een volledige heroverweging die niet is gebonden aan argumenten of omstandigheden die in het bezwaarschrift aan de orde zijn gesteld. Gelet hierop heeft de rechtbank terecht overwogen dat het dagelijks bestuur, zijn standpunt naar aanleiding van de heroverweging mag wijzigen, los van de ingediende bezwaren. Het betoog slaagt niet.

2.6. Hectic Electric betoogt voorts dat de rechtbank heeft miskend dat het dagelijks bestuur niet in redelijkheid heeft kunnen weigeren vrijstelling van het bestemmingsplan te verlenen. Zij voert daartoe aan dat het dagelijks bestuur een onredelijke en onjuiste belangenafweging aan de weigering ten grondslag heeft gelegd. Voorts voert Hectic Electric in dit verband aan dat het dagelijks bestuur zich in de inmiddels aangevangen handhavingsprocedure op het standpunt heeft gesteld dat het bouwplan geen geluidsoverlast voor omwonenden zal meebrengen en Hectic Electric een groot belang heeft bij het plaatsen van een koelunit.

2.6.1. Het dagelijks bestuur heeft aan de weigering ten grondslag gelegd dat ten aanzien van het bouwen in keurtuinen een stringent beleid wordt gehanteerd teneinde het open en groene karakter van de binnenterreinen en de bijzondere cultuurhistorische waarden van de keurtuinen te behouden. Omdat Hectic Electric niet aannemelijk heeft gemaakt dat het plaatsen van de koelunit absoluut noodzakelijk is voor haar bedrijfsvoering, heeft het dagelijks bestuur het belang van het behoud van de keurtuinen laten prevaleren boven het belang van Hectic Electric bij het aanbrengen van de koelunit.

Uit de beperkte bebouwingsmogelijkheden die artikel 5 van de planvoorschriften voor keurtuinen biedt en hetgeen in de toelichting bij het bestemmingsplan is vermeld, blijkt dat het bestemmingsplan de bijzondere cultuurhistorische waarden van de keurtuinen beoogt te behouden en te herstellen. De rechtbank heeft dan ook terecht geen grond gevonden voor het oordeel dat het dagelijks bestuur aan het behoud van het bijzondere karakter van de keurtuin geen groot gewicht mocht toekennen. Dat, zoals door Hectic Electric in hoger beroep aangevoerd, in nabij gelegen keurtuinen bouwwerken zijn opgericht leidt evenmin tot dit oordeel, nu het dagelijks bestuur hiervoor geen vrijstelling en bouwvergunning heeft verleend.

Het dagelijks bestuur heeft zich bij de afweging van dit voor hem zwaarwegende belang tegen de belangen van Hectic Electric echter ten onrechte op het standpunt gesteld dat de noodzaak van de koelunit voor de bedrijfsvoering van Hectic Electric niet aannemelijk is gemaakt. Zoals ter zitting door het college is bevestigd, is het dagelijks bestuur thans, en ook reeds ten tijde van het nemen van het primaire besluit, op de hoogte van het feit dat een koelingssysteem noodzakelijk is om de in het bedrijf aanwezige grafische computers te koelen, teneinde beschadiging ervan te voorkomen. Dit belang van Hectic Electric heeft in de aan het primaire besluit ten grondslag liggende belangenafweging geprevaleerd boven het belang van het behoud van het bijzondere karakter van de keurtuinen en was voor het dagelijks bestuur reden om in weerwil van een negatief advies van de commissie voor Welstand en Monumenten (hierna: de welstandscommissie) vrijstelling en bouwvergunning te verlenen. Nu het dagelijks bestuur de noodzaak van de koelunit voor de bedrijfsvoering niet in aanmerking heeft genomen, is het besluit op bezwaar van 6 mei 2008 niet gebaseerd op een juiste belangenafweging en wordt het niet gedragen door een deugdelijke motivering. De rechtbank heeft dat niet onderkend. Het betoog slaagt. De aangevallen uitspraak en het besluit van 6 mei 2008 dienen te worden vernietigd.

2.7. Hectic Electric betoogt voorts dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat het dagelijks bestuur zonder nadere motivering doorslaggevende betekenis heeft kunnen toekennen aan het door de welstandscommissie uitgebrachte negatieve welstandsadvies van 17 mei 2006. Zij voert daartoe aan het welstandsadvies evident gebrekkig is omdat het de bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt onmogelijk maakt.

2.7.1. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen in de uitspraak van 14 juni 2006 in zaak nr. 200504912/1 dient de welstandstoets zich in beginsel te richten naar de bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. Het welstandsoordeel mag niet leiden tot een belemmering van de verwezenlijking van de bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt.

2.7.2. De welstandscommissie heeft op 17 mei 2006 een negatief welstandsadvies uitgebracht, dat is aangevuld met het advies van 8 december 2009. De welstandscommissie heeft zich op het standpunt gesteld dat de voorgestelde positionering van het bouwplan in de keurtuin onaanvaardbaar is, aangezien het een oneigenlijk element in de keurtuin is. De welstandscommissie acht de forse tuinkast als omkasting van de koelunit niet wenselijk omdat het de karakteristiek van de keurtuin aantast. Nu de welstandscommissie positionering van het bouwplan op een andere locatie in de keurtuin, dichter bij de hoofdbebouwing, wel aanvaardbaar acht en het bestemmingsplan geen exacte plaatsaanduiding geeft voor mogelijke bebouwing in de keurtuin, leidt het welstandsadvies niet tot een onaanvaardbare belemmering voor de verwezenlijking van de bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. De rechtbank heeft dan ook terecht geen grond gevonden voor het oordeel dat het dagelijks bestuur het advies van de welstandscommissie niet aan zijn besluit van 6 mei 2008 ten grondslag mocht leggen. Het betoog faalt.

2.8. Het hoger beroep is gegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, zal de Afdeling het beroep tegen het besluit van 6 mei 2008 van het dagelijks bestuur alsnog gegrond verklaren. Dat besluit komt wegens strijd met 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht voor vernietiging in aanmerking.

2.9. Het dagelijks bestuur dient op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld.





3. Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Recht doende in naam der Koningin:

I. verklaart het hoger beroep gegrond;

II. vernietigt de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 1 september 2009 in zaak nr. 08/2346;

III. verklaart het bij de rechtbank ingestelde beroep gegrond;

IV. vernietigt het besluit van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum van 6 mei 2008, kenmerk MID/BJZ 98-08-0002, -0010 en - 0037;

V. veroordeelt het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum tot vergoeding van bij de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Hectic Electric B.V. in verband met de behandeling van het beroep en het hoger beroep opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 1.518,00 (zegge: vijftienhonderdachttien euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;

VI. gelast dat het dagelijks bestuur van het stadsdeel Centrum aan de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Hectic Electric B.V. het door haar betaalde griffierecht ten bedrage van € 735,00 (zegge: zevenhonderdvijfendertig euro) voor de behandeling van het beroep en het hoger beroep vergoedt.





Aldus vastgesteld door mr. P.A. Offers, voorzitter, en mr. R. van der Spoel en mr. J.A. Hagen, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.J. Soede, ambtenaar van Staat.

w.g. Offers w.g. Soede
voorzitter ambtenaar van Staat

Uitgesproken in het openbaar op 16 juni 2010

270-604.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl