Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

Datum uitspraak: 02-06-2010



De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Blijkens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) is bij de vaststelling of sprake is van co-ouderschap de feitelijke mate van verzorging door beide ouders in beginsel bepalend en kan, wanneer de feitelijke situatie niet vastgesteld kan worden dan wel de betrokkenen daarover tegenstrijdige verklaringen afleggen, ook aan andere gegevens, zoals hetgeen betrokkenen daaromtrent zijn overeengekomen, betekenis toegekend worden, zie de uitspraken van de CRvB van 26 september 2001, LJN: AD5017 en van 21 oktober 2005, LJN: AU5116.

Artikel 7:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat voordat een bestuursorgaan op het bezwaar beslist, het belanghebbenden in de gelegenheid stelt te worden gehoord. Artikel 7:2, tweede lid, van de Awb bepaalt dat het bestuursorgaan daarvan in ieder geval de indiener van het bezwaarschrift op de hoogte stelt alsmede de belanghebbenden die bij de voorbereiding van het besluit hun zienswijze naar voren hebben gebracht.

Ingevolge artikel 7:3, van de Awb kan van het horen van belanghebbenden worden afgezien indien:
a. het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk is,
b. het bezwaar kennelijk ongegrond is,
c. de belanghebbenden hebben verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord, of
d. aan het bezwaar volledig tegemoet wordt gekomen en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen kunnen worden geschaad.


Uit jurisprudentie van de CRvB blijkt dat slechts van het horen kan worden afgezien als, wat de in geding zijnde toepassing betreft, in redelijkheid geen twijfel mogelijk is omtrent het oordeel dat het bezwaar ongegrond is, zie de uitspraak van 6 maart 2007, LJN: BA1463.

Uit jurisprudentie van de CRvB en de andere bestuursrechtelijke hoger beroepscolleges volgt dat het in artikel 7:2 van de Awb voorziene recht van een belanghebbende om te worden gehoord alvorens een bestuursorgaan op het bezwaar beslist, een essentieel onderdeel van de bezwaarschriftenprocedure vormt en dat de uitzonderingsmogelijkheden op de hoorplicht restrictief dienen te worden toegepast.
De rechtbank verwijst onder meer naar de uitspraak van 23 november 2007, LJN: BB8867.


Uit de uitspraak van de CRvB van 20 mei 2005, LJN: AT6270 blijkt dat voormalig echtelieden over en weer belanghebbenden zijn bij besluitvorming en zij in elkaars aanwezigheid dienen te worden gehoord.




Klik hier voor de hele uitspraak.

-
-
WWW.UWWET.nl
2010. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl