artikel 8:81
Onderwerp:
Datum uitspraak: 10-03-2010
Rechtsgebied: Bestuursrecht overig
Inhoudsindicatie: Verweerder heeft de Faunabeheereenheid tot 17 maart 2014 ontheffing verleend voor het gebruik van een geweer, in combinatie met kunstlicht, voor de periode tussen zonsondergang en zonsopkomst voor het doden van vossen, het voorhanden hebben van een geweer in een rijdend motorrijtuig dan wel een ander voertuig op wegen gelegen in het jachtveld en voor het gebruik maken van aardhonden in de periode tussen 1 maart en 1 september. De voorzieningenrechter is met verweerder van oordeel dat de ontheffing van het verbod om ‘s nachts een geweer te gebruiken daarmede genoegzaam gemotiveerd is. Hetzelfde geldt voor de toestemming voor het gebruik van kunstlicht daarbij. Ontheffing van het verbod om aardhonden te gebruiken en het geweer te gebruiken vanuit een rijdend motorvoertuig is echter onvoldoende/niet gemotiveerd. Het besluit komt in zoverre voor schorsing in aanmerking.
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Ingevolge artikel 8:81, eerste lid, Awb kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Daarbij gaat het om een afweging van belangen van de verzoekende partij bij een onverwijlde voorziening tegen het belang dat is gemoeid met onmiddellijke uitvoering van het besluit. Voor zover deze toetsing een beoordeling van de hoofdzaak meebrengt, is dat oordeel voorlopig van aard.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl