- rechtspraak
Datum uitspraak: 21-06-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Het is vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dat in dat kader een aankondiging dat een subsidie in de toekomst (gedeeltelijk) zal worden geweigerd (zoals de brief van 14 oktober 2009), een besluit in de zin van de Awb is.
De rechtbank verwijst in dit kader bijvoorbeeld naar een uitspraak van de ABRvS van 24 april 2002 (gepubliceerd op rechtspraak.nl onder LJN AE1842).
Overeenkomstig de op 1 januari 2010 in werking getreden Wet bestuurlijke lus Awb ziet de voorzieningenrechter in het belang bij een spoedige beëindiging van het geschil aanleiding het college op de voet van artikel 8:51a, eerste lid, van de Awb in de gelegenheid te stellen het voormelde gebrek in de bestreden besluiten te herstellen. Het college dient daartoe binnen tien weken na verzending van deze tussenuitspraak nader onderzoek te doen uitvoeren door een accountant.
Het college dient de voorzieningenrechter ingevolge artikel 8:51b, eerste lid, van de Awb zo spoedig mogelijk mede te delen of het gebruik maakt van de gelegenheid om het gebrek te herstellen. Indien het college daarvan geen gebruik maakt, zal de voorzieningenrechter het onderzoek sluiten en einduitspraak doen.
De voorzieningenrechter ziet geen belemmering voor de toepassing van de bevoegdheid tot het initiëren van een bestuurlijke lus (artikel 8:51a van de Awb) in combinatie met de bevoegdheid tot het onmiddellijk doen van uitspraak in de hoofdzaak in het kader van een voorlopigevoorzieningsprocedure (artikel 8:86, eerste lid, van de Awb). De combinatie van deze bevoegdheden is in de Awb niet uitgesloten en stuit naar het oordeel van de voorzieningenrechter ook overigens niet op bezwaren. Bovendien past de combinatie van deze bevoegdheden in de doelstelling van de Wet bestuurlijke lus Awb om nodeloze vertraging in de procedure tegen te gaan.
De voorzieningenrechter ziet, gelet op de betrokken belangen, geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening. Hoewel de bestreden besluiten naar het oordeel van de voorzieningenrechter onvoldoende zorgvuldig zijn voorbereid, acht de voorzieningenrechter het niet uitgesloten dat de rechtsgevolgen van deze besluiten uiteindelijk in stand kunnen blijven.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl