Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
<     Naar inhoudsopgave                                                       Naar volgende pagina     >



Hoofdstuk I. Begripsbepalingen

Artikel 1.Begripsbepalingen

Waar in dit Reglement sprake is van:
a. de Voorzitter, wordt daarmee de Voorzitter van de Kamer bedoeld;
b. de ministers, worden daaronder mede de staatssecretarissen begrepen;
c. stukken, worden daarmee bedoeld bescheiden in de zin van de Archiefwet 1995
d. drukken, wordt daaronder mede begrepen plaatsing op het internet.



Hoofdstuk II. Begin en einde van het lidmaatschap

Artikel 2.Toelating leden

1. Elk nieuw benoemd lid doet van zijn verkiezing blijken door overlegging van de bij de wet voorgeschreven stukken.

2. De geloofsbrieven en daarop betrekking hebbende stukken worden bij de griffie ter inzage gelegd van de leden.

3. Over de toelating van leden die benoemd zijn verklaard na periodieke aftreding of ontbinding besluit, voor zover mogelijk, de Kamer in oude samenstelling.



Artikel 3.Verlies van het lidmaatschap

1. Indien een lid het oordeel van de Voorzitter dat dit lid heeft opgehouden lid te zijn, wegens hetzij het niet bezitten van een van de vereisten voor het lidmaatschap hetzij het vervullen van een met het lidmaatschap onverenigbare betrekking, aan het oordeel van de Kamer onderwerpt, doet de Kamer over de zaak geen uitspraak dan nadat een daartoe door haar uit haar midden benoemde commissie van onderzoek verslag heeft uitgebracht. De commissie hoort het desbetreffende lid, indien die de wens daartoe te kennen geeft.

2. Met betrekking tot een lid van het Europees Parlement is het eerste lid van overeenkomstige toepassing.



Hoofdstuk III. De voorzitter, de ondervoorzitters en het presidium

Artikel 4.Benoeming van een Voorzitter

1. In de laatste vergadering van de Kamer in de oude zitting, stelt deze een ontwerp vast voor een profielschets van de nieuw te benoemen Voorzitter. In de eerste vergadering van de nieuwe zitting beslist de Kamer over dit ontwerp. Vervolgens geeft de tijdelijk Voorzitter de gelegenheid tot het stellen van kandidaten voor de vervulling van de vacature en gaat de Kamer over tot de benoeming van een Voorzitter.

2. Zolang in een nieuwe zitting geen Voorzitter is benoemd, treedt een oud-Voorzitter als tijdelijk Voorzitter op, waarbij de laatstafgetredene voorrang heeft. Bij ontstentenis van een oud-Voorzitter treedt als tijdelijk Voorzitter op de laatst afgetreden oud-ondervoorzitter; bij aanwezigheid van twee of meer gelijktijdig afgetreden oud-ondervoorzitters wordt hun rangorde in het Presidium, waarin zij gelijktijdig zitting hadden, in acht genomen. Bij ontstentenis van een oud-ondervoorzitter treedt het lid dat het langst in de Kamer zitting heeft als tijdelijk Voorzitter op; bij gelijke zittingsduur gaat het oudste lid in leeftijd voor.

3. Bij het tussentijds openvallen van het voorzitterschap stelt de Kamer hiervoor zo spoedig mogelijk een profielschets vast. Vervolgens geeft de tijdelijk Voorzitter de gelegenheid tot het stellen van kandidaten voor het vervullen van de vacature en gaat de Kamer over tot benoeming van een Voorzitter.

4. Zolang bij het tussentijds openvallen van het voorzitterschap geen Voorzitter is benoemd, treedt een ondervoorzitter als tijdelijk Voorzitter op, waarbij de rangorde in het Presidium in acht wordt genomen. Bij ontstentenis van een ondervoorzitter treedt als tijdelijk Voorzitter op de laatst afgetreden oud-Voorzitter waarbij de laatstafgetredene voorrang heeft. Bij ontstentenis van een oud-Voorzitter treedt als tijdelijk Voorzitter op de laatst afgetreden oud-ondervoorzitter; bij aanwezigheid van twee of meer gelijktijdig afgetreden oud-ondervoorzitters wordt hun rangorde in het Presidium, waarin zij gelijktijdig zitting hadden, in acht genomen. Bij ontstentenis van een oud-ondervoorzitter treedt het lid dat het langst in de Kamer zitting heeft als tijdelijk Voorzitter op; bij gelijke zittingsduur gaat het oudste lid in leeftijd voor.



Artikel 5.Benoeming ondervoorzitters

De Kamer benoemt na iedere voorzittersbenoeming een door haar te bepalen aantal ondervoorzitters, van wie de rangorde wordt bepaald door de volgorde van hun benoemingen.



Artikel 6.Taak van de Voorzitter

De taak van de Voorzitter bestaat voornamelijk in:
a. het leiden van de werkzaamheden van de Kamer en van die van het Presidium;
b. het doen naleven van het Reglement van Orde;
c. het uitvoeren van door de Kamer genomen besluiten;
d. het vertegenwoordigen van de Kamer.



Artikel 7.Bijwonen commissievergaderingen door de Voorzitter

De Voorzitter is bevoegd de vergaderingen van elke commissie bij te wonen.



Artikel 8.Waarneming voorzitterschap

1. Indien de Voorzitter niet beschikbaar is, wordt het voorzitterschap waargenomen door een van de ondervoorzitters overeenkomstig de in artikel 5 genoemde rangorde.

2. Is de Voorzitter noch een van de ondervoorzitters beschikbaar, dan wordt de Voorzitter vervangen overeenkomstig de regeling in artikel 4, tweede lid.

3. Een waarnemend Voorzitter heeft dezelfde taken en bevoegdheden als de Voorzitter.



Artikel 9.Presidium

1. De Voorzitter en de ondervoorzitters vormen samen het Presidium. De Voorzitter benoemt voor ieder lid van het Presidium een plaatsvervanger die bij afwezigheid van het desbetreffende lid in zijn plaats de vergadering van het Presidium bijwoont. De Kamer kan deze benoeming aan zich houden.

2. Het Presidium kan geen besluiten nemen, indien niet meer dan de helft van zijn leden of hun plaatsvervangers aanwezig is; bij staken van stemmen beslist de Voorzitter.

3. Andere leden kunnen door de Voorzitter worden uitgenodigd aan de vergaderingen van het Presidium deel te nemen; dezen hebben een adviserende stem.

4. Het Presidium kan een of meer commissies van advies instellen die, behoudens in zeer spoedeisende gevallen, met betrekking tot onderdelen van zijn taak moeten worden gehoord, voordat het ten aanzien van die onderdelen besluiten neemt.

5. Het Presidium wordt bijgestaan door de Griffier en de directeuren.



Hoofdstuk IV. De raming

Artikel 10.Raming; beheer geldelijke middelen

1.Het Presidium maakt jaarlijks de raming van de in het volgende jaar voor de Kamer benodigde uitgaven op en zendt deze tijdig aan de Kamer ter vaststelling en aan de betrokken minister.

2.De Griffier is, namens het Presidium, belast met het begrotingsbeheer van de Kamer. De bevoegdheden, voortkomend uit dit beheer, kunnen geheel of gedeeltelijk worden gemandateerd.

3.Bij afzonderlijk op voordracht van het Presidium door de Kamer vast te stellen reglement worden regels gesteld voor het toekennen van geldelijke middelen aan fracties en voor het beheer van die middelen door fracties.



Hoofdstuk V. De fracties

Artikel 11.Samenstelling fracties

1.De leden, die door het centraal stembureau op dezelfde lijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als één fractie beschouwd. Is onder een lijstnummer slechts één lid verkozen, dan wordt dit lid als een afzonderlijke fractie beschouwd.

2.Van veranderingen die nadien in de samenstelling van een fractie optreden, doet deze fractie mededeling aan de Voorzitter.

3.Elke fractie doet van de samenstelling van haar bestuur mededeling aan de Voorzitter.



Artikel 12.Ontstaan nieuwe fracties

1.Vindt in een fractie een splitsing plaats die leidt tot de vorming van een of meer nieuwe fracties, dan worden de financiële tegemoetkomingen van de daarbij betrokken fracties vastgesteld op de bedragen die worden gevonden door de tegemoetkoming, welke aan de ongesplitste fractie zou toekomen, te verdelen naar evenredigheid van de aantallen bij de splitsing betrokken leden.

2.Ontstaat een nieuwe fractie door samenvoeging, dan kan de tegemoetkoming van de nieuwgevormde fractie niet groter zijn dan de tegemoetkoming die toekomt aan een fractie van gelijke grootte als bedoeld in artikel 11, eerste lid.

3.Teneinde voldoening aan verplichtingen die tegenover de medewerkers van de oorspronkelijke fractie bestaan, mogelijk te maken, kan het Presidium, in afwijking van het eerste en tweede lid, een tijdelijke regeling treffen.



Hoofdstuk VI. Personeel

Artikel 13.De griffier en het overige personeel

1. De Kamer benoemt de Griffier en ontslaat deze.

2. Het Presidium is belast met het uitoefenen van de overige rechtspositionele bevoegdheden ten aanzien van de Griffier.

3. Het Presidium benoemt de directeuren en ontslaat dezen.

4. De Griffier is belast met het uitoefenen van de overige rechtspositionele bevoegdheden ten aanzien van de directeuren en de plaatsvervangend griffiers.

5. De overige ambtenaren worden door de Griffier aangesteld, dan wel ontslagen.

6. De Griffier kan mandaat verlenen tot het uitoefenen van zijn bevoegdheden ingevolge het vierde en vijfde lid.



Artikel 14.Leiding ambtelijke organisatie; archiefzorg en -beheer

1.De Griffier heeft de leiding van de ambtelijke organisatie. Het Presidium oefent hierop toezicht uit.

2.De Griffier is, namens de Kamer, belast met het beheer van de archieven van de Kamer.

3.De Griffier kan mandaat verlenen tot het uitoefenen van zijn bevoegdheden ingevolge het eerste en het tweede lid.



Hoofdstuk VII. De commissies

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 15.Instelling commissies; bijstand

1. De Kamer stelt de commissies in die door de bepalingen van dit Reglement worden voorgeschreven.

2. Elke commissie wordt bijgestaan door de Griffier of een door de Griffier aangewezen plaatsvervangende griffier, alsmede door een of meer andere door de Griffier aangewezen ambtenaren van de Kamer.



§ 2. Vaste commissies, algemene commissies en tijdelijke commissies

Artikel 16.Vaste commissies

De Kamer kent een vaste commissie voor ieder ministerie, met uitzondering van het ministerie van Algemene Zaken. Tevens kent de Kamer vaste commissies voor Europese Zaken en voor Koninkrijksrelaties.

Artikel 16a.

1 De vaste commissie voor Financiën verricht tevens taken ten behoeve van de controle van de rijksuitgaven. In dat kader is zij belast met de behandeling van aangelegenheden van rechtmatigheid en doelmatigheid van besteding van collectieve middelen, alsmede met de voorlichting, advisering en ondersteuning van de Kamer en de commissies bij de uitoefening van het budgetrecht en de financiële controle. Deze voorlichting, advisering en ondersteuning strekken zich behalve tot de begrotingsstukken, uit tot door de Kamer aangewezen grote projecten en tot de budgettaire en comptabele aspecten van beleidsvoornemens en -beslissingen van de regering.

2 Over een voorstel aan de Kamer om de Algemene Rekenkamer te verzoeken een onderzoek in te stellen, wordt niet beslist dan na advies van de commissie.

3 De commissie stelt een werkprogramma vast voor de uitoefening van haar taken, bedoeld in het eerste lid, dat zij periodiek evalueert en actualiseert.

Artikel 17.Algemene commissies

1.De Kamer kan algemene commissies instellen voor onderwerpen die van bijzonder belang zijn voor de uitoefening van haar taken dan wel vrijwel alle ministeries aangaan.

2.Een algemene commissie wordt ingesteld voor de duur van een zitting.

3.De Kamer kan ook andere commissies belasten met de behandeling van dergelijke onderwerpen



Artikel 17a.Themacommissies

1.De Kamer kan themacommissies instellen voor onderwerpen van groot maatschappelijk belang die niet specifiek één ministerie aangaan.

2.Een themacommissie wordt ingesteld maximaal voor de duur van een zitting.



Artikel 18.Tijdelijke commissies

1.De Kamer kan tijdelijke commissies instellen voor specifieke onderwerpen.

2.Het instellingsbesluit van een tijdelijke commissie bevat in ieder geval:
a. een nauwkeurige omschrijving van het onderwerp waarover de commissie de Kamer dient te rapporteren;
b. de termijn waarvoor de commissie wordt ingesteld.

3.De in het tweede lid, onderdeel b, bedoelde termijn kan op verzoek van de commissie door de Kamer worden verlengd.



§ 3. Overige commissies

Artikel 19.De commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven

1. Er is een commissie voor het onderzoek van de Geloofsbrieven. Zij brengt de Kamer schriftelijk of mondeling verslag uit over de toelating van de leden en, zo nodig, over het verloop van de verkiezingen en de vaststelling van de uitslag.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de tot lid van het Europees Parlement benoemd verklaarden.



Artikel 20.De commissie voor de Verzoekschriften

1.Er is een commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven, waarvan de werkwijze bij afzonderlijk door de Kamer vast te stellen reglement wordt geregeld.

2.Zij is belast met het uitbrengen van verslag over alle door de Kamer of een commissie van de Kamer in haar handen gestelde verzoekschriften en burgerinitiatieven. Zij is tevens belast met het uitbrengen van verslag over onderzoeksrapporten van de Nationale ombudsman, indien daartoe aanleiding is.

3.De commissie voor de Verzoekschriften en de Burgerinitiatieven toetst of een burgerinitiatief voldoet aan de ontvankelijkheidscriteria, genoemd in artikel 132a, en aan de vormvereisten, vastgesteld in het in het eerste lid bedoelde reglement.

4.Elk verslag over een verzoekschrift en een burgerinitiatief bevat een duidelijke conclusie of een behandelingsvoorstel.

5.De commissie is bevoegd mondeling of schriftelijk in overleg te treden met de regering en de Nationale ombudsman.

6.De commissie kan aan een vaste of algemene commissie verzoeken haar van advies te dienen of namens haar een onderzoek in te stellen en daaromtrent aan haar verslag uit te brengen, waarna zijzelf aan de Kamer verslag uitbrengt.

-

Het reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is voor het laatst geactualiseerd op: 23 januari 2017.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar inhoudsopgave                                                       Naar volgende pagina     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl