Artikel 85.Keuze van personen door de commissies
De keuze van personen door de commissies vindt op dezelfde wijze plaats als die door de Kamer, met dien verstande, dat bij de derde stemming de keuze gaat tussen de twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen hebben verkregen.
Artikel 86.Aanbieding aan de Koning
De Voorzitter draagt zorg, dat de voordrachten van personen van wie de benoeming geschiedt bij koninklijk besluit mondeling of schriftelijk aan de Koning worden aangeboden.
§ 6. Slotbepalingen
Artikel 87.Officieel verslag en Handelingen
1. De Griffier draagt zorg dat van elke vergadering en van elke bijeenkomst bedoeld in artikel 50 een stenografisch verslag (Handelingen) van de gehouden beraadslaging wordt gemaakt. Op dit verslag is het in artikel 24, eerste lid, bedoelde reglement van toepassing.
2. De Griffier draagt zorg, dat van elke vergadering en van elke bijeenkomst bedoeld in artikel 50 een officieel verslag wordt gemaakt. Dit verslag behelst in elk geval de namen van de leden die tegenwoordig waren en van hen die zich bij de stemmingen voor of tegen verklaarden, een beknopte opgave van de inhoud van alle ingekomen stukken, en alle door de Kamer of door de Voorzitter genomen besluiten. Het officieel verslag wordt vastgesteld door de Voorzitter en de Griffier, ten bewijze daarvan door hen ondertekend, en in het centraal archief van de Tweede Kamer bewaard.
3. Indien ministers of de personen die hen in de vergadering bijstaan, gedurende de openbare beraadslaging gestelde vragen voor de sluiting van de beraadslaging deels schriftelijk, deels mondeling beantwoorden, worden de schriftelijke antwoorden opgenomen in een bijlage bij het verslag van de vergadering, waarin de overige vragen mondeling werden beantwoord.
Artikel 88 [Vervallen per 01-07-2010]
Artikel 89.Verslag of notulen van een vergadering
1. De Kamer kan besluiten, dat in een vergadering met gesloten deuren medewerkers van de Dienst Verslag en Redactie aanwezig mogen zijn. In dat geval wordt van het verhandelde overeenkomstig de daarvoor geldende regels een stenografisch verslag gemaakt, dat echter, tenzij de Kamer dadelijk of later anders besluit, niet wordt gedrukt, doch in het centraal archief van de Tweede Kamer achter slot wordt bewaard, tenzij de Kamer anders besluit.
2. Heeft de Kamer niet besloten, dat medewerkers van de Dienst Verslag en Redactie aanwezig mogen zijn, dan maakt de Griffier notulen. Deze worden dadelijk of in een volgende vergadering met gesloten deuren gelezen en aan goedkeuring onderworpen. Behalve hetgeen in artikel 87, tweede lid, tweede volzin, is vermeld, behelzen deze notulen een beknopt verslag van de beraadslagingen. Zij worden in het centraal archief van de Tweede Kamer achter slot bewaard, tenzij de Kamer anders besluit.
Hoofdstuk IX. Behandeling voorstellen van (Rijks)wet, initiatiefvoorstellen van (Rijks)wet, andere in handen van een commissie gestelde stukken en verdragen
§ 1. Voorstellen van wet
Artikel 90.Inhandenstelling
1.Voorstellen van wet worden door de Voorzitter en de eerste en tweede ondervoorzitter in handen van een vaste of algemene commissie gesteld.
2.Het besluit wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk ter kennis van de leden gebracht. Is het besluit niet met eenparigheid van stemmen genomen, dan wordt daaraan geen uitvoering gegeven voordat daarvan mededeling is gedaan in een openbare vergadering van de Kamer. Bij die mededeling kan de Kamer anders besluiten. Een voorstel hiertoe kan door ieder lid worden gedaan.
Artikel 91.Debat op hoofdlijnen
De Kamer kan op voorstel van de commissie besluiten dat de beraadslaging in het algemeen over een voorstel van wet zal geschieden voordat met het onderzoek door de commissie een aanvang wordt gemaakt.
Artikel 92.Wetgevingsrapport
1.Voordat met het onderzoek door de commissie een aanvang is gemaakt, adviseert de griffier van de commissie over de vraag of het wenselijk is dat over dat voorstel een wetgevingsrapport wordt uitgebracht.
2.Een wetgevingsrapport wordt opgesteld door de griffier van de commissie.
Artikel 93.Inzenden van opmerkingen (inbreng)
1.De leden van de Kamer zijn bevoegd binnen een door de commissie te bepalen termijn schriftelijk hun opmerkingen omtrent een voorstel van wet aan haar in te zenden. Van de gestelde termijn wordt mededeling gedaan aan de leden van de Kamer.
2.De commissie stelt de in het eerste lid bedoelde termijn vast binnen veertien dagen nadat het voorstel van wet in haar handen is gesteld.
3.De commissie kan besluiten dat de opmerkingen van de leden van de Kamer, behalve langs de in het eerste lid voorziene schriftelijke weg, zullen worden ingebracht in een voor alle leden van de Kamer toegankelijke vergadering. In een in de eerste volzin bedoelde vergadering is elk lid van de Kamer bevoegd aan de beraadslaging deel te nemen.
Artikel 93a.Rapporteur
[Vervallen per 14-01-2016]
Artikel 94.Verslag
1.De commissie brengt een verslag uit waaruit blijkt dat zij de behandeling in een openbare vergadering van de Kamer, al dan niet onder voorbehoud, voldoende voorbereid acht.
2.Een verslag wordt dadelijk gedrukt, aan de leden rondgedeeld en aan de regering toegezonden. Bijlagen bij verslagen worden eveneens gedrukt en rondgedeeld, tenzij de commissie bepaalt, dat ze ter inzage zullen worden gelegd. Zijn de bijlagen van vertrouwelijke aard, dan worden ze ter vertrouwelijke inzage van de leden gelegd.
3.Na ontvangst van de nota naar aanleiding van het verslag kan de commissie besluiten een nader verslag uit te brengen.
Artikel 95.Termijnen
1.Nadat een voorstel van wet in handen van een commissie is gesteld, kan het Presidium een termijn vaststellen waarbinnen die commissie haar verslag vaststelt.
2.Indien de commissie binnen de bepaalde tijd niet gereed kan zijn, vraagt zij verlenging van de termijn. Hierover wordt door het Presidium beslist. Deze beslissing wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk ter kennis van de leden van de Kamer gebracht. Tevens wordt daarvan mededeling gedaan in een openbare vergadering van de Kamer. Is de beslissing niet met eenparigheid van stemmen genomen, dan kan bij die mededeling de Kamer anders besluiten. Een voorstel hiertoe kan door ieder lid worden gedaan. Is een termijn eenmaal door het Presidium verlengd, dan kan een verdere verlenging alleen door de Kamer worden toegestaan, tenzij de Kamer tot nadere bijeenroeping is uiteengegaan, in welk geval het Presidium een verdere verlenging kan toestaan.
3.Mocht de commissie in gebreke zijn gebleven binnen de daarvoor gestelde termijn verslag uit te brengen, dan kan de Kamer de beraadslaging openen zonder dat een verslag is uitgebracht.
Artikel 96.Indienen amendementen
1.Vanaf het tijdstip dat een voorstel van wet in handen van een commissie is gesteld staat het ieder lid vrij amendementen, voorzien van een beknopte toelichting, in te dienen.
2.Een amendement wordt met de meeste spoed vermenigvuldigd en rondgedeeld.
Artikel 97.Toelaatbaarheid amendementen
1.Een amendement is ontoelaatbaar, indien het een strekking heeft, tegengesteld aan die van het voorstel van wet, of indien er tussen de materie van het amendement en die van het voorstel geen rechtstreeks verband bestaat.
2.Een amendement wordt geacht toelaatbaar te zijn zolang de Kamer het niet ontoelaatbaar heeft verklaard. Een daartoe strekkend voorstel kan, zo nodig met onderbreking van de orde, worden gedaan hetzij door de Voorzitter, hetzij door een van de leden.
Artikel 98.Wijzigen en intrekken van amendementen
De eerste ondertekenaar is bevoegd in het amendement veranderingen aan te brengen. De eerste ondertekenaar is ook bevoegd het amendement in te trekken, doch indien de beraadslaging gesloten is alleen met toestemming van de Kamer.
Artikel 99.Subamendementen
De regels die voor amendementen gelden zijn ook van toepassing op voorstellen tot wijziging van door een ander lid ingediende amendementen.
Artikel 100.Overnemen van amendementen
1.De Voorzitter deelt tijdens de beraadslaging over een voorstel van wet mee dat een amendement is overgenomen indien:
a. de minister te kennen geeft zich met de inhoud van een ingediend amendement te kunnen verenigen; en
b. de Voorzitter zich ervan heeft overtuigd dat geen van de in de vergaderzaal aanwezige leden zich tegen het overnemen van het amendement verzet.
2.Een overgenomen amendement is vanaf het tijdstip van de in het eerste lid bedoelde mededeling onderdeel van het voorstel van wet; het maakt geen afzonderlijk onderwerp van de beraadslaging meer uit.
3.Tijdens een wetgevingsoverleg kan een amendement niet worden overgenomen.
Artikel 101.Algemene beraadslaging in twee termijnen
1.De algemene beraadslaging over een voorstel van wet vindt plaats in twee termijnen.
2.De Kamer kan besluiten na de algemene beraadslaging een voor een in hun volgorde de afzonderlijke artikelen en de daarop voorgestelde amendementen en tenslotte de beweegreden van het voorstel in behandeling te nemen.
3.De Kamer kan tot een andere wijze van behandeling besluiten.
Artikel 102.Behandeling voorstel van wet en artikelsgewijze behandeling in wetgevingsoverleg
1. De Kamer kan op voorstel van de Voorzitter en de eerste en tweede ondervoorzitter, de commissie gehoord, besluiten:
a. dat, onverminderd het bepaalde in artikel 91, over een voorstel van wet een wetgevingsoverleg wordt gehouden voordat het in een vergadering van de Kamer aan de orde komt;
b. dat, na de algemene beraadslaging over een voorstel van wet, de beraadslaging over de afzonderlijke artikelen en de beweegreden van dat voorstel in een wetgevingsoverleg plaatsvindt.
2. In een wetgevingsoverleg als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, worden de artikelen van een voorstel van wet en de daarop ingediende amendementen op dezelfde wijze behandeld als voor de behandeling van artikelen en amendementen in de vergadering van de Kamer is voorgeschreven.
Artikel 103.Volgorde van stemmen; vervallen van amendementen
1. Bij het stemmen over een artikel onderscheidenlijk de beweegreden en over de daarop voorgestelde amendementen wordt de volgende volgorde in acht genomen: eerst wordt gestemd over de subamendementen, daarna over de amendementen en ten slotte over het artikel of de beweegreden.
2. Van amendementen op eenzelfde gedeelte van het wetsvoorstel komt het amendement met de verste strekking het eerst in stemming. Bij geschil hierover beslist de Kamer.
3. De Kamer kan besluiten dat over onderdelen van een amendement, van een artikel, of van de beweegreden afzonderlijk zal worden gestemd.
4. De Kamer kan beslissen dat amendementen door het aanbrengen van andere wijzigingen als vervallen moeten worden beschouwd.
Artikel 104.Eindstemming over het voorstel van wet
Nadat over alle artikelen en over de beweegreden is gestemd, vindt de eindstemming over het voorstel in zijn geheel plaats.
Artikel 105.Tweede lezing
1.Indien het voorstel van wet in de loop van de beraadslaging of ten gevolge van de stemmingen wijziging heeft ondergaan, kan de Kamer besluiten de eindstemming tot een volgende vergadering uit te stellen.
2.In die tussentijd kunnen wijzigingen worden voorgesteld die noodzakelijk zijn geworden door nog voor de stemming aangebrachte en door ten gevolge van de stemming aangebrachte wijzigingen; ook kunnen deze voorstellen strekken tot het herstellen van kennelijke vergissingen. De voorstellen bedoeld in de eerste volzin kunnen worden gedaan door de regering en door de desbetreffende commissie.
3.Over de aldus voorgestelde wijzigingen wordt onmiddellijk gestemd, tenzij zij de Kamer aanleiding geven tot heropening van de beraadslaging.
Artikel 106.Verandering van volgnummers, aanhalingen, e.d.
1.Verandering van het volgnummer van artikelen, van artikelleden of van gedeelten daarvan, nodig geworden door wijzigingen die in een voorstel van wet zijn gebracht, en veranderingen in de verwijzing naar artikelen, naar artikelleden of naar gedeelten daarvan, die het gevolg daarvan zijn, worden door de Voorzitter aangebracht.
2.De Kamer kan besluiten de in het eerste lid bedoelde veranderingen geheel of gedeeltelijk achterwege te laten.
Het reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal is voor het laatst geactualiseerd op: 23 januari 2017.
De status van deze wet is: zeer goed.
Klik hier voor meer informatie.
Uwwet.nl