Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

Datum uitspraak: 08-09-2010



De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Ingevolge artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) wordt onder besluit verstaan een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.

Ingevolge artikel 1, aanhef en onder b, van de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna: de Wbp) wordt onder verwerking van persoonsgegevens verstaan elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van gegevens.

Ingevolge deze aanhef en onder d wordt onder verantwoordelijke verstaan de natuurlijke persoon, rechtspersoon of ieder ander die of het bestuursorgaan dat, alleen of tezamen met anderen, het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt.

Ingevolge artikel 3, eerste lid, is deze wet niet van toepassing op de verwerking van persoonsgegevens voor uitsluitend journalistieke, artistieke of literaire doeleinden, behoudens de overige bepalingen van dit hoofdstuk, alsmede de artikelen 6 tot en met 11, 13 tot en met 15, 25 en 49.

Ingevolge artikel 6 worden persoonsgegevens in overeenstemming met de wet en op behoorlijke en zorgvuldige wijze verwerkt.

Ingevolge artikel 8, aanhef en onder f, mogen persoonsgegevens slechts worden verwerkt indien de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de behartiging van het gerechtvaardigde belang van de verantwoordelijke of van een derde aan wie de gegevens worden verstrekt, tenzij het belang of de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokkene, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer, prevaleert.

Ingevolge artikel 10, eerste lid, worden persoonsgegevens niet langer bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkene te identificeren, dan noodzakelijk is voor de verwerkelijking van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt.

Ingevolge artikel 11, eerste lid, worden persoonsgegevens slechts verwerkt voor zover zij, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt, toereikend, ter zake dienend en niet bovenmatig zijn.

Ingevolge artikel 36, eerste lid, kan degene aan wie overeenkomstig artikel 35 kennis is gegeven van hem betreffende persoonsgegevens, de verantwoordelijke verzoeken deze te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen, of af te schermen indien deze feitelijk onjuist zijn, voor het doel of de doeleinden van de verwerking onvolledig of niet ter zake dienend zijn dan wel anderszins in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen.

Ingevolge artikel 45 geldt een beslissing op een verzoek als bedoeld in de artikelen 30, derde lid, 35, 36 en 38, tweede lid, alsmede een beslissing naar aanleiding van de aantekening van verzet als bedoeld in de artikelen 40 of 41 voor zover deze is genomen door een bestuursorgaan als besluit in de zin van de Awb.


Anders dan de rechtbank is de Afdeling evenwel van oordeel dat de toepasselijkheid van artikel 3, eerste lid, van de Wbp, op grond waarvan de artikelen 36 en 45 op het onderhavige geval niet van toepassing zijn, niet met zich brengt dat de beslissing op een verzoek om verwerking van de betreffende persoonsgegevens te beëindigen niet kan worden aangemerkt als een besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb. Beslissingen op een verzoek om verwerking van gegevensverwerking te beëindigen, omdat deze in strijd zouden zijn met bepalingen van de Wbp, dienen als besluit te worden gekwalificeerd ongeacht of er - afhankelijk van het antwoord op de vraag of sprake is van verwerking voor uitsluitend journalistieke doeleinden - niet dan wel sprake is van een verzoek als bedoeld in artikel 36. In dit verband wijst de Afdeling er op, dat de wetgever met de Wbp heeft beoogd om gegevensverwerkingen in de publieke sector te laten beoordelen door de bestuursrechter in de context van de bestuurlijke besluitvorming; de bestuursrechter achtte hij daartoe het meest aangewezen (Kamerstukken II 1998-1999, 25 892, nr. 6, p. 20). Met artikel 45 heeft hij buiten twijfel willen stellen dat de bestuursrechtelijke rechtsgang open staat voor de daarin genoemde beslissingen van bestuursorganen in hun hoedanigheid van verantwoordelijke naar aanleiding van een op de Wbp gebaseerd verzoek van betrokkene, door een dergelijke beslissing uitdrukkelijk als een besluit in de zin van de Awb aan te merken (Kamerstukken II 1997-1998, 25 892, nr. 3, blz. 25 en 174). Daarmee is echter, in aanmerking genomen deze wetsgeschiedenis, niet beoogd andere beslissingen buiten het bereik van de bestuursrechtelijke rechtsbescherming te houden.

Het begrip 'verantwoordelijke' zoals omschreven in artikel 1, onder d, van de Wbp doelt op degene die formeel-juridisch de zeggenschap over de verwerking heeft, en op grond daarvan het doel van en de middelen voor de bewerking van persoonsgegevens vaststelt (Kamerstukken II, 1997-1998, 25 892, nr. 3, blz. 55 e.v.).




Klik hier voor de hele uitspraak.

-
-
WWW.UWWET.nl
2010. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl