Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Wet op de parlementaire enquete 2008
<     Naar vorige pagina                                                       Naar inhoudsopgave     >



Artikel 34Kamer beëindigt de enquête

1.Nadat de commissie aan de Kamer verantwoording over haar werkzaamheden heeft afgelegd, beëindigt de Kamer de enquête.

2.De Kamer kan besluiten een parlementaire enquête voortijdig te beëindigen.

3.De voorzitter van de Kamer doet van het besluit tot beëindiging van de enquête mededeling in de Staatscourant.



Artikel 35Documenten gaan over op de Kamer

De documenten die onder de commissie berusten, gaan met ingang van de dag waarop de enquête door de Kamer wordt beëindigd van rechtswege over op de Kamer.



Artikel 36Lidmaatschap commissie eindigt

Het lidmaatschap van de commissie eindigt op de dag met ingang waarvan:
a. het lidmaatschap van de Kamer van het betrokken commissielid eindigt en dit lidmaatschap niet terstond opnieuw aanvangt;
b. het lid van de commissie door de commissie als getuige of deskundige wordt gehoord;
c. de enquête door de Kamer wordt beëindigd of
d. het lid van de commissie, al dan niet op zijn verzoek, door de Kamer in zijn hoedanigheid van lid van de commissie wordt ontslagen.



Hoofdstuk 8. Openbaarheid en vertrouwelijkheid van documenten

Artikel 37Geen recht op inzage in documenten

1.Onverminderd artikel 11, derde lid, heeft niemand tot op de dag waarop de commissie haar rapport aanbiedt aan de Kamer recht op inzage in documenten die onder de commissie berusten.

2.De commissie kan getuigen, deskundigen en personen die in opdracht van de commissie werkzaamheden verrichten inzage verlenen in documenten die op haar vordering aan de commissie zijn verstrekt. Degenen die de documenten inzien bewaren geheimhouding over de inhoud van deze documenten.



Artikel 38Documenten inzien

1.Met ingang van de dag na de dag waarop de commissie haar rapport aan de Kamer aanbiedt kan elk lid van de Kamer de documenten die op vordering van de commissie aan haar zijn overgelegd, inzien.

2.De leden van de Kamer bewaren geheimhouding over de inhoud van documenten waarin hen inzage is verleend, voor zover de commissie op grond van artikel 40 beperkingen heeft gesteld aan de openbaarheid.

3.Met ingang van de dag na de dag waarop de commissie haar rapport aan de Kamer aanbiedt, kan elk lid van de Kamer een vertrouwelijk verslag van een besloten verhoor inzien. De leden van de Kamer bewaren geheimhouding over de inhoud van het verslag.



Artikel 39Recht op inzage in de documenten

1.Een ieder heeft, behoudens de beperkingen die de commissie op grond van artikel 40 aan de openbaarheid heeft gesteld, met ingang van de dag na de dag waarop de commissie haar rapport aanbiedt aan de Kamer recht op inzage in de documenten die onder de commissie berusten of, nadat deze documenten op grond van artikel 35 zijn overgegaan op de Kamer, hebben berust. Dit inzagerecht geldt zolang de documenten onder de commissie onderscheidenlijk de Kamer berusten.

2.De Kamer kan besluiten een op grond van artikel 40 aan de openbaarheid gestelde beperking op te heffen, dan wel ten aanzien van een verzoeker, die bij kennisneming een bijzonder belang heeft, buiten toepassing te laten. De Kamer kan een verzoeker geheimhouding opleggen over de inhoud van documenten waarin hem inzage is verleend.



Artikel 40Beperkingen aan de openbaarheid van documenten

1.De commissie kan voor de periode na de dag waarop zij haar rapport aanbiedt aan de Kamer beperkingen stellen aan de openbaarheid van documenten die onder de commissie berusten of, nadat deze documenten op grond van artikel 35 zijn overgegaan op de Kamer, hebben berust. Deze beperkingen gelden zolang de documenten onder de commissie onderscheidenlijk de Kamer berusten.

2.De commissie stelt beperkingen aan de openbaarheid voor zover:
a. de openbaarmaking van het document de eenheid van de Kroon in gevaar zou kunnen brengen;
b. de openbaarmaking van het document de veiligheid van de staat zou kunnen schaden;
c. het document bedrijfs- en fabricagegegevens bevat, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;
d. het document persoonsgegevens bevat als bedoeld in Hoofdstuk 2 van de Wet bescherming persoonsgegevens, tenzij de openbaarmaking kennelijk geen inbreuk op de persoonlijke levenssfeer maakt of de persoon op wie de gegevens betrekking hebben heeft ingestemd met de openbaarmaking;
e. het document een verslag van een voorgesprek of een besloten verhoor betreft.

3.De commissie kan eveneens beperkingen aan de openbaarheid stellen voor zover het belang van openbaarheid van het document niet opweegt tegen de volgende belangen:
a. de betrekkingen van Nederland met andere staten en met internationale organisaties;
b. de economische of financiële belangen van de staat;
c. de opsporing en vervolging van strafbare feiten;
d. inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen;
e. de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
f. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel van derden.

4.De beperkingen aan de openbaarheid kunnen eveneens worden gesteld voor zover het document is opgesteld ten behoeve van intern beraad van de commissie.

5.De leden van de commissie bewaren geheimhouding over de inhoud van documenten, voor zover de commissie beperkingen heeft gesteld aan de openbaarheid.



Hoofdstuk 9. Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 41

[Wijzigt de Wet ministeriële verantwoordelijkheid.]



Artikel 42

[Wijzigt het Wetboek van Strafrecht.]



Artikel 43

[Wijzigt het Wetboek van Strafvordering.]



Artikel 44

[Wijzigt deze wet.]



Artikel 45

Indien op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet de Kamer op grond van de Wet op de Parlementaire Enquête een enquête heeft ingesteld, blijft die wet op die enquête van toepassing.



Artikel 46

De Wet op de Parlementaire Enquête wordt ingetrokken.



Artikel 47

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.



Artikel 48

Deze wet wordt aangehaald als: Wet op de parlementaire enquête, met vermelding van het jaartal van het Staatsblad waarin zij zal worden geplaatst.

-

De wet op de parlementaire enquete 2008 is voor het laatst geactualiseerd op: 16 april 2018.

De status van deze wet is: zeer goed.

Klik hier voor meer informatie.

<     Naar vorige pagina                                                       Naar inhoudsopgave     >
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl