- rechtspraak
LJN: BN5547, Rechtbank Haarlem , 164941/2009-4365
Datum uitspraak: 22-06-2010
Inhoudsindicatie: Nietigheid erkenning. De rechtbank oordeelt dat onder omstandigheden een gehuwde man zijn buiten huwelijk verwekte kind(eren) kan erkennen. In dat geval moet sprake zijn of geweest zijn van een band tussen de man en de moeder die met het huwelijk op één lijn valt te stellen of er moet tussen de biologische vader en zijn kind(eren) een nauwe persoonlijke betrekking bestaan. Het is aan de rechter de aannemelijkheid van deze betrekking vast te stellen en aldus te verklaren voor recht. Reeds uit de strekking en bewoording van onderdeel e van artikel 1:204 BW moet worden afgeleid dat de rechter vóór de erkenning van het kind moet hebben vastgesteld dat de gehuwde man kan worden toegelaten tot erkenning. Reeds hierom dienen de verzoeken afgewezen te worden.
Uitspraak
RECHTBANK HAARLEM Sector civiel familie- en jeugdrecht Doorhaling/wijziging akte burgerlijke stand wijziging geboorteakte zaak-/rekestnr.: 164941/2009-4365 beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 22 juni 2010 op verzoek van: De officier van justitie in het arrondissement Haarlem, strekkende tot doorhaling en wijziging van akte van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] betreffende: - [naam kind] (hierna te noemen: het kind), geboren op [datum] te [plaats] 1 Verloop van de procedure 1.1 Voor het verloop van de procedure verwijst de rechtbank naar de volgende stukken: - het op 21 december 2009 ontvangen verzoekschrift met bijlagen van de officier van justitie. - het op 9 april 2010 overgelegde verweerschrift houdende zelfstandig verzoek, met bijlagen, van mr. M.C. Kelderman. - het op 14 april 2010 overgelegde aanvullende verzoekschrift van mr. M.C. Kelderman. 1.2 De behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op de zitting van 12 april 2010 in aanwezigheid van: - de belanghebbenden [naam vader] (de biologische vader) en [naam moeder] (de moeder), bijgestaan door mr. M.C. Kelderman. 2 De vaststaande feiten 2.1 Op [datum] 2008 is in de gemeente [plaats] met toestemming van [naam moeder] door [naam vader] erkend elk kind dat zij uit haar zwangerschap levend ter wereld zal brengen; - Het kind [naam kind] is op [datum] 2008 te [plaats] geboren. Bij latere vermelding betreffende erkenning opgemaakt op [datum] 2008 heeft het kind de geslachtsnaam [naam vader] gekregen. 3 Het verzoek Het verzoek 3.1 Uit informatie verkregen van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] blijkt dat de heer [naam vader] op [datum] 1995 in de Verenigde Staten van Amerika gehuwd is met [naam vrouw] en aldus ten tijde van het opmaken van de akte van erkenning van de ongeboren vrucht nog was gehuwd met een andere vrouw dan [naam moeder] zodat deze akte op grond van artikel 1:204 lid e BW nietig is. De echtscheiding is inmiddels uitgesproken en is op [datum] 2009 ontbonden door inschrijving van de beschikking in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats]. Het verzoek van de officier van justitie strekt tot doorhaling van de akte van erkenning (latere vermelding betreffende erkenning), opgemaakt op [datum] 2008 behorende bij aktenummer [nummer] voorkomende in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] over het jaar 2008 betreffende: - [naam kind], geboren op [datum] 2008 te [plaats]. tevens wordt de verbetering van de bedoelde akte gelast, in die zin dat daarin de (KIND)gegevens worden gewijzigd in: Geslachtsnaam Kind: [naam moeder]; Het verweerschrift, tevens houdende zelfstandig verzoek (en aanvullend verzoek) 3.2 Belanghebbenden ([naam moeder] en [naam vader]) hebben zich tegen het verzoek van de officier van justitie verweerd. Zij verzoeken de rechtbank het verzoek af te wijzen. Tevens verzoeken zij de rechtbank een verklaring voor recht af te geven dat de erkenning door de heer [naam vader], gedaan op [datum] 2008 niet nietig is. De advocaat van belanghebbenden heeft in haar verweerschrift aangegeven dat de wettekst, op grond waarvan de officier van justitie van mening is dat de erkenning nietig is, vermeldt dat een erkenning nietig is indien op het tijdstip van de erkenning de man (die het kind heeft erkend) met een andere vrouw is gehuwd. Onder invloed van het Europese recht geldt deze vernietigingsgrond in het belang van het kind niet meer absoluut. Indien er sprake is van een band tussen de man en de vrouw die met een huwelijk op één lijn valt te stellen of er tussen de biologische vader en zijn kind een nauwe persoonlijke betrekking bestaat is erkenning wel mogelijk. De advocaat stelt dat aan beide vereisten in dit geval is voldaan. De heer [naam vader] is altijd in de veronderstelling geweest dat zijn huwelijk in Amerika niet rechtsgeldig was omdat hij de huwelijksakte niet in Nederland heeft laten inschrijven. De samenleving met mevrouw [naam vrouw] is al in 1996 geëindigd. De periode daarna hebben belanghebbenden samengeleefd als ware zij gehuwd. Zij zijn van mening dat de rechtbank de aannemelijkheid van de betrekking tussen de man en de vrouw en de man en het kind dient vast te stellen. Niet blijkt uit de wetstekst dat deze vaststelling door de rechtbank vóór de erkenning dient plaats te vinden. Het belang van het kind dient te prevaleren en de akte erkenning dient niet doorgehaald te worden. Indien het verzoek wordt toegewezen zal het kind bij doorhaling zijn geslachtsnaam verliezen en zal het gezamenlijk gezag over het kind komen te vervallen. Belanghebbenden verzoeken de rechtbank dan ook de erkenning van het kind door de man in stand te laten en een verklaring voor recht af te geven die de akte van erkenning rechtsgeldig maakt. |
4 Beoordeling 4.1 De rechtbank oordeelt dat onder omstandigheden een gehuwde man zijn buiten huwelijk verwekte kind(eren) kan erkennen. In dat geval moet sprake zijn of geweest zijn van een band tussen de man en de moeder die met het huwelijk op één lijn valt te stellen of er moet tussen de biologische vader en zijn kind(eren) een nauwe persoonlijke betrekking bestaan. Het is aan de rechter de aannemelijkheid van deze betrekking vast te stellen en aldus te verklaren voor recht. Reeds uit de strekking en bewoording van onderdeel e van artikel 1:204 BW moet worden afgeleid dat de rechter vóór de erkenning van het kind moet hebben vastgesteld dat de gehuwde man kan worden toegelaten tot erkenning. Reeds hierom dienen de verzoeken afgewezen te worden. 4.2 Ook toetsing door de rechtbank aan met name het Verdrag inzake de rechten van het Kind en artikel 8 van het EVRM kan dit oordeel niet anders maken. In dat verband overweegt de rechtbank dat inmiddels geen juridisch beletsel (meer) bestaat bij de thans ongehuwde man om het kind onmiddellijk na het in kracht van gewijsde gaan van deze beslissing te erkennen. Ter zitting heeft de moeder verklaard dat zij de man daartoe toestemming zal verlenen. Het kind zal zo niet verstoken zijn van de familierechtelijke betrekking met de man. Belanghebbenden kunnen alsdan op beider verzoek om aantekening in het gezagsregister verzoeken en zo belast worden met het gezamenlijk gezag, en voorts gezamenlijk verklaren welke geslachtsnaam het kind zal dragen. Onder deze omstandigheden is geen sprake van enige schending van de belangen van het minderjarige kind. |
5 Beslissing De rechtbank: 5.1 Verklaart nietig de akte van erkenning opgemaakt in de gemeente [plaats] op [datum] 2008, aktenummer [nummer] en gelast de doorhaling van de latere vermelding van deze erkenning bij geboorteakte nummer [nummer] van het jaar 2008, voorkomende in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats], betreffende [naam kind]. 5.2 Gelast verbetering van akte nummer [nummer] voorkomende in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] over het jaar 2008, betreffende [naam kind] geboren op [datum] 2008 in die zin dat de volgende gegevens worden gewijzigd en komen te luiden als volgt: KIND geslachtsnaam: [naam moeder] 5.3 Draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking -en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld- een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Haarlem. |
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Uwwet.nl