- rechtspraak
Datum uitspraak: 15-09-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Ingevolge het op 1 maart 2009 gewijzigde artikel 1:253n BW kan de rechter op verzoek van de niet met elkaar gehuwde ouders of een van hen het gezamenlijk gezag beëindigen, indien nadien de omstandigheden zijn gewijzigd of bij het nemen van de beslissing van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan.
De rechter bepaalt dat het gezag over een kind aan één ouder toekomt, indien:
• er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen (het zogenoemde klemcriterium), of
• wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is (het zogenoemde noodzakelijkheidscriterium).
Blijkens artikel 1:247 lid 1 BW omvat het ouderlijk gezag de plicht en het recht van de ouder om zijn minderjarige kind te verzorgen en op te voeden. Het ouderlijk gezag houdt een aantal bevoegdheden in die nodig zijn voor de opvoeding en verzorging, zoals onder andere de bevoegdheid om belangrijke beslissingen in het leven van het kind (zoals over de verblijfplaats, de school, medische zaken, geloofsbeleving, vrije tijdsbesteding) te nemen. In geval van gezamenlijk ouderlijk gezag worden dergelijke beslissingen tezamen met de andere gezaghebbende ouder genomen.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl