- rechtspraak
Datum uitspraak: 04-05-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Het hof is van oordeel dat de Nederlandse rechter op grond van artikel 8 van de Verordening EG nr. 2201/2003 van 22 november 2003 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid bevoegd is om over het verzoek tot uithuisplaatsing van [het kind] te oordelen, aangezien [het kind] zijn gewone verblijfplaats heeft in Nederland.
Op grond van artikel 2 van het Verdrag van 5 oktober 1961 betreffende de bevoegdheid der autoriteiten en de toepasselijke wet inzake de bescherming van minderjarigen (Trb. 1968, 101) dient daarbij Nederlands recht te worden toegepast.
Ingevolge artikel 1:261 lid 1 BW kan de kinderrechter de stichting op haar verzoek machtigen de minderjarige gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen indien dit noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige of tot onderzoek van diens geestelijke of lichamelijke gesteldheid.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl