artikel 377a - rechtspraak
Onderwerp: OMGANG
Datum uitspraak: 24-06-2005
Rechtsgebied: Personen-en familierecht
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Art. 1:377a lid 1 BW bepaalt dat het kind en de niet met het gezag belaste ouder recht hebben op omgang met elkaar. Hieruit kan niet worden afgeleid dat de wet de met het gezag belaste ouder géén recht toekent op omgang met zijn kind. Zoals blijkt uit de memorie van toelichting met betrekking tot art. 1:377a BW, als geciteerd in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 2.1, achtte de wetgever het niet nodig expliciet te bepalen dat de ouder en het kind waarover hij het gezag uitoefent recht hebben op omgang met elkaar, nu het zijn van ouder en het uitoefenen van het gezag vanzelfsprekend de bevoegdheid tot omgang inhouden.
Blijkens art. 1:377a lid 2, art. 1:377f en art. 1:377h BW brengt het recht op omgang in beginsel tevens mee het recht om door de rechter een omgangsregeling te doen vaststellen. Dat geldt ook voor de ouder die met het gezag is belast. De omstandigheid dat die ouder in beginsel ook het verdergaande recht heeft op afgifte van het kind (art. 812 Rv.), staat daaraan niet in de weg.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl