Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

LJN: BO9413, Rechtbank Rotterdam , 358610 / HA ZA 10-2172

Datum uitspraak: 08-12-2010
Inhoudsindicatie: Bevoegdheidsincident. Vernietigbaarheid algemene voorwaarden. Terhandstelling. Art. 6:233 BW. Art. 6:234 BW. Art. 6:235 BW. Contractsoverneming.





Uitspraak
vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 358610 / HA ZA 10-2172

Vonnis van 8 december 2010

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
LINDE GAS THERAPEUTICS BENELUX B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. H.P.M. van Woensel te Amsterdam,

tegen

de stichting
STICHTING REGIONALE AMBULANCEVOORZIENING,
gevestigd te Venlo,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat mr. E. Jansberg te Eindhoven.

Partijen zullen hierna Linde Gas en RAV genoemd worden.





1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 24 juni 2010, met 27 producties;
- de incidentele conclusie tot onbevoegd, met tien producties;
- de conclusie van antwoord in het incident, met één productie.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.





2. Het geschil in de hoofdzaak

2.1. Linde Gas vordert betaling van een nog openstaand bedrag van in totaal € 106.812,37 vanwege (onder meer) de verkoop en levering van cilindergassen, de verhuur van cilinders en het verrichten van diverse, hiermee verbandhoudende, werkzaamheden.





3. Het geschil in het incident

3.1. RAV vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart kennis te nemen van het onderhavige geschil, zulks met doorverwijzing van de procedure naar de bevoegde rechter van de rechtbank Roermond, een en ander met veroordeling bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad van Linde Gas in de kosten van dit incident, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten vanaf veertien dagen na betekening van het in dezen te wijzen vonnis. RAV heeft hieraan ten grondslag gelegd - kort samengevat - dat de algemene voorwaarden waar Linde Gas zich op baseert, te weten de Algemene Verkoopvoorwaarden Linde Gas Benelux (prod. 19 van Linde Gas), althans het daarin opgenomen forumkeuzebeding voor deze rechtbank, vernietigbaar zijn (is), althans dat deze voorwaarden, dan wel in ieder geval het daarin opgenomen forumkeuzebeding, niet van toepassing zijn (is).

3.2. Linde Gas heeft de vordering in het incident betwist en geconcludeerd dat RAV in deze vordering niet-ontvankelijk wordt verklaard, althans dat deze vordering haar wordt ontzegd, met veroordeling van RAV in de kosten van dit incident. Linde Gas heeft hiertoe weersproken dat de Algemene Verkoopvoorwaarden Linde Gas Benelux, althans het daarin opgenomen forumkeuzebeding voor deze rechtbank, vernietigbaar zijn (is) dan wel niet van toepassing zijn (is).





4. De beoordeling in het incident

4.1. RAV heeft tijdig de onbevoegdheid van deze rechtbank ingeroepen.

4.2. Tussen partijen is niet in geschil dat:
- Ambulancedienst Engelen Midden-Limburg B.V. op 23 maart 2000 een overeenkomst heeft gesloten met Linde Gas (destijds (genaamd): Hoek Loos Medical B.V.), met nummer 670233/563 (prod. 1 van Linde Gas);
- Ambulancedienst Engelen Midden-Limburg B.V. vervolgens al haar rechten uit deze overeenkomst heeft overgedragen aan RAV in de zin van artikel 6:159 BW;
- de ‘rechtsverhouding’ tussen Linde Gas en RAV beheerst wordt door deze overeenkomst;
- op deze overeenkomst de Algemene Verkoopvoorwaarden Linde Gas Benelux van toepassing zijn, die in artikel 26.1 het volgende forumkeuzebeding bevatten:
“Alle geschillen voortvloeiende uit de overeenkomst en/of deze algemene voorwaarden zullen bij uitsluiting worden voorgelegd aan de rechtbank in Rotterdam.”

4.3. Volgens Linde Gas is deze rechtbank op grond van genoemd forumkeuzebeding in haar algemene voorwaarden bevoegd van het onderhavige geschil kennis te nemen.

4.4. Uit hetgeen hierboven is overwogen in ro. 4.2 volgt dat vast is komen te staan dat RAV de overeenkomst met Linde Gas van 23 maart 2000 heeft overgenomen van Ambulancedienst Engelen Midden-Limburg B.V. Dat betekent dat buiten beschouwing kan blijven het betoog van RAV onder 32 e.v. van haar incidentele conclusie dat de algemene voorwaarden van Linde Gas niet van toepassing zijn verklaard, aangezien dit betoog uitsluitend betrekking heeft op het geval waarin genoemde contractsoverneming niet zou zijn komen vast te staan. Uitgangspunt is dus dat de algemene voorwaarden Van Linde Gas van toepassing zijn op genoemde overeenkomst van 23 maart 2000.

4.5. RAV doet een beroep op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden op grond van artikel 6:233 sub b BW.

4.6. Ingevolge artikel 6:235 lid 1 BW kan op de vernietigingsgronden bedoeld in de artikelen 6:233 en 6:234 BW geen beroep worden gedaan door:

a. een rechtspersoon bedoeld in artikel 360 van Boek 2, die ten tijde van het sluiten van de overeenkomst laatstelijk zijn jaarrekening openbaar heeft gemaakt, of ten aanzien waarvan op dat tijdstip laatstelijk artikel 403 lid 1 van Boek 2 is toegepast;
b. een partij op wie het onder a bepaalde niet van toepassing is, indien op voormeld tijdstip bij haar vijftig of meer personen werkzaam zijn of op dat tijdstip uit een opgave krachtens de Handelsregisterwet 2007 blijkt dat bij haar vijftig of meer personen werkzaam zijn.

Volgens Linde Gas is in dit geval sprake van de situatie als bedoeld in artikel 6:235 BW, zodat RAV geen beroep toekomt op de vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden op grond van de artikelen 6:233 en 6:234 BW. RAV betwist dit. Op Linde Gas rust terzake de stelplicht. Zij beroept zich immers op de rechtsgevolgen van haar stellingen, te weten de uitsluiting van een beroep op een vernietigingsgrond.

4.7. Voor de beantwoording van de vraag of een partij voldoet aan een of meer van de in artikel 6:235 lid 1 BW genoemde criteria is beslissend het moment waarop de overeenkomst is gesloten waarop de in geschil zijnde algemene voorwaarden van toepassing zijn.
Linde Gas heeft onder 2.1 van haar conclusie van antwoord in het incident gesteld dat RAV “evenals” zijzelf er van uit gaat “dat de overeenkomst van 23 maart 2000 met nummer 670233/563 tussen Hoek Loos Medical B.V. en Am[b]ulancedienst Engelen Midden Limburg B.V. (productie 1 dagvaarding) ten grondslag ligt aan de rechtsbetrekking tussen Linde Gas en RAV die thans in het geding is” en voorts onder 2.2 van deze incidentele conclusie dat “[i]n die overeenkomst van 23 maart 2000 onder artikel 5 uitdrukkelijk [is] opgenomen dat de algemene verkoopvoorwaarden van Linde Gas van toepassing zijn op die overeenkomst”. Ter onderbouwing van haar argument dat RAV voldoet aan genoemde criteria van artikel 6:235 lid 1 BW voert Linde Gas in haar incidentele conclusie vervolgens echter aan dat de leveringen van Linde Gas aan RAV steeds hebben plaatsgevonden op basis van bestellingen van RAV voor specifieke soorten en aantallen cilindergassen en dat aan deze leveringen dus telkens op zichzelf staande overeenkomsten ten grondslag liggen. Volgens Linde Gas dient ieder moment waarop een aan zulke bestelling ten grondslag liggende overeenkomst tot stand komt derhalve te worden aangemerkt als “het tijdstip waartegen de uitsluitingsregel van artikel 6:235 BW getoetst moet worden” op grond van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel.
Geconstateerd moet worden dat deze standpunten van Linde Gas, waar het gaat om het beoordelingsmoment met betrekking tot de criteria van artikel 6:235 lid 1 BW, zich niet met elkaar laten rijmen.
Waar immers volgens beide partijen de rechtsverhouding wordt beheerst door de overeenkomst van 23 maart 2000, had het op de weg van Linde Gas gelegen feiten te stellen die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat daarnaast (of in plaats daarvan) sprake zou zijn van afzonderlijke overeenkomsten en dat die afzonderlijke overeenkomsten bepalend zouden zijn voor het toetsingsmoment van artikel 6:235 BW. Nu Linde Gas heeft nagelaten zulk een toelichting op haar stelling over aparte leveringsovereenkomsten te geven, zal de rechtbank aan deze stelling van Linde Gas voorbijgaan.
Het voorgaande betekent dat voor de beantwoording van de vraag of in het onderhavige geval de wederpartij van de gebruiker van de algemene voorwaarden voldoet aan een of meer van de in artikel 6:235 lid 1 BW genoemde criteria beslissend is het moment waarop de overeenkomst van 23 maart 2000 is gesloten.
RAV heeft onbetwist gesteld dat Ambulancedienst Engelen Midden-Limburg B.V., de toenmalige contractuele wederpartij van Linde Gas, op 23 maart 2000 geen ‘grote’ ondernemer in de zin van artikel 6:235 lid 1 BW was, zodat dit is komen vast te staan. Op grond van een en ander komt RAV een beroep toe op de vernietigingsgronden van de artikelen 6:233 en 234 BW.

4.8. Aan haar beroep op vernietigbaarheid van de algemene voorwaarden legt RAV de stelling ten grondslag dat Linde Gas haar algemene voorwaarden noch vóór noch ten tijde van het sluiten van de overeenkomst van 23 maart 2000 ter hand heeft gesteld en om die reden geen redelijke mogelijkheid heeft geboden in de zin van sub b van artikel 6:233 BW om van deze algemene voorwaarden kennis te nemen.
Deze vernietigingsgrond ziet op de bescherming van de wederpartij die bij het sluiten van de overeenkomst niet of in onvoldoende mate kennis heeft kunnen nemen van de algemene voorwaarden, terwijl dit niet kennis nemen een gevolg is van een handelen of nalaten door de gebruiker van de algemene voorwaarden. Wederpartij van Linde Gas ten tijde van het sluiten van de overeenkomst was, naar niet in geschil is, Ambulancedienst Engelen Midden-Limburg B.V., nog niet RAV. Om die reden leest de rechtbank genoemde stelling van RAV aldus dat Linde Gas haar algemene voorwaarden vóór of tijdens het sluiten van de overeenkomst van 23 maart 2000 niet aan haar toenmalige contractuele wederpartij Ambulancedienst Engelen Midden-Limburg B.V. ter hand heeft gesteld en dat Ambulancedienst Engelen Midden-Limburg B.V. dus geen redelijke mogelijkheid heeft gehad om van deze voorwaarden kennis te nemen.
Linde Gas heeft niet betwist dat zij heeft nagelaten haar algemene voorwaarden vóór of tijdens het sluiten van de overeenkomst van 23 maart 2000 ter hand te stellen. Linde Gas heeft wél gewezen op de mogelijkheid die RAV zou hebben gehad om kennis te nemen van de algemene voorwaarden van Linde Gas bij het sluiten van de (beweerdelijke) op de specifieke leveringen betrekking hebbende aparte overeenkomsten. Dit verweer kan Linde Gas echter niet baten om de hierboven in ro. 4.7 uiteengezette reden, namelijk dat niet in geschil is, zodat dit vaststaat, dat de overeenkomst van 23 maart 2000 de overeenkomst is die ten grondslag ligt aan de rechtsbetrekking tussen Linde Gas en RAV die thans in het geding is en dus niet vorenbedoelde aparte leveringsovereenkomsten.
Het beroep op vernietiging van de algemene voorwaarden op grond van de artikelen 6:233 en 234 BW slaagt dus.

4.9. Daarmee kan de bevoegdheid van deze rechtbank niet volgen uit het forumkeuzebeding in de algemene voorwaarden van Linde Gas. Met het oog op dit geval stelt Linde Gas subsidiair nog dat deze rechtbank bevoegd is over het onderhavige geschil te oordelen omdat in de gebruiksvoorwaarden die bij aanmelding voor Linde Gas Total Care Online uitdrukkelijk zijn geaccepteerd de navolgende bepaling is opgenomen:

“Bij aangelegenheden die verband houden met deze website is het Nederlandse recht van toepassing, met als arrondissement de rechtbank van Rotterdam.”

Gesteld noch gebleken is dat het onderhavige geschil verband houdt met deze website, terwijl Linde Gas evenmin heeft verklaard hoe deze bepaling valt te rijmen met het ook door haar bepleite uitgangspunt dat de rechtsverhouding tussen partijen wordt beheerst door de overeenkomst van 23 maart 2000 en de daarin toepasselijk verklaarde algemene voorwaarden. Ook deze bepaling kan derhalve niet leiden tot bevoegdheid van deze rechtbank.

4.10. Nu RAV, de gedaagde, geen woonplaats heeft binnen het arrondissement van deze rechtbank in de zin van artikel 99 lid 1 Rv, andere wettelijke bevoegdheidsregels evenmin bevoegdheid toedelen aan deze rechtbank en niet is gesteld is dat er ook nog een ander forumkeuzebeding bestaat voor deze rechtbank dan de twee hierboven behandelde forumkeuzebedingen, is deze rechtbank onbevoegd.

4.11. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 110 lid 2 jo. artikel 99 lid 1 Rv zal de rechtbank de zaak verwijzen naar de rechtbank Roermond.

4.12. Als de in het ongelijk gestelde partij zal Linde Gas in de proceskosten worden veroordeeld.





5. De beslissing

De rechtbank

in het incident

verklaart zich onbevoegd;

verwijst de zaak in de stand waarin deze zich bevindt naar de rechtbank Roermond;

veroordeelt Linde Gas in de proceskosten, die aan de zijde van RAV zijn bepaald op € 452,-- aan salaris voor de advocaat.





Dit vonnis is gewezen door mr. Th. Veling en in het openbaar uitgesproken op 8 december 2010.?
901/1980

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl