- rechtspraak
Datum uitspraak: 07-07-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Uit artikel 6:252 van het Burgerlijk Wetboek blijkt dat voor de werking van een kwalitatieve verplichting vereist is dat een dergelijk beding in een overeenkomst is neergelegd, waarvan vervolgens een notariële akte is opgemaakt, die is ingeschreven in de openbare registers.
De Gemeente wordt gebonden door (rechts)handelingen van één van haar organen; de burgemeester, de raad en het college van burgemeester en wethouders. De wethouder is niet zo’n orgaan en kan derhalve de Gemeente alleen binden indien de bevoegdheid daartoe aan hem is geattribueerd of gemandateerd. Dit geldt voor alle gemeentelijke aangelegenheden en derhalve ook voor zaken die de ruimtelijke ordening betreffen, zoals in het onderhavige geval. Zonder een formele bevoegdheidsgrondslag is de wethouder aan wie de portefeuille ruimtelijke ordening toekomt dus niet bevoegd om namens de Gemeente bindende uitspraken te doen of afspraken te maken.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl