




- rechtspraak
Datum uitspraak: 26-05-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Uitgangspunt daarbij is de in artikel 6:94 lid 1 BW neergelegde maatstaf dat voor matiging slechts reden kan zijn indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist. Dit brengt mee dat de rechter pas van zijn bevoegdheid tot matiging gebruik mag maken als de toepassing van een boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt. Daarbij zal de rechter niet alleen moeten letten op de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete, maar ook op de aard van de overeenkomst, de inhoud en de strekking van het beding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen (HR 27 april 2007, NJ 2007, 262).
De contractuele boete dient als prikkel tot nakoming van contractuele verplichtingen.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl


