artikel 232 - rechtspraak
Onderwerp: HUUROVEREENKOMST
Datum uitspraak: 07-11-2007
Rechtsgebied: Civiel overig
Inhoudsindicatie: Beëindiging huurovereenkomst.
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Anders dan de Stichting is de voorzieningenrechter van oordeel dat sprake is van een huurovereenkomst in de zin van artikel 7:232 Burgerlijk Wetboek (BW). Het feit dat [gedaagde] jarenlang een lage, niet markt-conforme, huur heeft betaald, kan daar niet aan afdoen. De Stichting wordt evenmin gevolgd in haar stelling dat de huurovereenkomst naar zijn aard slechts van korte duur is. Partijen hebben immers een overeenkomst gesloten die erin voorzag dat deze (mogelijk) pas vele jaren later ten einde zou komen.
Dit betekent dat [gedaagde] in beginsel een beroep kan doen op huurbescherming en dat de huurovereenkomst in beginsel niet eindigt dan nadat deze door de rechter is ontbonden op grond van één van de in artikel 7:274 lid 1 BW opgesomde gronden. Volgens vaste jurisprudentie kunnen zich echter omstandigheden voordoen waarin een beroep op huurbescherming terzijde moet worden gesteld omdat dit beroep in strijd is met de eisen van redelijkheid en billijkheid. Hoewel de rechter - en zeker de voorzieningenrechter in kort geding - hierbij terughoudendheid dient te betrachten, is er naar voorlopig oordeel in dit geval sprake van zodanige omstandigheden.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl