- rechtspraak
Datum uitspraak: 07-09-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Uit de wetsgeschiedenis, jurisprudentie en literatuur volgt dat onder “overeengekomen duur” in de zin van artikel 7:303 lid 1 sub a BW dient te worden verstaan de duur waarvoor de overeenkomst oorspronkelijk is aangegaan, dat wil zeggen zonder een eventuele mogelijkheid tot verlenging door gebruikmaking van een optie mee te rekenen. Ook bij gebruikmaking van een dergelijk optierecht tot verlenging kan huurprijsaanpassing plaatsvinden na het verstrijken van de oorspronkelijk overeengekomen duur. De huurperiode na de verlenging dient daarbij dus niet opgeteld te worden.
Dat de verlengingsmogelijkheid in de overeenkomst feitelijk wordt geëffectueerd niet door een uitdrukkelijke wilsverklaring, maar door de huur niet op te zeggen, maakt dat niet anders (HR NJ 1990, 110).
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl