artikel 681 - rechtspraak
Onderwerp: KENNELIJK ONREDELIJK ONTSLAG
Datum uitspraak: 05-08-2009
Rechtsgebied: Civiel overig
Inhoudsindicatie: Afspiegelingsbeginsel correct toegepast, toch kennelijk onredelijk. Schadevergoeding en XYZ-formule.
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
De kantonrechter stelt voorop dat bij de beoordeling van de kennelijke onredelijkheid van de opzegging rekening moet worden gehouden met alle omstandigheden van het geval op het moment van de opzegging (HR 27 februari 1998, NJ 1998,765 en HR 31 april 2001, JAR 2001,82). De omstandigheden waaronder de opzegging kennelijk onredelijk kan worden geacht zoals opgesomd in artikel 7:681 lid 2 BW zijn niet limitatief (HR 29 januari 1999, JAR 1999,46).
(...) Dat neemt niet weg dat de alle omstandigheden van dit geval, in onderlinge samenhang bezien, naar het oordeel van de kantonrechter tot de conclusie moeten leiden dat de opzegging kennelijk onredelijk is in de zin van artikel 7:681 BW.
Bij de bepaling van de hoogte van de gevorderde schadevergoeding neemt de kantonrechter alle omstandigheden van het geval, zoals deze blijkens het voorgaande ten tijde van het ontslag hebben bestaan, in aanmerking. Daarbij wordt – mede uit het oogpunt van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid – aansluiting gezocht bij de vergoeding, zoals die wordt toegekend bij ontbinding van een arbeidsovereenkomst. De wezenlijke verschillen in karakter tussen de procedures op grond van de artikelen 7:681 en 7:685 BW staan daaraan niet in de weg op grond van het volgende.
In wezen behelst de gebruikelijke wijze van berekening van een ontbindingsvergoeding (“kantonrechtersformule”) een – deels – uniforme weging van factoren die er toe leidt dat in vergelijkbare zaken een vergelijkbare uitkomst wordt bewerkstelligd. In de formule wordt rekening gehouden met elementen die ook voor toekenning van de onderhavige vergoeding van belang zijn (leeftijd en diensttijd, die mede de gevolgen voor de werknemer bepalen en die van invloed zijn op de kansen op de arbeidsmarkt, en genoten inkomen) terwijl in de zogenoemde c-factor de overige omstandigheden van het geval ten volle kunnen meewegen. Deze weging komt ook tot uiting in het arrest van het Gerechtshof te Arnhem d.d. 7 juli 2009 (LJN: BJ1688).
De door partijen over en weer aangevoerde omstandigheden worden daarom beoordeeld in het kader van de vaststelling van de hoogte van de correctiefactor c van de Aanbevelingen van de Kring van Kantonrechters, zoals deze vóór 1 januari 2009 hebben gegolden.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl