- rechtspraak
Datum uitspraak: 27-07-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Het hof overweegt dat de bewijslast dat sprake is van overwerk op grond van de CAO dat voor vergoeding in aanmerking komt, overeenkomstig de hoofdregel van artikel 150 Rv, bij [geïntimeerde] berust (vgl. ook HR 15 juni 2006, JAR 2006, 243).
Het hof stelt vast dat het standpunt van [geïntimeerde] erop neerkomt dat alle minuten die door de werknemer per week meer op het werk zijn doorgebracht dan het aantal in het arbeidscontract vastgelegde aantal uren (omgerekend in minuten) een aanspraak oplevert op uitbetaling van overuren.
Dit uitgangspunt is evenwel onjuist. Van overwerk dat recht geeft op een vergoeding is, bij gebreke van een tussen partijen gemaakte afspraak, sprake indien ten minste komt vast te staan dat de werkgever het overwerk aan de werknemer heeft opgedragen of dat uit de omstandigheden van het geval blijkt dat hij daarmee heeft ingestemd (HR 6 maart 1998, NJ 1998/527).
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl