




- rechtspraak
Datum uitspraak: 09-09-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Op grond van deze bepaling kan de rechter een voorlopige voorziening bij voorraad geven ter overbrugging van de periode tussen het tijdstip van indiening van het toelatingsverzoek en de (onherroepelijke) beslissing daarop.
Verdedigd kan worden dat dan voor een dergelijk verzoek de weg van art. 438 (lid 5) Rv openstaat en niet die van art. 287 lid 4 Fw. Op grond van eerstgenoemde wetsbepaling kan de voorzieningenrechter een (executoriaal) beslag – onder meer – opheffen. Daar staat tegenover dat de wetgever er bewust voor heeft gekozen de te geven voorlopige voorziening niet nader in te kaderen en dat het geven van een voorziening ten aanzien van dit beslag past binnen de tekst van de wetsbepaling.
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl


