Afdeling 5. Verstrekking van geldelijke steun uit ’s Rijks kas
Artikel 81Middelen verstrekt uit kas van het Rijk
1. Uit 's Rijks kas kunnen aan gemeenten, plusregio’s als bedoeld in artikel 104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen of provincies financiële middelen worden verstrekt voor activiteiten die passen in het rijksbeleid met betrekking tot het bouwen, het wonen en de woonomgeving.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voorschriften gegeven omtrent het verstrekken van financiële middelen, bedoeld in het eerste lid.
3. Bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het tweede lid, kunnen voorschriften worden gegeven omtrent het door provincies overdragen van krachtens het tweede lid aan hen toegekende bevoegdheden en verplichtingen aan een gemeente of aan een plusregio. De voorschriften betreffen in elk geval:
a. het geval waarin een provincie bevoegdheden en verplichtingen al dan niet dient over te dragen;
b. de wijze waarop in geval van overdracht verantwoording aan Onze Minister wordt afgelegd.
4. Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het tweede lid, kan worden bepaald dat de gemeenteraad, het algemeen bestuur van een plusregio of provinciale staten voorschriften geeft of geven omtrent het door burgemeester en wethouders, het dagelijks bestuur van een plusregio of gedeputeerde staten verstrekken van subsidie ten laste van de uit ’s Rijks kas aan hen verstrekte financiële middelen voor de activiteiten, bedoeld in het eerste lid.
5. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ter bevordering van eenheid in de voorschriften, bedoeld in het vierde lid, regelen worden gegeven omtrent de inhoud van die voorschriften.
6. De gemeenteraad, het algemeen bestuur van een plusregio of provinciale staten brengen de door hen gegeven voorschriften, bedoeld in het vierde lid, binnen zes maanden na het van kracht worden van de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het vijfde lid, in overeenstemming met de bij die algemene maatregel van bestuur gegeven voorschriften.
Artikel 82 [Vervallen per 01-07-2013]
Artikel 83Algemene maatregel van bestuur treedt in werking
Een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 81, treedt niet eerder in werking dan twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.
Artikel 84Voorschriften omtrent samenwerkingsverband
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voorschriften worden gegeven omtrent het door burgemeester en wethouders, gedeputeerde staten en het dagelijks bestuur van een samenwerkingsverband van gemeenten verstrekken van voor het verstrekken van financiële middelen van belang zijnde gegevens. De financiële gevolgen van het verstrekken van die gegevens worden niet gecompenseerd.
Artikel 85
[Vervallen per 01-01-1998]
Artikel 86Bekendmaking gegevens inzake financiële middelen
Gegevens betreffende de door het Rijk verstrekte financiële middelen en subsidie worden jaarlijks op een door Onze Minister te bepalen wijze bekend gemaakt.
Artikel 87Geldelijke steun volkshuisvesting
Onze Minister kan volgens bij ministeriële regeling gegeven voorschriften geldelijke steun verlenen voor doeleinden, de volkshuisvesting betreffende, voor zover het geldelijke steun betreft welke onmiddellijk voorafgaand aan 22 december 2000 in een ministeriële regeling was geregeld, die met ingang van die datum is komen te berusten op de algemene maatregel van bestuur, vastgesteld krachtens artikel 9, eerste lid, van de Invoeringswet Wet stedelijke vernieuwing zoals die wet onmiddellijk voorafgaand aan haar intrekking luidde.
Artikel 88
[Vervallen per 13-06-2008]
Hoofdstuk VI. Bestuursrechtelijke handhaving
Afdeling 1. Het toezicht van rijks- en provinciewege
Artikelen 89 tot 92
[Vervallen per 21-02-1997]
Artikel 92Bestuursrechtelijke handhaving
1. Het bevoegd gezag draagt zorg voor de bestuursrechtelijke handhaving van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken I tot en met III.
2. Met betrekking tot de handhaving van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken I tot en met III zijn de artikelen 5.2, tweede lid, en 5.3 tot en met 5.25 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Artikel 93Toezicht op de naleving
1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de hoofdstukken V tot en met IX bepaalde zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren.
2. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid, wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
Artikel 94 [Vervallen per 01-10-2010]
Artikel 95Afschrift van verordening, besluit of overlegd verslag
1.Tegelijkertijd met of zo spoedig mogelijk na de bekendmaking zenden burgemeester en wethouders aan de inspecteur een afschrift van elke verordening, elk besluit of elk aan de raad overlegd verslag, de volkshuisvesting betreffende. De financiële gevolgen van het zenden van die afschriften worden niet gecompenseerd.
2.Burgemeester en wethouders geven aan de inspecteur alle door deze verlangde inlichtingen omtrent de naleving van de wetten en de krachtens die wetten gegeven voorschriften op het gebied van de volkshuisvesting.
Artikel 96Toezicht op de uitvoering
In aanvulling op artikel 5.11, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn met het toezicht op de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken I tot en met III tevens belast de bij besluit van de commissaris van de Koning aangewezen personen. Artikel 5.11, tweede lid, van die wet is van overeenkomstige toepassing.
» Praktijkvoorbeeld rechterlijke uitspraak.
Afdeling 1a. Sluiting van gebouwen, open erven en terreinen door burgemeester en wethouders
Artikelen 97 t/m 100e [Vervallen per 01-10-2010]
De woningwet is voor het laatst geactualiseerd op: 18 februari 2014.
De status van deze wet is: zeer goed.
Klik hier voor meer informatie.
Uwwet.nl