Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-

- rechtspraak

Datum uitspraak: 02-06-2010



De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Artikel 44, eerste lid, van de Woningwet bepaalt, voor zover van belang, dat de reguliere bouwvergunning moet worden geweigerd als het bouwen in strijd is met een bestemmingsplan. Deze bepaling bevat een limitatieve opsomming van weigeringsgronden. Als geen van deze situaties zich voordoet, moet de bouwvergunning worden verleend.

Onder toepassing van AbRS 21 december 1999, LJN AA4296 op de thans geldende Wet ruimtelijke ordening en Woningwet, geldt daarbij nog het volgende. In de periode tussen de inwerkingtreding van een nieuw bestemmingsplan en de vernietiging van dit plan, is in beginsel dit nieuwe plan het toetsingskader voor de beslissing omtrent het verlenen van bouwvergunning. Wordt tegen die beslissing bezwaar gemaakt, dan volgt uit artikel 7:11 van de Awb dat bij de beslissing op dit bezwaar het alsdan geldende recht moet worden toegepast. Bij een beslissing op bezwaar die ná de vernietiging van het goedkeuringsbesluit wordt genomen, dient het bouwplan derhalve (alsnog) te worden getoetst aan het oude bestemmingsplan. Is de beslissing op bezwaar onder vigeur van het nieuwe plan genomen, en waren burgemeester en wethouders daarom dwingendrechtelijk gehouden bij die beslissing de voorschriften van het nieuwe plan toe te passen, dan behoort daarop in beroep en hoger beroep bij de bestuursrechter niet te worden teruggekomen.

Alleen als de belanghebbende bij een bouwvergunning, tegelijk met de indiening van het bezwaarschrift tegen de bouwvergunning bij burgemeester en wethouders, een verzoek om schorsing van de goedkeuring van het nieuwe bestemmingsplan indient bij de voorzitter van de AbRS, ligt het in de rede dat burgemeester en wethouders niet op het bezwaar beslissen voordat de voorzitter zich over de gevraagde schorsing heeft uitgesproken. Ook kan dan het peilmoment voor het toepasselijke recht niet worden gelegd op een vroeger tijdstip dan dat waarop de voorzitter over de schorsing van het goedkeuringsbesluit heeft beslist. Schorst de voorzitter (alsnog) het bestemmingsplan, dan geldt bij de beslissing op bezwaar het oude plan als toetsingskader. Is de beslissing op bezwaar reeds genomen, dan zal de bestuursrechter in dit geval, anders dan in het algemeen, toch aan het oude plan moeten toetsen.




Klik hier voor de hele uitspraak.

-
-
WWW.UWWET.nl
2010. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl