Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Algemene wet bestuursrecht
artikel 7:23

Datum uitspraak: 06-04-2010
Inhoudsindicatie: Afwijzing verzoek onttrekking pad aan openbaar verkeer. Beroep ongegrond. Belangenafweging. Verweerder mocht het belang van het open blijven van de steeg laten prevaleren.De steeg heeft nog steeds een wezenlijke functie voor het openbaar verkeer. Daarnaast mocht verweerder zelfstandige betekenis hechten aan behoud van de gewenste maaswijdte tussen straten en stegen rond het (winkel)centrum van Dronten.





Uitspraak

RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD
Sector Bestuursrecht, Meervoudige Kamer
Registratienummer: Awb 09/275

Uitspraak
in het geding tussen:

A. (eiser), en
Flevo Hotels B.V. (eiseres) ,
wonende/gevestigd te Dronten,
gemachtigde: mr. M.A. Jansen,

en

Gedeputeerde Staten van Flevoland,
verweerder.





1.  Procesverloop
Bij besluit van 1 november 2007, bekend gemaakt op 23 november 2007, heeft de raad van de gemeente Dronten het verzoek van eisers om het pad gelegen tussen De Rede en de Walvisstraat en naast het perceel De Rede x te onttrekken aan het openbaar verkeer, afgewezen. Eisers hebben hiertegen bij brief van 2 januari 2008 administratief beroep ingesteld.

Bij besluit van 20 januari 2009 (hierna: het bestreden besluit) heeft verweerder het administratief beroep ongegrond verklaard.

Tegen dit besluit is door eisers bij brief van 24 februari 2009 beroep ingesteld, aangevuld bij brief van 3 april 2009.

Bij brief van 15 april 2009 heeft verweerder de op de zaak betrekking hebbende stukken ingediend en bij brief van 26 mei 2009 verweer gevoerd.

Het beroep is op 22 september 2009 ter zitting van de enkelvoudige kamer behandeld. Eiser is mede namens eiseres verschenen, vergezeld door B, werknemer van eiser, en bijgestaan door de gemachtigde, voornoemd Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. drs. R.H.S. Koopman.

De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek heropend, en verweerder verzocht nadere informatie te verstrekken. Tevens is behandeling van het beroep verwezen naar de meervoudige kamer van de rechtbank.

Bij brief van 2 november 2009 heeft verweerder de gevraagde informatie verstrekt.
Op 11 februari 2010 hebben eisers nadere stukken ingezonden.

Het beroep is op 24 februari 2010 behandeld ter zitting van de meervoudige kamer. Eisers zijn verschenen bij A, bijgestaan door zijn gemachtigde, voornoemd.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. drs. R.H.S. Koopman en J. Pruim.





2.  Overwegingen
In geding is de vraag of het bestreden besluit in rechte in stand kan blijven.

Bij de beantwoording van deze vraag gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.

Eiser is directeur en enig aandeelhouder van Flevohotels B.V. (eiseres). Deze BV handelt onder de naam Hotel-Café-Restaurant 't Galjoen.
Op 10 november 2005 heeft eiser, handelend als natuurlijk persoon en namens eiseres, met de gemeente Dronten een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot onder andere het pad, ook wel de steeg genoemd, gelegen tussen De Rede x -y en Walvisstraat te Dronten. In de koopovereenkomst is opgenomen dat eisers voornemens zijn het gekochte te gebruiken voor de realisatie van woon- en winkelruimte, ter uitbreiding van de woon- en winkelruimte aan de Rede x. De gemeente Dronten heeft zich daarbij verplicht om de procedure in werking te zetten om het pad aan de openbaarheid te onttrekken en zich maximaal te zullen inspannen om onttrekking aan de openbaarheid te bewerkstelligen. Indien niet tot onttrekking aan de openbaarheid wordt besloten wordt het pad door de gemeente voor € 1,00 aan eisers geleverd. Aan deze koopovereenkomst ligt de bereidheid van eiser ten grondslag om een deel van de vraagprijs van voormalig café-restaurant “De Gouden Ploeg” te Biddinghuizen, welk pand in het kader van het Centrumplan Biddinghuizen is verkocht aan de gemeente Dronten, te laten vallen.
In de koopovereenkomst met betrekking tot “De Gouden Ploeg” is opgenomen dat deze overeenkomst van rechtswege wordt ontbonden indien en voor zover de door eisers met de gemeente Dronten te sluiten overeenkomst met betrekking tot de steeg, om welke reden dan ook, ontbonden wordt of anderszins niet tot uitvoering kan komen.
Het college van burgemeester en wethouders van Dronten heeft vervolgens de gemeenteraad voorgesteld het pad aan de openbaarheid te onttrekken. Aan dit voorstel liggen ondermeer twee positieve ambtelijke adviezen ten grondslag inzake de veiligheidsaspecten en een ”verkeerskundige toelichting”. Bij besluit van 1 november 2007, bekend gemaakt op 23 november 2007, heeft de gemeenteraad, in afwijking van het voorstel van het college, besloten het pad gelegen tussen De Rede x-y en de Walvisstraat niet aan het verkeer te onttrekken.
Het hiertegen ingestelde administratieve beroep is bij het bestreden besluit ongegrond verklaard.

Verweerder heeft in het bestreden besluit overwogen dat sprake is van een zwaarwegend belang van eisers gezien de overeenkomst van 10 november 2005, waarbij de gemeente Dronten heeft toegezegd onttrekking aan de openbaarheid te bewerkstelligen, waardoor bij eisers het gerechtvaardigde vertrouwen is gewekt dat deze inspanning daadwerkelijk geleverd zou worden. Verweerder heeft echter het algemeen belang van de verkeersfunctie van de steeg, onderbouwd met een verkeerskundig advies d.d. 24 december 2008 van de afdeling Wegen Verkeer en Vervoer, zwaarder laten wegen.
Eisers kunnen zich niet met het bestreden besluit verenigen en voeren daartoe aan dat het bestreden besluit is gebaseerd op de conclusies van een tweetal verkeerskundige rapporten welke niet bekend zijn gemaakt aan eisers en waarop eisers voorafgaand aan het bestreden besluit ook niet hebben kunnen reageren. Eisers zijn van mening dat sprake is van strijd met artikel 7:23 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Eisers hebben tevens aangevoerd dat aan het bestreden besluit geen (evenredige) belangenafweging ten grondslag ligt. Eisers erkennen dat de steeg een verkeerkundige functie heeft voor voetgangers, maar achten deze functie niet zodanig dat vanwege het algemeen belang niet tot onttrekking kan worden overgegaan. Volgen eisers zijn de tellingen in het verkeerskundige rapport van verweerder niet representatief en zijn de omloopafstanden niet volledig in beeld gebracht. Bovendien is op korte afstand een andere steeg aanwezig die voorziet in een doorgangsroute naar de Walvisstraat.
Daarnaast is er een concreet bedrijfseconomisch belang, nu de steeg aan eisers is verkocht als bouwgrond ter compensatie van een door eisers te laag ontvangen bedrag bij de verkoop van het pand te Biddinghuizen. Tot slot wordt aangevoerd dat de planologische keuze al is gemaakt door de steeg geen specifieke verkeerskundige bestemming te geven.

De rechtbank overweegt het volgende.

Artikel 7:23 van de Awb bepaalt dat wanneer na het horen aan het beroepsorgaan feiten of omstandigheden bekend worden die voor de op het beroep te nemen beslissing van aanmerkelijk belang kunnen zijn, dit aan belanghebbenden wordt meegedeeld en zij in de gelegenheid worden gesteld daarover te worden gehoord.

De rechtbank stelt vast dat na de hoorzitting in administratief beroep de gemeenteraad van Dronten nog in de gelegenheid is gesteld het tijdens de hoorzitting genoemde rapport van de verkeersadviesgroep in te zenden. Blijkens het bestreden besluit is tevens een verkeerskundig onderzoek verricht door de afdeling Wegen, Verkeer en Vervoer van de provincie Flevoland, hetgeen geresulteerd heeft in een verkeerskundig advies d.d. 24 december 2008. Deze stukken zijn niet aan eisers toegezonden en evenmin zijn zij in de gelegenheid gesteld daarover te worden gehoord.

De rechtbank is echter van oordeel dat eisers hierdoor niet in hun processuele belangen zijn geschaad, nu eisers inmiddels voldoende gelegenheid hebben gehad om op deze stukken te reageren. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het gestelde verzuim van verweerder gepasseerd dient te worden met toepassing van artikel 6:22 van de Awb.

Ingevolge artikel 9, eerste lid, van de Wegenwet kan een weg, niet behorende tot de in artikel 8 bedoelde wegen die worden onderhouden door het Rijk of een provincie, aan het openbaar verkeer worden onttrokken bij een besluit van de raad der gemeente, waarin de weg is gelegen.

Artikel 11, eerste lid, van de Wegenwet bepaalt dat iedere belanghebbende bij een weg, niet behorende tot de in artikel 8 bedoelde wegen, het recht heeft aan den raad der gemeente, waarin de weg is gelegen ten opzichte van die weg toepassing van artikel 9 te verzoeken.
Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat op de voorbereiding van de beslissing op het verzoek afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is.
Het derde artikellid bepaalt dat indien de raad weigert aan het verzoek te voldoen, aan de verzoeker beroep open staat op Gedeputeerde Staten.

De in artikel 9, eerste lid, van de Wegenwet neergelegde bevoegdheid is van discretionaire aard. De gemeenteraad komt ter zake een ruime mate van beoordelingsvrijheid toe. Verweerder komt als beroepsinstantie eenzelfde ruimte toe. De rechter dient de aanwending daarvan te beoordelen aan de hand van de maatstaf of sprake is geweest van strijd met wettelijke voorschriften dan wel van zodanige onevenwichtigheid bij de afweging van de betrokken belangen, dat niet in redelijkheid tot afwijzing van het verzoek kon worden overgaan.

Van strijd met de wet is, afgezien van het reeds genoemde en met artikel 6:22 Awb gepasseerde gebrek, niet gebleken.

Met betrekking tot de belangenafweging is de rechtbank, gelet op de zich in het dossier bevindende stukken, met name het advies van 24 december 2008, van oordeel dat verweerder het belang van het open blijven van de steeg mocht laten prevaleren.
Ingevolge vaste jurisprudentie is met de openbare toegankelijkheid van wegen in beginsel het algemeen belang gediend. Dit is slechts anders indien een openbare weg feitelijk geen functie (meer) heeft voor het openbaar verkeer. Daarvan is ten aanzien van de in geding zijnde steeg geen sprake, nu uit het verkeerskundig advies valt af te leiden dat gemiddeld 25 voetgangers per uur, en 279 voetgangers per dag, gebruik maken van deze steeg. Hierdoor heeft deze steeg nog steeds een wezenlijke functie voor het openbaar verkeer. Weliswaar is door eisers berekend, dat de omloopafstand niet voor iedere gebruiker van de steeg op 134 meter zal liggen, maar niet valt te ontkennen, dat er door velen omgelopen zal moeten worden. Daarnaast mocht verweerder zelfstandige betekenis hechten aan behoud van de gewenste maaswijdte tussen straten en stegen rond het (winkel)centrum van Dronten.

Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de wijze waarop de belangen van eisers zijn afgewogen tegen het belang van openbare toegankelijkheid de hierboven omschreven rechterlijke toetsing kan doorstaan.

Het beroep is ongegrond.

De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.





3.  Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.





Deze uitspraak is gedaan door mr. L.E.C. van Rijckevorsel-Besier, voorzitter, mr. W.J.B. Cornelissen en mr. A. Oosterveld, rechters, en door de voorzitter en Y. van der Zaan-van Arnhem als griffier ondertekend. Uitgesproken in het openbaar op

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl