- rechtspraak
Datum uitspraak: 03-06-2010
De belangrijkste passage van de uitspraak en/of conclusie:
Op 1 oktober 2009 is de nieuwe Wet dwangsom en beroep niet tijdig beslissen in werking getreden. Ingevolge het hiermee gewijzigde artikel 7:1, aanhef en onder e, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), gelezen in samenhang met het overgangsrecht in artikel III van de Wet dwangsom en beroep niet tijdig beslissen, dient vanaf 1 oktober 2009 rechtstreeks beroep te worden ingesteld als rechtsmiddel tegen het niet tijdig nemen van een besluit.
Ingevolge artikel 6:12, tweede lid, van de Awb, kan het beroepschrift worden ingediend zodra:
a. het bestuursorgaan in gebreke is tijdig een besluit te nemen, en
b. twee weken zijn verstreken na de dag waarop belanghebbende het bestuursorgaan schriftelijk heeft medegedeeld dat het in gebreke is.
Ingevolge artikel 6:20, derde lid, van de Awb heeft het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit mede betrekking op het alsnog genomen besluit, tenzij dit geheel aan het beroep tegemoet komt.
Ingevolge het vijfde lid kan het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit alsnog gegrond worden verklaard, indien de indiener van het beroepschrift daarbij belang heeft.
Ingevolge artikel 4:17, eerste lid, van de Awb verbeurt het bestuursorgaan, indien een beschikking op aanvraag niet tijdig wordt gegeven, een dwangsom voor elke dag dat het in gebreke is, doch voor ten hoogste 42 dagen. De Algemene termijnenwet is op laatstgenoemde termijn niet van toepassing.
Ingevolge het tweede lid bedraagt de dwangsom de eerste veertien dagen € 20,- per dag, de daaropvolgende veertien dagen € 30,- per dag en de overige dagen € 40,- per dag.
Ingevolge het derde lid is de eerste dag waarover de dwangsom verschuldigd is, de dag waarop twee weken zijn verstreken na de dag waarop de termijn voor het geven van de beschikking is verstreken en het bestuursorgaan van de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling heeft ontvangen.,
Ingevolge artikel 4:18, eerste lid, van de Awb stelt het bestuursorgaan de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij beschikking vast binnen twee weken na de laatste dag waarover de dwangsom verschuldigd was.
Ingevolge artikel 8:55c van de Awb stelt de rechtbank, indien het beroep gegrond is, desgevraagd tevens de hoogte van de ingevolge artikel 4:17 van de Awb verbeurde dwangsom vast.
Op grond van artikel 2:15, eerste lid, van de Awb - voor zover hier van belang - kan een bericht elektronisch naar een bestuursorgaan worden verzonden voor zover het bestuursorgaan kenbaar heeft gemaakt dat deze weg is geopend. Op grond van het tweede en derde lid kan het bestuursorgaan elektronisch verschafte gegevens en bescheiden weigeren. Ingevolge het vierde lid deelt het bestuursorgaan een weigering op grond van dit artikel zo spoedig mogelijk mede aan de afzender.
Voorop staat dat verzending per fax blijkens de memorie van toelichting bij de Wet elektronisch bestuurlijk verkeer (Kamerstukken II 2001/02, 28 483, nr. 3, blz. 7) een vorm van elektronisch verkeer is, waarop afdeling 2.3 van de Awb van toepassing is. Vaststaat dat verweerder niet uitdrukkelijk kenbaar heeft gemaakt dat de elektronische weg voor het indienen van Wob-verzoeken (en ingebrekestellingen) is geopend. Volgens de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) kan een bestendig bestuurlijke praktijk waarbij verzoeken reeds vele malen via de elektronische weg zijn ingediend en hierop is besloten, grond bieden voor het oordeel dat aan betrokkene kenbaar is gemaakt dat de elektronische weg voor dergelijke verzoeken is geopend (zie de uitspraak van 29 april 2008, te vinden op www.rechtspraak.nl onder LJ-nummer: BD0772).
Klik hier voor de hele uitspraak.
Uwwet.nl